"Doe maar 3 grote patat met." zegt Kim tegen de man achter de balie, en geeft het gepaste geld aan hem. Ze waren hier al zo vaak geweest dat ze wisten wat het precies kostte. "Zoveel krijg ik nooit op." beide meiden keken mij argwanend aan. "ik heb al wat gegeten voordat jullie er waren." loog ik. De wantrouw in hun ogen lijken te vervagen maar ze houden me nauwlettend in de gaten. We lopen met zijn drieën naar de tafel, en niet veel later komt de man de patat brengen. Terwijl we alle drie langzaam aan onze patat beginnen werpen ze om de minuut een blik op mij. "Hoe zijn de jongens eigenlijk?" ik kijk op van mijn patat. "Ze zijn wel leuk in de omgang, echt zulke Owen types." mompel ik terwijl ik een patatje in mijn mond prop. "dus ze zijn net zo leuk als je broer." geschrokken slaat Romy haar hand voor haar mond. "Dat zei ik niet." zegt ze tegen haar hand aan. "Don't worry, ik zeg niks." Romy haalt opgelucht adem. "maar ik wel." met een grijns kijkt Kim haar aan, terwijl hun in een eindeloze discussie komen gooi ik ongemerkt een aantal patatjes op de grond. De Meiden lijken niks te merken en gaan ongestoord verder met hun gesprek, de neiging om nog meer op de grond te gooien is groot, maar dat zal te veel opvallen. Met een grote tegenzin eet ik de laatste patatjes op en gooi het bakje weg. "Megan? Ga je mee uit vanavond." ik schudt mijn hoofd ik haat uitgaan en dat weten hun ook. "Geen zin." mompel ik kort en met zijn drieën lopen we het cafetaria weer uit. "Dan zien we je morgen?" ik knik kort en geef ze allebei een knuffel. Ik steek de straat over en zij gaan links, en hier worden onze wegen gescheiden, tot morgen dan. Ik haal mijn iPod uit mijn zak en steek beide oortjes in mijn oren, het eerste liedje wat door de iPod galmt is Believe van Justin Bieber. Met een snelle pas loop ik door naar huis waarna het alsnog een kwartier lopen is. Ik richt mijn gezicht op de grond en knal tegen iets of iemand aan waardoor ik op de grond val. Als ik omhoog kijk zie ik een van de populaire kinderen op mijn school. Het groepje waar ik dus niet bij hoor. Ik krabbel snel omhoog en loop langs hem heen tot hij mijn arm pakt. "Laat me gewoon gaan." mompel ik ongemakkelijk. "Ik wilde alleen maar weten of het ging." Hij had een mooie stem. "Gaat wel." Ik trek mijn arm los en loop weer verder terwijl ik mijn oortjes opnieuw in mijn oren doe. Dit keer wel met mijn hoofd vooruit kijkend zie ik mijn huis al staan. Met de sleutel die ik uit de bloempot pak doe ik de deur open en stap daarna het lege huis binnen. Alles ligt nog precies zo als toen ik het verliet. Ik ren de trap op naar de badkamer en zoek tussen alle nog overgebleven tandenborstels naar die van mij. Als ik hem gevonden heb bind ik mijn haar in een knot en laat mezelf boven de wc hangen, Het is nu of nooit. Met de tandenborstel ga ik diep mijn keel in en ik voel het al omhoog komen. Als het eerste spuug eruit is begint mijn mobiel te trillen. Maar het overgeven houdt niet op. Als eindelijk alles eruit is ben ik nog net op tijd om op te nemen. Megan hoe gaat het? Klonk vanaf de andere kant van de lijn. "Goed." ik hoorde een vaag gemompel. Je klinkt raar, ben je ziek? Ik hoorde hoe Owen zich verplaatste. ‘’Heb je overgegeven? Wees eerlijk!’’ Ik zucht. "Ik was misselijk Owen, ga er niet teveel bij denken." ik hoorde een opgeluchte zucht. ‘’Ik bel je morgen weer ok, als het niet meer gaat moet je bellen.’’ Wat wil hij doen dan? Terug komen, de band achterlatend, dat zou hij nooit doen, niet voor zijn zielige zusje. Ik zuchtte, "Is goed spreek je morgen." niet veel later klonk de pieptoon als teken dat hij had opgehangen. Ik spoel de wc door, maak mijn tandenborstel schoon en poets mijn tanden met de andere kant. Nadat ik dat gedaan heb loop ik naar beneden, en eet een kleine cracker. Gewoon omdat mijn maag inhoud moet hebben anders krijg ik enorme buikpijn. Na snel mijn cracker na binnen te hebben gewerkt laat ik me weer op de bank vallen.
Vermoeid open ik mijn ogen, een sterke pijn verspreidt zich in mijn rug. Ik merk dat ik in slaap ben gevallen op de bank. Ik sta op en rek me uit. Op mijn mobiel zijn geen gemiste oproepen en ik wandel naar de keuken. Een grote steek gaat door mijn buik heen, en ik voel mijn hele lichaam verkrampen van de pijn. Ik leg mijn handen op mijn buik. De buikpijn is nog nooit zo erg geweest. Met moeite stap ik de keuken binnen op zoek naar de crackers. Nergens zijn ze te vinden, de enige keuze die ik heb is wat vies en vettigs te eten. Ik strompel naar de chips la en laat me er naast neer vallen. Met walging open ik de zak chips en stop ze een voor een in mijn mond. Na een halve zak op te hebben, laat ik mezelf neervallen zodat ik lig. Nu maar hopen dat de buikpijn over gaat. Na een half uur is de buikpijn eindelijk afgezakt. Ik gooi de chips terug in de la. Ik eet vandaag niks meer. Helemaal niks. Ik sta op en loop weer naar de woonkamer, het is pas 8uur, opnieuw check ik mijn mobiel hopend dat iemand mij interessant vind. Ik zie dat ik 5 gemiste oproepen van Owen heb. Hij belt nooit zo vaak. Hij belt in de avond vraagt hoe het gaat en hangt 3 minuten later weer op. Ik besluit om hem maar terug te bellen. Megan Ben jij dat? "Ja, wat is er?" ‘’Ik belde je, normaal neem je altijd op. De buurvrouw had gebeld, en ze zei dat je op de grond lag, met je ogen dicht, en weetje hoe erg ik me doodschrok. Doe me dit nooit meer aan!’’ Owen's stem klonk heel hysterisch. Waarom lag je op de grond? Vroeg Simone die de telefoon had overgenomen van Owen omdat hij volgens mij een beetje gek ging. Ik zucht. "Ik liep naar de keuken om wat te eten, en toen voelde ik hele erge steken in mijn buik. En het deed zo’n pijn dat ik op de grond ben gaan liggen." Ik hoor hoe Simone opgelucht zucht. Gaat het alweer beter dan? Ik schud mijn hoofd. "Het gaat al weer goed." Leugen na leugen. ‘’Omg Megan, ik was zo bang, Ik wil dat je hier heen komt.’’ Zegt Owen, die de telefoon uit Simone’s handen had gerukt, aan het luide protesteren te horen. Een stilte viel hier in het huis en waar Owen was. Ik hoorde mijn moeder zachtjes iets mompelen wat moest lijken op: we hebben geen plaats. Ze wil me niet bij zich hebben. Plotseling klonk mijn vaders stem door de kamer. ‘’Ze komt hier en ik duld geen tegen spraak, Het is je dochter Marie! Ze was alleen met kerst, haar verjaardag. Ze is genoeg alleen geweest vanaf nu gaat ze mee.’’ Ik hoorde hoe mijn moeder aan het protesteren was. "Het, het hoeft niet hoor." piep ik zachtjes. ‘’We komen je morgen ophalen, zorg dat je spullen klaar staan.’’ Hoorde ik de kille stem van mijn moeder nog zeggen voor dat ze ophing. Verbaasd staarde ik voor me uit. Het eerste wat ik ging doen was naar de buurvrouw, we hadden er gelukkig maar een. Met een lichte zenuw drukte ik op de bel, de vrouw vloog me gelijk om de hals. "Oh meisje toch." ze keek me aan met een glimlach. "je broer heeft net gebeld en alles uitgelegd. Toch bedankt dat je even langs komt, als je hulp nodig hebt met het pakken van je koffer of zo, moet je het zeggen." eenmaal thuis stroomde de tranen over mijn wangen. Ik wil helemaal niet mee, ik wil niet dat ze weten over het feit dat ik weinig tot niks eet. Dat ik het eten wat ik eet, weer uitspuug, en ik wil vooral Simone niet onder ogen komen. Ik besluit om mijn koffer maar gelijk in te pakken, alle kleren die ik heb passen er gemakkelijk in. Ik heb er niet veel omdat er niet genoeg geld wordt achtergelaten voor kleren en eten. En ik daarom al zo lang de zelfde kleren heb. Ik voel de woede in me opborrelen. Nooit hebben ze om me gegeven, nooit had het ze geboeid dat ik alleen thuis was. Nooit namen ze de moeite om te vragen hoe het met mij ging, nooit hebben ze me geholpen met mijn probleem. Ik haal de lamp van mijn nachtkastje en gooi die zo hard als ik kan tegen de muur voor me en laat me dan tegen de muur aanvallen, met mijn knieën opgetrokken, en terwijl er grote snikken uit mijn mond komen staar ik naar de kapotte lamp, hij ligt in duizenden stukken. Zo voel ik me nu ook. Gebroken, niet in staat om me zelf weer tot een te brengen. Ik sla mijn armen om mijn knieën en leg mijn hoofd er daarna op. Waarom nu wel. Nog luidere snikken dan eerst verlaten mijn mond.
