Hoofdstuk 19

307 24 7
                                    

Fenna opent langzaam haar ogen. Fel licht komt uit tl-buizen aan een strak, wit plafond. Alles is wazig. Ze knippert een paar keer met haar ogen, en dan verschijnt ineens Evert in haar blikveld. Ze ziet zijn mond bewegen, maar het duurt lang voordat haar hersenen het geluid registreren. Ze probeert rechtop te gaan zitten, maar zakt terug als pijn zich door haar lijf verspreidt. Ze kreunt zachtjes, en kijkt op naar Evert. Hij heeft zijn hand op haar hoofd gelegd, met zijn duim aait hij zacht over haar voorhoofd. Ze slikt en haalt een paar keer diep adem. "Hey," fluistert ze dan. Ze staat op het punt om te vragen wat er gebeurd is, maar dan flitsen er wat beelden voorbij. Het donkere huis, het glimmende wapen, Everts geschokte blik.

"Fen..." Evert zucht diep. Hij heeft geen woorden voor de opluchting die hij nu voelt. Hij was zo bang geweest dat hij haar kwijt was. Hij glimlacht even naar haar. "Hoe voel je je?" Ze probeert na te denken, maar haar brein is traag. "Duf," mompelt ze als antwoord op Everts vraag. Hij knikt. "Geen pijn?" Langzaam schudt ze haar hoofd. Weer probeert ze wat rechterop te gaan zitten. Dan voelt ze ineens wel pijn. "Schouder," kreunt ze zacht. Evert gaat op de rand van haar bed zitten. "Ze hebben geopereerd om de kogel te verwijderen. Het gaat wel even duren voor je daarvan hersteld bent." Fenna knikt vermoeid. "En de tweede kogel?" Ze heeft vooral last van haar rechterschouder, maar ze kan zich nog wel een tweede schot herinneren. Evert glimlacht om haar relatieve scherpte. "In je zij. Je hebt veel bloed verloren, maar gelukkig alleen weefsel geraakt."

Fenna sluit haar ogen eventjes. Dan kijkt ze weer naar Evert. "Ben jij oké?" Ze observeert hem aandachtig. Hij lijkt een beetje bleek, en hij ziet eruit alsof hij gehuild heeft. Met grote ogen kijkt ze hem aan, en dan pakt ze zijn hand. Hij glimlacht naar haar. "Je hebt de kogels voor me opgevangen, Fenna. Ik dacht.. ik dacht even dat ik je kwijt was." Zachtjes knijpt Fenna in zijn hand. "Ik ben net terug, ik was niet van plan zo snel weer weg te zijn." Ze glimlacht even naar hem. Hij knikt. "Wil je me alsjeblieft nooit meer zo laten schrikken?" Fenna ziet de bezorgdheid op zijn gezicht, maar toch schudt ze haar hoofd. "Ik zou het zo weer doen. Het was geen moeilijke keuze, Evert."

Evert kijkt naar Fenna. Zo bleek, en zo smal in het ziekenhuisbed. En toch vertelt ze hem met zekerheid dat ze dit nog een keer zou doen als het nodig was. Ze is bijzonder, en stiekem houdt hij nog steeds zo veel van haar. Hij knijpt zachtjes in haar hand. Ze glimlacht naar hem, maar hij ziet de vermoeidheid in haar ogen. "Ik zal je met rust laten." Hij laat haar hand los, en staat langzaam op. Ze schudt haar hoofd en pakt zijn pols. Ze trekt hem terug op het randje van haar bed. "Ik vind het fijn als je er bent." Evert glimlacht. Ze is open, en zachtaardig nu. Hij weet dat het door de enorme hoeveelheid medicatie die in haar is gepompt komt, dat ze zodra alles is uitgewerkt weer terug naar haar gesloten zelf gaat, maar hij kan het niet helpen dat hij dit wel even heel fijn vindt.

Voorzichtig opent Liselotte de deur. Bram, die over haar schouder meekijkt, ziet dat Fenna wakker is, en rechtop zit. Hij lacht opgelucht. Zodra hij en Liselotte Fenna begroet hebben, kijkt hij haar met een grijns aan. "Je bent wel lekker bezig deze week, hè?" Verontwaardigd kijkt ze hem aan, dan lacht ze zachtjes. "Zijn schuld." Ze wijst naar Evert, die zijn handen omhoog houdt. "Zij sprong voor die kogel." Glimlachend kijken ze elkaar aan. "Hij had het niet door, ik moest toch iets," kaatst ze dan terug. Bram lacht om het duo. "Eigenlijk zijn jullie samen heel lekker bezig deze week?" Vat hij samen. Fenna knikt, zacht lachend.

Als Fenna even later in slaap is gevallen, en Bram wat te eten halen is, kijkt Liselotte naar Evert. "Wat was ze opgewekt." Hij zucht, en knikt. "Wen er maar niet aan," mompelt hij. "Ze hebben zo veel medicatie tegen de pijn ingespoten dat ze volgens mij ontzettend high is. Ik denk dat ze morgen gewoon weer terug is naar zichzelf." Liselotte knikt langzaam. "Ik mis deze Fenna," geeft ze dan zacht toe, "de-de zachte, vrolijke, open Fenna." Evert kijkt haar aan. Hij haalt zijn schouders op. "Die Fenna is er nog, ergens diep vanbinnen. Ik weet gewoon niet wat we moeten doen om die weer terug te krijgen. Ik weet niet hoe we haar moeten helpen." Hij zucht, en laat zijn gezicht in zijn handen rusten. Haar helpen is alles wat hij op dit moment wil.

Laat Me GaanWhere stories live. Discover now