Hoofdstuk 14

310 25 10
                                    

Evert staart naar Fenna, die geconcentreerd aan het werk is. Ze is al twee weken terug, maar hij kan er nog steeds niet aan wennen dat ze echt weer hier is. Het is heerlijk om haar terug te hebben, maar hij heeft wel door dat ze anders is, dat het jaar dat ze weg is geweest iets met haar gedaan heeft. Ze wil er niet zo veel over praten, maar ze heeft wel kleine stukjes verteld. Hij weet dat ze in Frankrijk is geweest, en dat ze lang over de reis terug heeft gedaan. Het is duidelijk dat alles wat ze heeft gedaan haar veranderd heeft. Ze is nog geslotener, terwijl ze tegelijkertijd ook weer wat van de zachtheid en betrokkenheid van de oude Fenna terug heeft gekregen. Soms ziet Evert die blik in haar ogen, dezelfde blik die hij ook had gezien toen ze net terug was. Hij weet nog steeds niet zeker wat het is, maar het lijkt op verdriet, of pijn. Er is iets mis met haar, hij weet het heel zeker. Hij weet alleen niet hoe hij er met haar over kan praten, of hoe hij haar kan helpen.

Langzaam kijkt Fenna op van haar laptop. Haar ogen vinden die van Evert. "Ik heb een plan," kondigt ze dan aan. Ze zijn bezig met de moorden op drie vrouwen, maar het onderzoek verloopt moeizaam. Ze zijn erachter gekomen dat de vrouwen alle drie uit hetzelfde café met een man mee zijn gegaan, maar meer weten ze niet. Niemand die ze ondervraagd hebben kan zich de man precies herinneren, en de camera die op de uitgang van het café gericht staat werkt al een tijdje niet. "Hm?" Evert kijkt Fenna verwachtingsvol aan. Hij was een beetje sceptisch geweest over haar terugkeer, nadat ze een jaar niks had gedaan, maar ze had bewezen dat ze nog net zo scherp is als ze altijd al was. "Het enige wat we weten is dat ze naar dat café gingen." Het valt Evert op dat Fenna die koppige blik die hij maar al te goed kent op haar gezicht heeft. "Wat nou als ik undercover ga?"

Evert zucht diep. "Is dat echt je beste plan?" Fenna kijkt hem verontwaardigd aan. "Wat is er mis mee?" Hij rolt met zijn ogen. "Die man heeft drie vrouwen vermoord, wie weet waar hij nog meer toe in staat is." Ze kijkt hem aan, "juist daarom. We moeten hem stoppen, voor er nog meer slachtoffers vallen." Evert bijt op zijn lip. Ze heeft een punt, en hij weet het. "Maar," begint hij een nieuw protest, "ik denk niet dat het een goed plan is dat jij dit doet. Je bent net twee weken terug, Fen." Ze kijkt hem aan, met een blik in haar ogen die hij niet kan lezen. "Dus jij denkt dat ik dit niet aankan? Is dat het? Ik kan prima voor mezelf zorgen, Evert." Hij knikt, "dat weet ik, daar gaat het niet om. Maar je bent net terug, het lijkt me beter als je nog even rustig aan doet."

Fenna schuift haar stoel naar achteren zonder op Evert te reageren. Verbaasd kijkt hij haar aan. "Wat ga je doen?" Ze staat op. "Het idee aan Van Zijverden voorstellen. Hij gaat erover." Zonder een reactie af te wachten draait ze zich om en loopt ze richting het kantoor van hun chef. Evert springt op en volgt haar gelijk. Hij gaat dit niet toestaan. Het is niet dat hij Fenna niet vertrouwt, in tegendeel, er is niemand die zo goed is als zij, maar hij wil haar beschermen. Hij wil voorkomen dat er iets met haar gebeurd. Hij heeft haar net terug, hij wil haar niet weer kwijtraken.

Van Zijverden kijkt naar de rechercheurs voor hem. Beiden hebben ze hem precies uitgelegd wat zij vinden, nu willen ze dat hij bepaalt wat ze gaan doen. Hij denkt even na, maar eigenlijk vindt hij het geen lastige keuze. "Ik wilde het zelf niet voorstellen, Fenna, omdat ik je niet wilde dwingen, maar als je het zelf wil dan lijkt dit me wel het beste plan." Evert zucht gefrustreerd. "Ongelofelijk!" Hij schudt zijn hoofd. "Weten jullie wel hoe veel risico's er aan dit plan zitten? Ik ben het hier niet mee eens, absoluut niet." Fenna zegt niks, maar ze kijkt Van Zijverden vragend aan. Hij knikt, en kijkt naar Evert. "Als jij hier niet aan mee wil werken is dat prima, dat is volledig jouw keuze." Wild schudt Evert zijn hoofd. "Als dit absurde plan doorgaat dan ga ik er alles aan doen om te zorgen dat het goed gaat." Hoe zeer hij het er ook niet mee eens is, hij wil in elk geval wel zorgen dat Fenna veilig is.

Fenna knikt tevreden. Ze vertrouwt Evert, en ze vindt het fijn dat hij toch wel meewerkt. Stiekem vindt ze het een behoorlijk eng idee om dit te doen, maar ze moet wel. Ze moeten deze moordenaar oppakken, en als zij daarbij wat risico loopt, is dat niet het ergste wat kan gebeuren. Ze is blij dat Evert er is, hij is goed in dit soort operaties. Als hij dit leidt weet ze dat ze veilig is. Ze kijkt naar hem en glimlacht eventjes. Hij legt zijn hand even op haar schouder, als teken dat hij, nu dit plan doorgaat, wel achter haar staat.

Laat Me GaanWhere stories live. Discover now