Part 1

1.7K 51 0
                                        

    

    

"Gaan jullie weer weg." vroeg ik toen ik de koffers in de gang zag staan. "Het is maar voor een maand, Je red het wel." zei mijn moeder terwijl ze een kus op mijn voorhoofd drukte. De tranen sprongen in mijn ogen en ik forceerde een glimlach terwijl ik me groot probeerde te houden. Mijn moeder liep langs mij heen de trap op. Dit gebeurde elke keer, als ik beneden kwam voor een ontbijt zag ik de koffers in de gang staan. Ik liet me op de bank vallen, mijn dagelijkse - ik eet wel een cracker - ontbijt had ik nu geen zin meer in. De bel ging en ik hoorde mijn moeder van boven schreeuwen dat ik de deur open moest doen. Met een rustig tempo loop ik naar de deur, om de deur waarschijnlijk te openen voor een van Owens vrienden. En gelijk als ik de deur open doe zie ik er dan ook al twee staan. Nils en Daan, de enige die altijd samen komen. Ze begroeten me beide en zetten hun koffers in de gang nadat ik ze binnen had gelaten. "Waar is Owen." Ik haal mijn schouders op. Er wordt een hand op mijn schouder gelegd. "Is alles goed?" een bezorgde stem was de stem die tot Nils behoorde, Ik knikte kort en slofte daarna de kamer in. Om vijf minuten later weer op te staan om de deur opnieuw open te doen, met deze keer twee stuiterende jongens achter mij. De jongen die voor de deur stond was een stuk groter waardoor ik omhoog moest kijken en ik het gezicht van Rein zag. Hij deed hetzelfde als de twee  andere jongens hadden gedaan. Een aantal minuten later klonk er hard gebonk van uit de gang. Met zijn vieren stonden we in de gang toe te kijken, hoe de koffer van Owen van de trap af was gevallen en alles nu verspreid in de gang lag. De drie jongens begonnen te lachen. Terwijl Owen zijn koffer weer inpakte opende ik de deur voor de laatste gast. Ook Simone, de zangcoach van de jongens, zette haar koffers naast die van de jongens neer en kijkt mij met een doordringende blik aan alsof ze wist wat ik dacht. Met een geforceerde glimlach kijk ik haar aan, waardoor haar blik nog bezorgder wordt. Ik wend snel mijn blik af en help Owen verder met het inpakken van zijn kleren. "Dankje." mompelt hij zacht terwijl hij mij aanstaart met zijn diepbruine ogen. Ik glimlach flauwtjes naar hem en rits de koffer daarna met moeite dicht. Ik wil langs de jongens heen lopen, maar de kluns als ik ben moest wel weer over Owens koffer struikelen, en in de armen van Rein vallen. Terwijl 3 jongens beginnen te lachen maak ik me ongemakkelijk los uit de greep van Rein. "Sorry." mompel ik wat onwennig, en loop dan de woonkamer binnen. Achter mij hoor ik het na gelach van Owen, Daan en Nils en hoe ze ook de woonkamer binnen lopen. "Pas je op dat je niet valt, Megan?" zegt Nils lachend. Een korte steek gaat door mijn hart, ik weet dat hij het als grap bedoelt maar dat kan ik er echt niet bij hebben nu. Ik mompel wat vaags en loop daarna de keuken in. Mijn maag begint te rommelen. Ik negeer het en leg mijn hoofd tegen een van de kastjes aan. "Megan? Het spijt me, het was als grapje bedoelt." Ik wuif Nils' verontschuldiging weg. "Weet ik." mompel ik zachtjes. "Het is misschien raar dat ik het zeg, maar moet je niet wat meer eten, je bent zo mager." Ik wend mijn blik van hem af. Hij weet nu al dat ik mager ben, zonder dat ik het zelf weet. "Of eet Owen alles op?" zegt Nils lachend. Ik schud mijn hoofd. "Ik kom gewoon heel weinig aan." zeg ik. Ik hoor hem kort wat mompelen en zie de wantrouw in zijn ogen, maar hij knikt toch. Ik pak wat drinken uit de koelkast en loop terug naar de woonkamer waar ik nog net de woorden. "... Zo dun." uit Nils' mond zie komen. Owen trekt mij terug de keuken in. "Ben je nog steeds aan het overgeven." ik schudt mijn hoofd. "Het is voor mijn lichaam heel moeilijk om weer aan te komen, na alles." lieg ik. Owen knikt. "Je bent echt ongezond dun Megan, misschien moet je langzaam wat meer gaan eten, want ik weet dat je weinig eet." zegt hij zachtjes. "Hoe weet je dat? Je bent er nooit!" Ik zie hoe hij slikt. "Sorry, het was niet zo bedoelt." zeg ik als hij me gebroken aankijkt. Hij geeft me een knuffel. "Het spijt me zo." mompelt hij tegen mijn schouder aan. "Owen, verman je, alsjeblieft. Ik red me wel. Maak je niet zoveel zorgen." zeg ik lachend. De zoveelste leugen. Hij kijkt lachend terug en trekt me daarna mee naar de woonkamer en drukt me op de bank naast Rein.

It's not ok, Owen Playfair.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu