Hoofdstuk 12: "Er is een vrouw gevonden"

395 12 9
                                    

Bram zit ongeduldig in de auto. Evert zit achter het stuur en Fenna zit voorin naast hem. "Kan je niet sneller?", vraagt Bram aan Evert. "Je rijdt maar zeventig terwijl je negentig mag." Evert kijkt hem vragend aan. "Ja wat?", reageert Bram net iets te aanvallend. "We moeten Liselotte vinden hoor. Vandaag nog!" Evert geeft gas. Hij heeft geen zin in het geklaag van Bram. En eerlijk gezegd begrijpt hij hem best. Het duurt nog uren voor ze in Polen zijn. Het team is nog niet eens in de buurt van de grens van Duitsland. Trrring Trrring Trrring. Het duurt lang voordat Fenna door heeft dat ze wordt gebeld. Aan de andere kant van lijn wacht Carla. Ze heeft belangrijk nieuws. Fenna neemt op. Carla zegt dat ze de telefoon op meeluisteren moet zetten, dus al snel luistert het hele team mee:

Fenna: Vertel Carla, we zijn benieuwd.
Carla: Jullie moeten hierheen komen.
Bram: Echt niet! We zijn nog maar net weg!
Carla: Daarom juist. Kom zo snel mogelijk terug.
Bram: Ja dag! Ik ga Liselotte zoeken hoor.
Carla: Bram, luister nou even. Jullie moeten direct terug naar Leeuwarden.
Evert: Ja, maar waarom dan?
Carla: Dat probeer ik nu al de hele tijd te zeggen... Er is een vrouw gevonden. Het kan bijna niet anders dan dat het Liselotte is. Jullie zijn heel dicht bij en...
Bram: Evert! Omkeren nu!
Carla: de ambulance is al onderweg. Rij naar het park.
Bram: Leeft ze nog?
Carla: Geen idee. Ga nou maar. Sterkte jongens!

Carla hangt op. Evert heeft inmiddels de auto gekeerd. De sirene staat op het dak en ze rijden loei, maar dan ook loeihard naar het park toe. Bram houdt het inmiddels bijna niet meer. Na een halfuur is het team er al. De ambulance arriveert ook net. Bram stapt gelijk uit de auto. Razendsnel loopt hij richting de struiken. "Hier was het toch in de buurt?" Op antwoord wacht hij niet. Zonder twijfel beent hij door het struikgewas als hij opeens blijft staan. "Fack! Nee!", schreeuwt hij. Evert en Fenna rennen snel naar hun collega toe, die inmiddels helemaal bezweet is. "Dat is Liselotte! Ik weet het zeker! Fack!" Bram rent, nee vliegt zelfs (zo snel gaat hij), naar de vrouw toe. Zijn collega's rennen achter hem aan. "Fack fack fack fack!" Bram gaat naast de vrouw zitten. Hij had gelijk. Het is Liselotte. Ze is helemaal bebloed en wit weggetrokken. Haar armen zitten vastgebonden en haar benen zijn aan elkaar getaped. En ze kan niets zeggen door de ducktape over haar mond. Liselottes ogen zijn dicht. "Leeft ze nog?", vraagt Evert. Bram haalt zijn schouders op. "Ik durf niet te voelen", zegt hij. Terwijl hij dat zegt houdt hij zijn gezicht naar de grond gericht. Hij schaamt zich kapot. Gelukkig gaat Fenna direct naast Liselotte zitten. Ze drukt haar wijs- en middelvinger tegen Liselottes hals. Evert en Bram kijken haar aan. "En?", vraagt Evert, bijna smekend om een antwoord. Fenna glimlacht. "Ik voel een lichte hartslag. Ze leeft!"
Precies op dat moment arriveren de ambulancebroeders. Ze duwen de rechercheurs aan de kant en zijn gelijk bezig met Liselotte. Ze wordt op een brancard gelegt en daarna de auto in getilt. Een man zet haar een zuurstofmasker op en een andere onderzoekt haar wond. De deuren gaan dicht en de ambulance rijdt haastig weg. De drie rechercheurs blijven verbouwereerd achter.

Een kort hoofdstukje dit keer, want dit is wel eventjes een mooie cliff. Er komt snel een nieuw deeltje! Promise! X

Moordvrouw: Dansen In De RegenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu