Hoofdstuk 2

431 26 11
                                    

Met getrokken pistool loopt Fenna de woning van Floris Hoeke binnen. Hij is sinds vijf dagen weer vrij, omdat hij toonde zich goed te kunnen gedragen en dit keer had hij ook echt de wil laten zien om beter te worden. Fenna had het bericht gekregen, en ze was volledig van slag geweest. Uiteindelijk had Evert haar gekalmeerd. Hij had haar stevig vastgehouden en tegen haar gepraat totdat ze weer logisch na kon denken. Toen had ze geaccepteerd dat Floris alleen maar vrij gekomen kan zijn als hij echt geen gevaar meer is.

Die avond had ze het er nog even met Evert over gehad, hij was zo rustig dat ze het slechte gevoel dat ze had opzij had geschoven. Nu heeft ze daar spijt van, zo ongelofelijk veel spijt. Gisterochtend was Evert niet meer teruggekomen nadat hij bij een inbraak was gaan kijken. Fenna had gelijk geweten dat het Floris was, dat hij opnieuw wraak op haar wilde nemen, maar ze mocht niet zonder bewijs zijn woning binnenvallen. Een halfuurtje geleden had Liselotte eindelijk een spoor naar Floris weten te herleiden, en Fenna was gelijk weggesprint, met Bram vlak achter haar.

Floris is nergens te zien. Fenna heeft bijna de hele woning doorzocht, maar ook Evert heeft ze nog niet gevonden. Er is nog één laatste deur die ze niet open heeft gegooid. Ze kijkt Bram aan en duwt dan de deurklink naar beneden. In de kamer ziet ze Floris zitten, tegenover Evert. Floris springt op, Fenna schiet gelijk, in zijn schouder. Hij valt naar de grond, dat is goed genoeg voor haar nu, Bram mag dat oplossen. Zelf maakt ze de touwen om Everts polsen los en trekt ze de tape van zijn mond af. Hij staat gelijkt op, en neemt haar gezicht in zijn handen. Zacht kust hij haar, dan trekt zij hem stevig tegen haar aan. Ze aait langzaam door zijn blonde haren terwijl hij zich aan haar vastklampt.

Fenna schrikt wakker van haar wekker. Ze zet het ding uit en zucht dan diep. Weer diezelfde droom. Sinds het gebeurd is, heeft ze die droom minstens eens per week. Alsof het schuldgevoel dat ze – ruim een jaar later – nog steeds met zich meedraagt niet erg genoeg is. Ze weet nog dat ze nauwelijks opgelucht was toen ze Evert had gevonden. Ze had het vooral afschuwelijk gevonden dat het haar schuld was dat dit was gebeurd. Dat ze hem had teruggevonden was wel het minste wat ze kon doen om dat goed te maken. Door haar schuld had hij gevaar gelopen.

Dat schuldgevoel was niet afgenomen, het was in de dagen na de gebeurtenis juist toegenomen. Als zij geen relatie met Evert had gehad, was dit nooit met hem gebeurd. Na een week had ze een besluit genomen; zoiets mag nooit meer gebeuren. Het had haar pijn gedaan, maar ze wist wat ze moest doen. Ze had haar relatie met Evert beëindigd. Dat was de enige manier waarop ze ervoor kon zorgen dat zij hem niet meer in gevaar zou brengen. Het was nog pijnlijker geweest dan ze had verwacht. Hij had zo verdrietig gekeken, met tranen in zijn blauwe ogen. Zelf had ze haar verdriet geprobeerd te bedwingen, maar het was lastig geweest. Ze was er zo kapot van geweest dat ze een week vrij had genomen. Ze was naar de zee geweest, in de hoop dat de golven en het strand haar konden kalmeren, maar het was niet al te best gelukt. Ze had in die week wel bedacht dat ze het beste iedereen op afstand kon houden, weer om diezelfde reden; haar vrienden mogen geen gevaar lopen door haar. Zij moest hen beschermen.

Fenna haalt haar hand door haar haren en staat dan op. Ze moet door, het heeft geen zin om hier te blijven zitten en na te denken over wat er is gebeurd. Het is klaar. Ze moet over drie kwartier op het bureau zijn. Ook daar zijn dingen veranderd. Toen ze bedacht dat ze haar vrienden veilig moest houden, had ze zich ook gerealiseerd dat ze haar werkwijze moest aanpassen. Dus dat heeft ze gedaan. Ze werkt nu zoals Evert al jaren wil dat ze werkt. Toch lijkt hij nog steeds niet tevreden met haar. Hij schreeuwt niet meer tegen haar, ze gaan niet meer tegen elkaar in, maar Fenna voelt toch dat er iets mis is. Maar misschien is dat ook wel haar schuld. Misschien heeft ze wel definitief iets tussen hun kapot gemaakt toen ze hun relatie beëindigde. Fenna kleedt zich aan, ontbijt snel wat en stapt dan in de auto. Als ze op het bureau aankomt en tegenover Evert gaat zitten, gaat er een steek door haar hart. Ze heeft hem weliswaar laten gaan, maar ze houdt nog steeds zo veel van hem.

Laat Me GaanWhere stories live. Discover now