Evert is die middag eerder thuis, zoals hij Fenna beloofd had. Het had even geduurd voordat hij Van Zijverden overtuigd had, maar omdat ze geen dringende zaak hebben, en Evert had beloofd de volgende dagen extra hard aan zijn dossiers te werken, vond zijn chef het oké. Daarom draait hij om half vijf al de sleutel in het slot om, en loopt hij zijn huis binnen. Brecht zit op de bank tv te kijken, en kijkt verstoord op als Evert haar een kus op haar hoofd geeft. Als hij doorloopt naar de keuken, ziet hij Fenna en Nynke samen aan tafel zitten. Evert geeft ook Nynke een kus op haar hoofd, en legt zijn hand op Fenna's rug. Als hij naar het papier op tafel kijkt, ziet hij dat het Nynkes huiswerk voor Frans is. Blijkbaar is Fenna haar aan het helpen. Dat is op zich geen verassing, hij vermoedt dat Fenna's Frans na een halfjaar in Frankrijk behoorlijk goed is. Het verrast hem vooral dat Fenna hiermee bezig is nu. Vanochtend was ze nauwelijks aanspreekbaar door verdriet, nu is ze zijn dochter aan het helpen. Het is zo onzelfzuchtig, zo zorgzaam en zo lief, dit is de Fenna waarop hij verliefd is geworden.
Fenna voelt hoe Evert zachtjes over haar rug wrijft terwijl hij met Nynke praat. Hun woorden gaan langs haar heen, ze keert weer terug in haar eigen gedachten. Vandaag is zwaar, het lijkt wel zwaarder dan andere jaren. Alle pijn en al het verdriet komt weer boven, net zo heftig als ze het voelde toen haar vader net was overleden. En het gaat maar niet weg. Ze had gehoopt dat Nynke en Brecht haar aandacht wel af konden leiden, maar zelfs dat lukt niet. Ze probeert niet te laten merken aan de meisjes dat ze zo veel verdriet heeft, en het lijkt wel redelijk te lukken. Alleen Evert weet het, en zijn hand op haar rug maakt haar nu zo emotioneel. Ze vindt het lief, het voelt fijn, maar tegelijkertijd heeft ze ook het gevoel dat ze in tranen uit kan barsten, en dat wil ze niet.
Evert is bezorgd om Fenna, haar gezicht staat nog steeds zo strak, en het verdriet is nog steeds zichtbaar in haar ogen. Ze houdt zich voorlopig sterk. Evert weet dat dat op zich niks zegt, dat ze zich dan alsnog vreselijk kan voelen. Maar met zijn dochters erbij wil hij er niet naar vragen. Pas na het eten is hij even met Fenna alleen. Ze is aan de keukentafel achtergebleven terwijl de meisjes voor de tv zijn gekropen. Ze staart voor zich uit, en lijkt helemaal in zichzelf gekeerd te zijn. Evert ruimt de keuken op, en gaat dan naast haar zitten. Ze draait naar hem toe. "Ik wil naar zijn graf," zegt ze dan zachtjes. Evert knikt, die had hij al aan zien komen. "Zal ik je brengen?" Vraagt hij haar. Ze schudt haar hoofd. "Ik wil even alleen zijn." Ze wendt haar blik af. Hij snapt het, haar verdriet is iets persoonlijks, dat heeft ze nooit met hem willen delen. Hij vraagt zich nu wel af of het verstandig is om alleen naar de begraafplaats te gaan, ze is nog zo zwak. Maar hij gaat niet tegen haar in. Ze moet haar eigen beslissingen maken. Hij pakt haar hand vast, en aait even over haar handpalm. "Bel me als het niet gaat, oké?" Fenna knikt, en staat dan langzaam op. Ze ziet er zo verdrietig en breekbaar uit dat Evert zichzelf niet tegen kan houden. Hij staat op, en trekt haar in een omhelzing. Hij wrijft over haar rug, en drukt een zachte kus op haar hoofd. Dan laat hij haar weer los. Een traan valt op haar wang. "Dankjewel," ze glimlacht even naar hem.
Fenna is rond een uur of zeven richting de begraafplaats gegaan, in de twee uur die daarop volgen speelt Evert spelletjes met zijn dochters, en brengt hij ze naar bed. Dan pas heeft hij weer tijd om aan Fenna te denken. Hij kijkt even naar de klok, hij verwacht haar inmiddels wel weer terug. Hij gaat op de bank zitten en zet de tv aan, maar zijn gedachten blijven terug naar Fenna gaan. Hij wil haar zo graag helpen, hij wil zo graag wat van haar verdriet wegnemen, maar dat kan niet. Ineens begint het hard te regenen, de druppels slaan tegen zijn ramen. Hij houdt zijn telefoon in de gaten, Fenna heeft een hekel aan regen, en hij verwacht dat ze hem wel zal bellen om haar te komen halen. Dat gebeurt niet. Op een gegeven moment is Fenna ruim twee uur weg. Evert begint nu wel ongerust te raken. Hij probeert Fenna zelf te bellen, maar ze neemt niet op. Hij zucht, en probeert rustig af te wachten; Fenna is een sterke, onafhankelijke vrouw, die redt zichzelf echt wel even. Maar het is inmiddels half tien, het begint donker te worden, en de regen blijft maar vallen.
Tien minuten later zit Evert in de auto, op weg naar de begraafplaats. Onbewust rijdt hij harder dan de bedoeling is, hij is bezorgd om Fenna. Normaal gesproken was regen altijd een reden om zo snel mogelijk weer naar huis te komen. Hij parkeert zijn auto, en gaat dan op zoek naar het graf. Hij is er niet vaak geweest, Fenna wilde meestal alleen zijn als ze het graf van haar vader bezocht. Ze had hem ooit geprobeerd uit te leggen dat ze haar verdriet zelf moest verwerken, en hij had het geaccepteerd. Nu loopt hij in de stromende regen, in het schemerdonker, op de begraafplaats, op zoek naar iemand van wie hij niet weet of ze hem überhaupt wel hier wil hebben.
YOU ARE READING
Laat Me Gaan
FanfictionJust because I let you go, doesn't mean I wanted to. Just because I left, doesn't mean I didn't love you.