Hoofdstuk 13

3.9K 177 18
                                    

Hoofdstuk 13

Aan de linker muur was een messenhouder, met een reeks van messen in. Grote, kleine, lange, maar allemaal scherpe messen. Zeker een stuk of vijftien.

Aan de rechtermuur waren verschillende soorten geweren. En op de tafel aan de muur recht tegenover mij lagen verschillende bogen. Ook een kruisboog. En een reeks van verschillende soorten pijlen in allerlei kleuren.

Maar dat was nog niet alles, er was iets geschilderd op de muur recht tegenover mij. De muur was wit met daarop een zwart logo. Twee zwaarden, de ene recht naar boven, de andere omgekeerd. Met daartussen een revolver. Het moest de letter H voorstellen.

Wat voor logo was dat? Het kwam me ergens vaag bekend, voor maar ik kon het niet uit mijn geheugen vissen. Waar kende ik het van?

'Wat doe jij hier?' hoorde ik iemand achter mij.

Ik draaide me om en zag Henry in de deuropening. Hij zag er kwaad uit.

'Wat is dit?' Negeerde ik zijn vraag.

'Wapens.' zei hij kortaf. Ik bleef hem aankijken. 'In een stad als deze moet je goed bewapend zijn,' probeerde hij uit te leggen.

'Waarom wilde je het me dan niet laten zien?'

Hij haalde zijn schouders op. 'Ik dacht dat het je ging afschrikken.'

'Nee. Alleen vraag ik me wel af wat dat is?' Ik wees naar het logo.

Weer haalde hij zijn schouders op. 'Gewoon, niks speciaals. Het stelt niks voor of zo.'

‘Is het dan geen logo of teken? De H moest toch ergens voor staan?’

Die opmerking negeerde hij.

Toen liet ik het er maar bij.

'Kom. Het is al laat. Laten we gaan slapen.'

We liepen de kamer uit, tot mijn verbazing deed hij enkel de deur dicht zonder het op slot te doen. Ach ja, ik wist nu toch wat er achter die deur zat.

Zoals ik verwacht had deed ik geen oog dicht vannacht.

De bloederige beelden bleven zich afspelen. Het was precies een horror film.

Alleen speelde ik de hoofdrol.

Ik draaide me op mijn zij. Mijn ogen staarden naar zijn gezicht. Een streepje maanlicht verlichte zijn gelaat. Henry snurkte zachtjes. Wat was hij schattig als hij sliep.

Opeens schoten zijn ogen open. 'Ik merk wel dat je naar me zit te staren,' lachte hij.

Betrapt draaide ik mijn hoofd weg. Goed dat hij in het donker mijn rode kop niet kon zien. 'Kan je niet slapen?'

'Nee, wat dacht je dan? Het zou me verbazen als ik ooit nog een oog dicht kon doen na deze vreselijke dag,' klonk ik gebroken.

Hij verplaatste zijn kussen zo dicht als mogelijk naar me toe, hijzelf schoof ook dichter naar me toe. Zijn arm sloeg hij beschermend om mijn schouder heen.

Ik legde mijn hoofd op zijn borstkast. Ik hoorde zijn hartslag door zijn T-shirt.

'Listen to my heartbeat. Concentreer je op mijn kloppend hart. En terwijl je daar naar luister, denk dan aan al onze goede momenten. Misschien dat dat je in slaap helpt.'

Misschien. Misschien dat ik de controle over mijn gedachten kon overnemen.

En na heel lang naar zijn zacht bonkend hart te luisteren, sloot ik mijn ogen en viel ik eindelijk in slaap.

Hell on earthWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu