Evert trekt droge kleren aan, en gaat dan naar beneden. Daar wacht hij tot de geluiden van de douche stoppen. Dan vult hij de waterkoker, en zet hij thee. Hij gooit veel suiker in de mok, en roert tot alle korreltjes zijn opgelost. Hij wacht nog heel even, maar dan loopt hij toch terug naar boven. Voor de deur van de logeerkamer aarzelt hij even, dan klopt hij zacht. Zonder op antwoord te wachten opent hij langzaam de deur. Fenna zit op het bed, de dekens over haar benen opgetrokken. Ze heeft een shirt met lange mouwen aangetrokken, en haar haren in een staartje samengebonden. Evert ziet de druppels vanuit het staartje in haar nek vallen, maar ze lijkt er weinig last van te hebben. Ze staart voor zich uit, haar blik is leeg. Evert sluit de deur achter zich, en loopt dan richting het bed. Hij geeft haar de mok met thee. Ze klemt haar handen eromheen. Haar vingers zijn nog steeds koud, maar door de hete mok warmen ze langzaam op.
Fenna probeert haar gedachten te stoppen, en op Evert te focussen. Ze kijkt hem aan, en ze ziet hoe bezorgd hij is. Toch zegt hij niks. Ze is hem dankbaar daarvoor. Ze moet haar gedachten op een rijtje zetten, ze is hem een uitleg verschuldigd, dat weet ze, maar eerst moet ze het zelf proberen te verwerken. Langzaam steekt ze haar hand naar hem uit. Zo probeert ze hem te laten weten dat ze het fijn vindt dat hij er is, dat ze niet wil dat hij weggaat. Ze kan de woorden niet uitspreken, maar ze hoopt dat hij het snapt. Als hij haar hand vastpakt, met zijn beide handen, weet ze dat het goed is. Hij aait zacht met zijn duim over haar hand, en even is dat alles wat belangrijk is.
Lange tijd zit Evert in stilte naast Fenna. Hij houdt haar hand vast, en geeft haar verder alle ruimte. Hij heeft veel vragen over wat er vanavond gebeurd is, maar hij wil haar ook niet dwingen om te praten als ze daar niet klaar voor is. Daarom zit hij nu maar naast haar, zonder iets te zeggen. Uiteindelijk kijkt ze naar hem op. "Sorry," fluistert ze. Hij kijkt recht in haar bruine ogen. "Mag ik iets vragen?" Hij probeert voorzichtig, en rustig met haar te zijn, en het werkt. Ze knikt, langzaam. Hij knijpt zacht in haar hand. "Bij het graf, toen je zei dat het je spijt en dat het jouw schuld is, wat bedoelde je daarmee?" Hij ziet haar gezicht verstrakken, en hij hoopt dat hij niet te ver gegaan is.
Fenna haalt diep adem. Even schiet het door haar hoofd dat ze hem alles waar ze het lastig mee heeft kan vertellen. Snel verdringt ze die gedachte. Dat kan niet, dat gaat te ver. Opnieuw haalt ze diep adem, hij heeft wel het recht om te weten wat er vanavond is gebeurd. Ze bijt op haar lip, en probeert in gedachten te bedenken wat ze hem hierover kan vertellen. De tranen beginnen nu al weer over haar wangen te stromen. Hortend en stotend vertelt ze hem dan hoe ze nog steeds het gevoel heeft dat de dood van haar vader haar schuld is, hoe ze vindt dat zij het had moeten voorkomen. Ze vertelt zacht over het enorme schuldgevoel waar ze nog steeds last van heeft.
"Oh, Fen..." Evert grijpt haar hand wat steviger vast. Dichterbij durft hij nu niet te komen. Als ze kwetsbaar is, heeft ze meestal de neiging om nog afgeslotener te reageren dan anders. Hij kijkt haar aan. "Ik wist niet dat je hier nog steeds zo mee zat..." Hij zucht. Hij dacht dat ze dit uiteindelijk – met hulp van Menno – behoorlijk goed had verwerkt. "Het is niet jouw schuld hè? Echt niet." Probeert hij haar te overtuigen, maar ze schudt gelijk haar hoofd. "Als ik niet tegen Floris had gelogen... En wat nou als ik eerder thuis was geweest? Of-Of als ik beter op had gelet. En ik-ik heb gereanimeerd, maar..." Haar tranen zorgen ervoor dat ze niet verder kan praten.
"Hé.. Fenna..." Evert schuift iets dichter naar haar toe. Voor hij het weet vliegt ze in zijn armen. Met haar hoofd op zijn schouder huilt ze hevig. Hij wrijft over haar rug, en probeert de juiste woorden te bedenken. "Je hebt gedaan wat je kon, Fen. Echt. Het is niet jouw schuld dat je vader dood is. Jij hebt hem niet vermoord." Hij houdt haar stevig vast. "Het is echt niet jouw schuld." Herhaalt hij zacht. Ze schudt haar hoofd en begint aan een nieuw protest, maar haar woorden worden gesmoord door het snikken, en de stof van zijn shirt. Evert zegt niks meer. Hij wrijft over haar rug en houdt haar stevig vast. Hij laat haar huilen, misschien is het wel goed. Al het verdriet even uit haar lichaam. Langzaam wordt ze rustiger. Ze maakt zich niet los uit zijn omhelzing, ze blijft dicht tegen hem aan leunen. Uiteindelijk voelt Evert hoe haar ademhaling vertraagt. Ze is in slaap gevallen in zijn armen.
YOU ARE READING
Laat Me Gaan
FanfictionJust because I let you go, doesn't mean I wanted to. Just because I left, doesn't mean I didn't love you.