Hoofdstuk 22

3.2K 164 21
                                    

Hoofdstuk 22

Als ik moest omschrijven hoe ik me nu voelde, was verbaasdheid een te klein woord. Verbijsterd, zo voelde ik me. Ik knipperde enkele keren met mijn ogen, om er zeker van te zijn dat ik niet droomde. Hoe? Hoe was dit in godsnaam mogelijk? Ik dacht dat hij dood was. Dat ik hem nooit meer terug ging zien.

'Hey, Hellen. Lang niet gezien.' Hij liet een vrolijke glimlach zien. Hoe kon hij zo glimlachen, als er zoveel doden mensen om ons heen lagen?

Ik schudde ongelovig mijn hoofd. Ik was nu nog meer verbaasd dan toen ik Henry voor het eerst terug zag, in jaren.

'Ben jij het echt?' wist ik uit te brengen.

Zijn glimlach werd alleen maar groter.

'De enige echte.'

Hij opende zijn armen en ik nam zijn knuffel in ontvangst. En toen kwamen de tranen.

'Ik dacht dat ik je nooit meer terug ging zien... Hoe heb jij het overleefd?'

Hij vluchtte uit mijn armen en keek me voor een lang moment ernstig aan. 'Laten we het daar een andere keer over hebben.'

Ik had niet door dat Henry achter me was gaan staan, tot dat hij vroeg: 'Ken je hem?'

Henry en de persoon die ik nooit verwachtte terug te zien keken elkaar voor een moment met samengeknepen ogen aan. 'Nee, we kennen elkaar totaal niet hoor. Daarom dat ik haar knuffelde en ze in tranen uitbarstte,' zei hij sarcastisch.

Henry knikte schuin met zijn hoofd naar me, vragend naar opheldering.

'Hij is mijn neef, Ray. Ik dacht dat hij omgekomen was in de brand.'

Ray sloeg een arm om me heen. 'Maar ik ben nog springlevend, zoals je kan zien. Later zal ik je wel uitleggen hoe ik dat overleefd heb. Waar is de rest van je familie eigenlijk?'

Meteen ging er een steek van pijn door me heen. 'Dood,' zei ik naar de grond kijkend. Toen ik opkeek om zijn reactie op te pijlen, zag ik zoals verwacht een ontredderde uitdrukking op zijn gezicht. 'Je maakt een grapje, hoop ik.'

Met een ernstige maar trieste uitdrukking op mijn gezicht schudde ik van nee.

'Dus... Julie, Bram, Axel, Janine en Nina zijn allemaal dood?' zijn stem trilde, zijn mond viel ietwat open. Hij keek ontdaan, vol pijn en verdriet. Zoals ik me voelde.

Ik kreeg tranen in mijn ogen, nu hij het zo officieel uitsprak. 'Het spijt me,' zei ik dan maar, omdat dat de enige drie woorden waren die ik kon uitbrengen.

Weer sloeg hij zijn armen om me heen, dit keer troostend. Hij drukte zich tegen me aan en wreef over mijn rug. 'Mijn ouders en zus, zijn wel omgekomen in die brand,' deelde hij mijn verdriet. Hij leefde met me mee. 'Het spijt me dat te horen.'

We waren klaar met knuffelen. 'Je bent de enige overlevende van mijn familie, Hellen. En ik zal met hart en ziel ervoor zorgen dat je levend blijft.'

'En ik zal er persoonlijk voor zorgen dat jou niks overkomt,' zei ik overtuigend

Ray glimlachte bekommerd.

'Hoe is het eigenlijk gebeurd?'

'Misschien kunnen we het daar beter een andere keer over hebben, oké?'

Hij knikte instemmend.

'Hé, Ray!' riep één van de bewapende mannen naar hem.

'Ja?'

'Wat moeten we met hem?' de bewapende man knikte naar André, die hij vast had.

Ray keek me aan. 'Ken je hem?'

Hell on earthWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu