Hoofdstuk 16

197 19 2
                                    

POV Taylor.
Ik word op de grond geduwd door de enorme schokgolf en ik kreun een beetje maar de pijn is al binnen enkele seconde weg. Ik sta op en ik kijk om me heen. Ik zie Gabriel, Gideon, Kéziah, Henry, Cloe, Zack en Rick die ook snel op staan. Hoewel Kéziah wel al recht overeind stond maar hij is dan ook de enige.

"Jullie moeten echt eens leren jullie balans te houden. Het ziet er raar uit als je telkens valt." Zegt Kéziah en ik rol met m'n ogen. Deze denkt wel dat hij wat is. "Kéziah zouden we ook niet moeten uitkijken voor gevaarlijke demonen die niet naar je luisteren?" Vraagt Cloe en Kéziah kijkt naar haar.

"Ja, nu de poort open is waarschijnlijk wel. Ik hoop dat we ze niet tegen komen maar alsnog. Dood ze niet zomaar want ze zouden me ook kunnen steunen." Zegt Kéziah en Cloe trekt haar wenkbrauw omhoog. "En wat als ze nou doen alsof?" Vraagt ze en Kéziah kijkt bedenkelijk.

"Ja daar zal je nog wel eens gelijk in kunnen hebben. We kijken wel." Zegt hij en we lopen verder de straat op. Het is best wel druk op straat en Kéziah kijkt veel rond.

"Ik vond de vorige stad leuker." Zegt hij met een verveelde stem en ik zucht. "Oké... ik heb een idee. Ik, Gideon, Rick, Zack en Taylor gaan met mij mee en dan ga jij met Gabriel en Henry de andere kant op. Kijken of er wat raars of opvallends is dat jullie zien." Zegt Cloe tegen Kéziah en hij knikt.

"Klinkt als een plan. Ik zeg ja. We zien jullie rond de avond weer bij jou huis. Ik spoor je op." Zegt Kéziah en Cloe knikt.

We lopen van elkaar vandaan en we zwaaien Henry, Kéziah en Gabriel gedag.

POV Kéziah.
De kleine siroop deed dat gewoon expres! Ze stuurt mij met Gabriel om met hem te kunnen praten. Ach ja... Henry is erbij dus ik hoef niks te zeggen. Gabriel en ik hebben helemaal niet veel meer gepraat. Ik probeerde hem te ontlopen denk ik. Ik weet dat hij het toch moeilijk had met het verlies van Russel en om dan meteen iets met mij te beginnen. Hm, ik wist het niet.

We lopen langs een paar winkels tot we bij een klein café komen. "Yes koffie!" Roept Henry en ik tik hem aan met een gezicht. "Ohw kom op Kéziah, we zijn weer terug in een wereld waar we ons hele leven zowat in hebben gewoond." Zegt Henry en ik kijk hem raar en bedenkelijk aan.

"Wacht eens Henry. Hoe zit het eigenlijk met jouw ouders?" Vraagt Gabriel en nu komt er een vraagteken boven mijn hoofd te staan. "Nou ik heb niks van me laten horen na mijn verandering dus ja, ze zullen me wel als vermist hebben opgegeven. Ach! Dat is al meer als 20 jaar geleden." Zegt hij grinnikend en Gabriel houd hem tegen wanneer hij verder wil lopen.

"Ho eens even... dus jij bent liever de prins van de onderwereld dan dat je weer bij je familie bent?" Vraagt Gabriel en Henry haalt z'n schouders op. "Het zal raar zijn he. Zou ik dan niet al iets van 40 moeten zijn? Ze zien me al aan komen." Zegt hij lachend.

The Siroop ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu