Hoofdstuk 10

299 25 12
                                    

Verrast draait Fenna zich om. "Bram?!" Ze glimlacht. Hij omhelst haar. Als hij loslaat kijkt hij haar verbaasd aan. "Wat doe je hier? Waarom heb je niet gezegd dat je terug was?" Fenna kijkt hem schuldbewust aan. "Ik ben niet terug," geeft ze dan toe. Bram volgt het niet meer. Hij kijkt naar haar. "Maar je bent toch hier? Ik snap je niet, Fen." Ze zucht. "Ik doe vrijwilligerswerk in een verpleeghuis in Zeeland. De broer van een van de vrouwen daar is overleden. Hij woonde hier en de begrafenis was ook hier. Zij kon niet zonder begeleiding hierheen, dus ik heb aangeboden mee te gaan." Bram knikt. "Maar je bent nu hier? Waarom heb je ons niet iets laten weten? We missen je allemaal!"

Fenna bijt op haar lip. Dit is precies waar ze bang voor was. Gelijk nadat ze had aangeboden mee te gaan hierheen had ze spijt gehad. "Ik wilde niet weer afscheid hoeven te nemen." Vertelt ze Bram. Hij haalt zijn hand door zijn krulletjes. "Dus je dacht dat je beter in het geheim hier kon zijn, en dan weer vertrekken?" Fenna knikt langzaam. Als hij het zo hardop zegt klinkt het inderdaad best stom. "Ik wilde het niet moeilijk maken," probeert ze zichzelf nog te verdedigen.

Bram kijkt Fenna aan. Ze is nauwelijks veranderd in het jaar dat ze weg is geweest. Haar haren zijn wat langer, ze is wat dunner, maar verder is ze dezelfde Fenna. "Ga met mij mee naar huis. Evert en Liselotte komen vanavond eten, kom gewoon mee." Fenna schudt gelijk haar hoofd. "Dat kan niet, Bram, sorry." Hij hoort in haar stem dat ze het meent, toch legt hij zich er niet bij neer. "Waarom dan niet?" Ze houdt haar mandje met boodschappen omhoog. "Ik moet terug naar mevrouw Den Hartog, die is nu alleen." Bram zucht. "Wanneer ga je terug naar Zeeland?" Vraagt hij dan zachtjes.

"Morgenochtend." Fenna ontwijkt Brams blik. Bram raakt haar arm even aan. "Kom terug, Fen. Alsjeblieft." Ze schudt haar hoofd. "Het is beter als ik weg ben, Bram." Wild schudt Bram zijn hoofd. "Lies en ik missen je, Evert is doodongelukkig en chagrijnig. Voor wie is dit fucking beter, Fenna? Voor jezelf? Dat is zo facking egoïstisch." Fenna bijt hard op de binnenkant van haar lip. Dit wilde ze niet horen. Het maakt haar schuldgevoel alleen maar groter. Ze weet dat ze bij haar besluit moet blijven. Iedereen is in elk geval veilig nu. Dat is het belangrijkste. Ze kijkt Bram aan. "Het spijt me, het spijt me echt, Bram." Ze vecht tegen de tranen die ze achter haar ogen voelt branden. Hij knikt. "Wat jij wil. Doei dan." Even blijft hij haar nog gefrustreerd aankijken, dan trekt hij haar toch in een omhelzing. Hij snapt niet wat ze doet, maar hij wil wel afscheid nemen. "Doei Brammetje," ze forceert een glimlach.

Evert kijkt Bram met grote ogen aan. Hij opent zijn mond om wat te zeggen, maar er komen geen woorden. Hij is sprakeloos. Liselotte, die naast hem zit, vindt haar stem eerder terug. "Ze is hier?" Vraagt ze dan. Bram knikt. "Nu. Morgen gaat ze weer." Evert zucht diep. "Weet je waar ze is? Ik wil haar zien." Bram schudt zijn hoofd. Hij heeft geen idee waar Fenna nu is, maar zelfs als hij het wist zou hij het niet aan Evert vertellen. Fenna was zo afstandelijk, en er zo van overtuigd dat ze weer weg moet, dat Bram niet het idee heeft dat het nuttig zou zijn als Evert haar zou zien nu.

"Dan bel ik haar. Dit kan ze niet maken." Evert vist zijn telefoon uit zijn broekzak. Liselotte en Bram kijken elkaar even aan. Liselotte legt haar hand op Everts arm. "Doe nou niet, dit gaat niet helpen." Zegt ze dan. Evert kijkt haar kwaad aan. "Fenna is hier. Ik wil haar zien." Hij scrolt door zijn contacten tot hij bij 'Fenna Kremer' komt. Liselotte houdt hem nog even tegen. "Als ze je wilde zien had ze zelf wel gebeld, Evert." Ze probeert het zo subtiel mogelijk te brengen, maar subtiliteit is nooit haar sterkste kant geweest.

Bram ziet het verdriet en de wanhoop over Everts gezicht schieten. Eventjes is er ook woede. Evert staat op. Hij balt zijn handen tot vuisten, en even heeft hij de neiging hard tegen de muur te slaan, maar hij houdt zich in. Hij kijkt Bram en Liselotte aan. "Ik wil weten waarom ze dit doet. Ik ga haar bellen. Ik wil dat ze het uitlegt. Ik wil, ik wil..." Hij zucht en gaat weer zitten. "Ik mis haar," fluistert hij dan. "En nu blijkt ze verdomme hier te zijn. Ik wil haar alleen maar even zien." Hij loopt naar de gang, dit wil hij alleen doen. Dan drukt hij op het telefoonicoontje naast Fenna's naam. Na een halve minuut laat hij zijn telefoon zakken. Voicemail. Hij zucht, maar na even twijfelen spreekt hij een bericht voor Fenna in.

Laat Me GaanWhere stories live. Discover now