Evert wacht op verdere uitleg van Fenna, maar die lijkt niet te komen. Ze kijkt hem aan, nog steeds met die wanhopige blik in haar ogen. Hij kijkt terug, zijn blauwe ogen recht op haar bruine ogen gericht. "Wat weet je niet, Fen?" Vraagt hij dan zacht. Ze haalt haar linkerschouder op en schudt haar hoofd. "Het spijt me, van vanochtend. Je hebt gelijk." Mompelt ze. Verbaasd kijkt hij haar aan. "Ik heb gelijk?" Echoot hij dan. Ze knikt. "Het gaat niet goed met me. Ik heb hulp nodig. Maar ik weet niet hoe. Ik weet het gewoon even niet meer."
Evert zou haar nu willen vastpakken en heel stevig vasthouden, maar hij weerhoudt zichzelf. Fenna lijkt nog steeds nerveus, en haar handen blijven trillen. Hij probeert de juiste woorden te bedenken om tegen haar te zeggen. "Fen..." Hij zucht. "Het is goed dat je toegeeft dat het niet gaat. Dat is de eerste stap. De volgende stap is om het er met iemand over te hebben. Wie dan ook. Het kan met Bram, met Liselotte, met mij, of met een psycholoog. Wat jij wil. Maar het is belangrijk om te praten." Fenna knikt, maar zucht dan diep. Even sluit ze haar ogen. "Ik weet niet hoe, Evert. Ik weet niet hoe ik hierover moet praten. Met wie dan ook. Ik snap mezelf niet eens."
Nog steeds onderdrukt Evert de neiging om aanraking te zoeken. Normaal is Fenna daar juist gevoelig voor, zoekt ze het contact ook vaak zelf op, maar nu lijkt ze zo breekbaar dat hij het niet aandurft. In plaats daarvan probeert hij bemoedigend naar haar te glimlachen. "Je hebt gisteren nog met me gepraat, Fen. Je moet het niet te moeilijk maken voor jezelf. Zeggen wat je denkt is genoeg." De woorden echoën in Fenna's hoofd. Zeggen wat je denkt. Maar wat nou als ze zelf niet eens weet wat ze denkt? Ze kijkt naar Evert. Hij denkt nog steeds dat haar verdriet alleen over haar vader gaat. Ze beseft zich dat hij het nooit gaat snappen zolang hij dat denkt. Even twijfelt ze, ze weet niet hoe ze dit moet zeggen. Uiteindelijk gooit ze het er gewoon uit. "Evert, er is meer. Meer dan ik je gisteravond heb verteld. De dood van mijn vader is niet de enige reden dat ik zo.. dat ik me zo voel. Er is zo veel meer. Maar ik weet niet.. ik weet niet hoe ik dat je moet vertellen. Ik weet niet of ik het je kan vertellen." Opeens stromen de tranen weer over haar wangen.
"Fenna..." Evert is sprakeloos. Wekenlang is hij ervan overtuigd geweest dat er iets speelde, maar nu ze het zo toegeeft is het echt. Hij realiseert zich dat hij geen tijd heeft om bij zijn eigen gevoelens hierover stil te staan, hij moet nu even voor haar zorgen. "Fen, als je het niet kan vertellen, of wil vertellen is dat oké. Je hoeft niks te doen waar je je niet goed bij voelt." Voorzichtig legt hij een hand op haar been. Ze kijkt met betraande ogen naar hem. "Ik voel me zo zwaar, en verdrietig. De hele tijd. Ik weet niet wat ik eraan moet doen. En toen begon jij vanochtend over een psycholoog. Misschien is het wel goed. Maar ik-ik.." Ze zucht diep. Ze haalt haar hand door haar haren, en probeert zichzelf dan bijeen te rapen. "Ik snap mezelf niet. Ik weet alleen dat het niet goed is. Maar ik durf niet.. Ik kan het niet alleen, Evert." Zacht begint ze te snikken.
Troostend aait Evert over haar been. "Fen, lieve Fenna, je bent niet alleen. Je hebt Lies, en Bram. En je hebt mij. Wat er ook gebeurt, ik ben er voor je." Hij ziet een glimp van ongeloof in haar bruine ogen. Ze bijt op haar onderlip. "Ook al ik niet vertel wat er aan de hand is?" Vraagt ze zacht. Hij knikt, en pakt met zijn andere hand haar hand vast. "Ook dan," bevestigt hij, "ik ben er als je wil praten, maar ook als je wil huilen, of als je gewoon even iemand nodig hebt om bij te zijn. Als je me nodig hebt, ben ik er voor je." Fenna kijkt hem even aan, en stort zich dan in zijn armen. Na zich maandenlang alleen gevoeld te hebben, heeft ze dit nodig. Everts armen om haar heen bevestigen, na zijn woorden, dat ze niet meer alleen is.
Als Fenna gekalmeerd is, blijft ze tegen Evert aangeleund zitten. Haar hoofd rust op zijn schouder, terwijl hij met zijn ene hand langzaam door haar haren gaat. Uiteindelijk richt ze zich op. "Mag ik hier blijven, vannacht?" Vraagt ze zachtjes. Hij knikt gelijk. Ze kruipt onder de dekens, en gaat tegen hem aan liggen. Het voelt voor beiden vertrouwd. Evert knipt het lampje naast zijn bed uit, en trekt Fenna dan wat dichter tegen hem aan. Hij aait zacht door haar haren, ze ontspant voelbaar naast hem. Zo vallen ze niet veel later samen in slaap.
YOU ARE READING
Laat Me Gaan
FanfictionJust because I let you go, doesn't mean I wanted to. Just because I left, doesn't mean I didn't love you.