Hoofdstuk 8

317 26 37
                                    

Na een halfuur gelopen te hebben, snapt Evert opeens waar ze heengaan. "De begraafplaats?" Vraagt hij voorzichtig. Fenna ademt diep in. "Ik vertrek morgenochtend en ik wilde nog langs de graven van Menno en mijn vader." Evert knikt. Dat is altijd al belangrijk voor haar geweest. "Wil je dat ik wegga?" Vraagt hij dan. Ze haalt haar schouders op, en schudt dan haar hoofd. "Wil je blijven?" Hij pakt voorzichtig haar hand. "Natuurlijk." Hij houdt haar hand een tijdje vast, haar smalle, koude vingers tegen zijn handpalm. Zo vertrouwd en toch zo vreemd.

Bij haar vaders graf heeft Fenna maar even nodig. Ze is er de afgelopen dagen wel vaker langs geweest, ze heeft toen alles al verteld, alles gezegd. Ze legt haar hand even op de steen en zucht dan diep. "Vaarwel pap," fluistert ze. Een traan loopt over haar wang. Ze staat op en loopt dan langzaam door naar Menno's graf. Evert volgt haar zonder iets te zeggen. Even legt hij zijn hand op haar rug. Ze is dankbaar voor zijn steun, ze vindt het fijn dat ze toch nog even zo met hem kan zijn. Ook bij Menno's graf heeft Fenna niet veel tijd nodig. Ze knielt voor de steen en legt haar hand erop. Ze denkt na over alles wat Menno voor haar betekend heeft, alles wat hij haar heeft geleerd. "Dankjewel," mompelt ze. Ze zucht diep, wrijft even over de steen, en staat dan weer op.

"Evert?" Fenna kijkt hem met een serieuze blik aan. "Wil je me iets beloven?" Hij knikt meteen. Hij zou alles voor haar doen. Ze bijt even op haar lip en haalt diep adem. "Vergeet me. Vergeet waarom je me hebt gehaat en waarom je van me hebt gehouden. Alles waar je je aan hebt geïrriteerd, alles wat je leuk vond. Die zondagochtenden waarop we zo lang samen in bed lagen. Dat weekje weg met de meisjes. Hoe kwaad je kon worden als ik overal mijn spullen in je huis liet slingeren. Dat je stiekem al verliefd was op mijn koffiezetapparaat terwijl je mij nog haatte. Vergeet alles wat we samen hebben gedaan, alles wat we samen hebben meegemaakt." De tranen lopen over haar wangen. "Vergeet me, alsjeblieft. Dat maakt het makkelijker."

Evert kijkt Fenna met grote ogen aan. "Nooit." Protesteert hij zacht. "Ik ga je nooit vergeten, Fenna Kremer. Ik kan je toch niet vergeten?" Ook hij heeft moeite met het bedwingen van zijn tranen. Ze zucht diep. "Alsjeblieft, Evert. Het is ook beter voor jou. Ga verder met je leven, je verdient zo veel meer. Je verdient het om gelukkig te zijn." Hij slikt en schudt zijn hoofd. "Ik kan toch niet verder zonder jou? Ik kan niet gelukkig zijn zonder jou, Fenna. Blijf gewoon." Ze richt haar blik omhoog en veegt de tranen van haar wangen. "Dat kan je wel. Juist zonder mij. Het is beter zo, Evert. Als ik morgen wegga, vergeet me, en word dan gelukkig."

Een traan rolt langs Everts wang naar beneden. "Dat kan ik niet, Fenna. Ik hou van je." Door zijn woorden voelt Fenna haar hart steken. "Ik ook van jou," fluistert ze. Hij sluit haar in zijn armen en houdt haar vast. "Waarom-waarom heb je dan.. ons? Waarom moet je weg? Ik snap het niet, Fenna. Blijf gewoon hier, dan kunnen we samen verder." Ze slaat haar armen om hem heen en houdt zich stevig aan hem vast. "Dat kan niet, Evert. Het is beter als ik wegga, echt. Het is beter als je me vergeet. Laat de herinneringen vervagen, tot je het allemaal vergeten bent."

Evert houdt Fenna een tijd lang dicht tegen hem aangedrukt. Na een paar minuten begint ze zacht te snikken. Nog steeds houdt hij haar vast. Ze huilt tegen hem aan, ze kan het niet meer tegenhouden. Voorzichtig wrijft hij over haar rug. Hij zegt niks, hij kan niks zeggen. Zijn eigen tranen stromen ook over zijn wangen bij de gedachte dat hij, als hij Fenna straks loslaat, ze echt weggaat, en niet meer terugkomt. Uiteindelijk maakt ze zichzelf los. Twee paar betraande ogen kijken elkaar aan. Ze voelen beiden dat dit het moment is dat ze afscheid moeten nemen. Fenna probeert nog even naar Evert te glimlachen. Hij legt zijn handen op haar schouders, om haar nog iets langer tegen te houden. "Ik hoop dat je gelukkig wordt, Fen. Het gaat niet met je hier, dat zie ik ook. En ik vind het vreselijk dat je gaat, maar als het ervoor zorgt dat jij gelukkig wordt, dan is het het waard. Je verdient het, Fenna." Ze bijt op haar lip en aait zacht over zijn wang. "Laat me gaan, Evert." Hij laat haar langzaam los. Een paar seconden kijken ze elkaar nog aan, dan draait ze zich om en loopt ze weg.

Laat Me GaanWhere stories live. Discover now