"Weet je zeker dat je weer in je eigen huis gaat wonen?" Evert kijkt Fenna bezorgd aan. Ze heeft inmiddels twee weken bij hem in huis gewoond, en eigenlijk vond hij het wel fijn. "Je hoeft niet weg, hè?" Probeert hij haar te overtuigen. Ze knikt, en glimlacht dan even naar hem. "Het is goed geweest zo, Evert. Ik kan mijn schouder weer voldoende belasten om zelfstandig te wonen. Dat zei de dokter gisteren." Hij knikt, en zucht dan. "Pas alsjeblieft op, Fen." Ze gaat naast hem op de bank zitten. "Doe eens niet zo bezorgd." Ze leunt tegen hem aan en legt haar hoofd op zijn schouder. Hij aait door haar haren. "Je komt hier eten morgen, toch?" Ze knikt. "Koken zie ik nog niet zitten. Morgen eet ik hier, daarna zie ik wel hoe lang ik het uithoud op junkfood." Hij glimlacht even. Hij vermoedt dat ze meer tegen naar huis gaan opziet dan ze laat blijken. "Je bent hier in elk geval altijd welkom."
Fenna glimlacht naar Evert. Ze is hem dankbaar voor alles wat hij de afgelopen weken voor haar gedaan heeft. Ze kijkt hem aan, en pakt dan met haar linkerhand de tas die op de grond staat. Ze mag nog niet zelf autorijden, dus Evert brengt haar nog wel naar huis. Voor haar deur nemen ze afscheid. Fenna slaat haar armen om Everts nek en houdt hem even stevig vast. "Ik heb een afspraak, met een psycholoog." Fluistert ze dan. Verbaasd maakt hij zich los uit de omhelzing. "Waarom heb je dat niet gelijk gezegd?!" Hij is al ruim twee uur thuis, maar ze had hem niks verteld. Ze haalt haar schouders op. "Ik..." Ze zucht. "Ik wist niet hoe en ik-ik..." Hij aait over haar wang. Hij snapt niks van haar, maar het maakt niet uit, zo lang ze maar een beetje op zichzelf past. "Wanneer?" Vraagt hij dan.
Fenna kijkt Evert nadenkend aan. Ze weet eigenlijk niet of ze wel wil dat hij zich met dit hele traject gaat bemoeien. Hij bedoelt het goed, dat weet ze, maar het voelt voor haar niet helemaal fijn. Ze weet het allemaal even niet. Ze haalt even diep adem. Deze onzekerheid en angst komen ook voort omdat ze tegen de afspraak met de psycholoog opziet, dat weet ze. En Evert nu buitensluiten zal er alleen maar voor zorgen dat ze zich slechter gaat voelen, dat weet ze ook. "Volgende week dinsdag." Zegt ze dan zachtjes. Evert knikt langzaam, en glimlacht dan even naar haar. "Over zes dagen." Het was geen vraag, dus Fenna blijft stil. Evert legt zijn handen op haar schouder. "Ik ben trots op je, Fenna." Met zijn duimen wrijft hij kleine cirkeltjes. "Zal ik je brengen?" Vraagt hij dan zacht. Fenna twijfelt even, maar knikt dan. Ze kan zelf nog niet rijden, en ze vertrouwt Evert.
Zo komt het dat Evert zes dagen later met Fenna naast zich naar de praktijk van de psychologe bij wie Fenna haar afspraak heeft. Fenna is niet aanspreekbaar, en ze staat strak van de spanning. Evert heeft geprobeerd haar gerust te stellen, maar zijn woorden lijken niet tot haar door te dringen. Hij heeft medelijden met haar, ze is zo gestrest en zo bang dat Evert de neiging heeft om weer weg te rijden, maar dit is beter. Hij weet dat dit gaat helpen, hij is zelf na de gebeurtenissen in Duitsland bij een psycholoog geweest, met enorme tegenzin, maar hij moet nu wel toegeven dat het hem geholpen heeft. Hij vond zijn eerste afspraak ook doodeng, maar minder dan Fenna nu. Misschien wel omdat hij het verhaal al een keer verteld had, aan Fenna. Hij vertrouwde haar, en hij wilde dat ze het wist, hij wilde het eerst aan iemand die hij kende vertellen. Zij heeft die behoefte blijkbaar niet, en dat is ook goed. Hij respecteert haar keuzes, hij geeft haar zo veel mogelijk ruimte, maar hij probeert er wel voor te zorgen dat ze weet dat hij er voor haar is. Hij werpt nog een blik op Fenna voor hij zijn auto voor de praktijk parkeert. Zodra de auto stilstaat werpt ze een angstige blik naar buiten, daarna kijkt ze hem aan. "Ik wil niet. Breng me terug naar huis."
Evert schudt zijn hoofd, en pakt voorzichtig haar handen vast. Haar woorden waren weliswaar als een bevel gevormd, haar stem is zo zacht en breekbaar dat hij geen seconde twijfelt. Ze moet dit doen. Met haar handen in de zijne wacht hij tot ze naar hem kijkt. "Fen, je kan dit. Het is doodeng, ik weet het. Maar je gaat daar gewoon naar binnen. En dan ga je vertellen wat er allemaal aan de hand is. En dat klinkt vreselijk nu, maar het komt goed. Het komt allemaal goed, echt." Haar bruine ogen zijn strak op hem gericht. Zijn rust werkt enigszins kalmerend, maar niet voldoende. "Ik ga echt niet." Protesteert ze zwakjes. Hij legt een hand op haar gezicht en strijkt zachtjes met zijn vingers over haar wang. "Het komt goed. Ga nou maar. Ik kom je halen als je klaar bent, oké?"
YOU ARE READING
Laat Me Gaan
FanfictionJust because I let you go, doesn't mean I wanted to. Just because I left, doesn't mean I didn't love you.