Hoofdstuk 20

325 23 10
                                    

In de dagen die volgen, probeert het team zo veel mogelijk bij Fenna te zijn. Zoals Evert al voorspeld had, was haar goede stemming van die eerste middag vooral te danken aan de pijnmedicatie. Vanaf dag twee sluit ze zich weer volledig af. Ze is blij als ze bezoek heeft, en dat laat ze duidelijk merken, maar praten over haar gevoelens doet ze niet. Bram en Liselotte vinden het wel prima. De behoefte aan contact en vriendschap is weer terug bij Fenna, en daar zijn ze allang blij mee. Evert is minder tevreden. Hij ziet aan Fenna dat ze ergens mee zit, en hij vermoedt dat ze zichzelf helemaal gek maakt, zoals alleen zij dat kan. Urenlang, dagenlang, soms wel wekenlang blijven nadenken over waar ze mee zit, zonder met iemand te praten. Hij probeert een aantal keer om een gesprek met haar te beginnen over hoe het mentaal met haar gaat, maar elke keer praat ze slim om het onderwerp heen, of begint ze over iets anders.

Fenna vindt dat de dagen in het ziekenhuis vreselijk lang duren. Door de hoeveelheid bloed die ze was verloren, mocht ze de eerste dagen helemaal niet uit bed. In de uren dat haar vrienden aan het werk waren, lag ze dan alleen met haar gedachten. In het ziekenhuis, zonder iets te doen, heeft ze zo veel meer tijd om na te denken over wat er allemaal aan de hand is, maar nog steeds is ze er niet uit. De vraag of het niet beter was geweest dat ze deze schietpartij niet had overleefd, is ook in haar hoofd voorbijgekomen. Ze weet het gewoon niet. Ze snapt niks van zichzelf, ze snapt niks van haar eigen gedachten. Nog nooit heeft ze zich zo verloren gevoeld.

Op de vijfde dag dat Fenna in het ziekenhuis ligt, komt Evert weer langs. Hij is eigenlijk verbaasd dat ze nog steeds niet de discussie met haar arts is aangegaan of ze weer naar huis mag. Het is niks voor Fenna om niet de strijd aan te gaan. Normaal had ze er alles aan gedaan om binnen vierentwintig uur weer buiten te staan. Haar gebrek aan strijdlust verbaast hem sowieso de afgelopen dagen. Ze had er braaf mee ingestemd toen de verpleging vond dat ze nog wat langer medicatie moest krijgen, en ze had geen ruzie gemaakt toen de fysiotherapeut haar had verteld dat ze voorlopig sowieso niet mocht werken in verband met haar schouder. Ze had ook niet geprotesteerd toen de artsen een extra onderzoek voor haar schouder wilden doen, ze had ze niet verteld dat het wel goed met haar gaat, dat het allemaal nergens voor nodig was. Ze is niet zichzelf, en Evert maakt zich zorgen.

Als Evert de kamer binnenloopt, ziet hij gelijk aan Fenna dat ze gehuild heeft. Bezorgd kijkt hij haar aan. "Wat is er, Fen?" Hij gaat op de rand van het bed zitten. Ze kijkt hem aan, even heeft ze de neiging om te ontkennen dat er iets is, maar ze moet het er even uitgooien. "Het onderzoek voor mijn schouder heeft uitgewezen dat er een paar spieren beschadigd zijn. Daarom kan ik mijn arm en vingers nog steeds niet bewegen." Evert knikt voorzichtig. De arts had al verteld dat dat een optie was, nadat hij had ontdekt dat Fenna na twee dagen haar rechterarm nog steeds niet kon bewegen. Fenna haalt diep adem. "En dat komt allemaal wel goed. Het herstel gaat langer duren dan we dachten, maar het komt goed. Maar-maar de arts wil me niet naar huis laten gaan nu. Hij zegt dat-dat ik me niet zonder hulp kan redden, en aangezien ik alleen woon kan ik dus niet naar huis." Tranen stromen weer over haar wangen. Ze moet naar huis. Ze kan niet nog langer alleen blijven met haar gedachten. Ze wordt helemaal gek hier. Ze voelt dat Evert haar hand vastpakt. Ze kijkt hem aan, met betraande ogen. "Ik kan hier niet blijven, Evert. Dat kan ik echt niet." Zacht begint ze te snikken. Evert voelt zijn hart breken. De wanhoop in haar stem raakt hem diep.

"Fen.." Even wacht hij tot ze naar hem kijkt. "Wat nou als je tijdelijk bij mij komt wonen?" Verbaasd kijkt ze hem aan. "Dat kan toch niet?" Vraagt ze met een klein stemmetje. "Dat is raar, en.. dat kan gewoon niet." Evert knijpt zachtjes in haar hand. "Het is misschien wel een beetje raar," geeft hij toe, "maar dan kan jij hier weg. En we kunnen samen in een huis wonen, dat hebben we eerder gedaan, en toen ging het ook goed." Zegt hij, doelend op de periode in hun relatie dat zij bij hem was ingetrokken. "Ik vind het echt geen probleem." Fenna kijkt hem nadenkend aan, haar ogen nog steeds betraand. "Echt niet?" Vraagt ze voorzichtig. Hij schudt zijn hoofd. "Echt niet. Ik zie dat je doodongelukkig bent hier, en dat wil ik niet." Even glimlacht hij naar haar. Ze bijt zacht op haar onderlip. Dan knikt ze. "Als jij het echt geen probleem vindt.." Mompelt ze zacht.

Laat Me GaanWhere stories live. Discover now