De dagen streken langzaam voorbij. Nils heeft het geen enkele keer meer over die kus gehad en het ook niet nog een keer gedaan. Alleen zijn aanwezigheid maakt mij al gek. De kriebels in mijn buik zijn niet te verklaren, en hij laat me meer dan genoeg keren blozen. Is dit de verliefdheid waar mensen het over hebben, zijn dit die gevoelens die je voor die ene persoon hebt. Als dit verliefdheid is waarom wil ik dit gevoel niet voelen? Waarom vind ik alle kriebels verkeerd? Toen Nils later die dag de woonkamer binnen kwam lopen keek hij iedereen met een glimlach aan om te vertellen dat hij een vriendin had. Iedereen had vrolijk gereageerd en het zou te veel opvallen als ik dat niet zou doen. Zijn vriendin? Was een geblondeerde oranje freak. No lies. Ze giechelt om alles, ze flirt met de andere jongens en het kan Nils niet schelen. En ze heeft de grootste hekel aan mij en Kelly. "Wat een Bitch!" zucht Kelly uit als we onze hotelkamer binnen stappen. "Mee eens. Die geblondeerde oranje freak." mompel ik, Kelly schiet in de lach. "Mag ik wat weten?" Ik haal mijn schouders op en knik. "Vind je Nils leuk?" ik haal mijn schouders op. "Ik weet het niet." ze kijkt me doordringend aan. "Jullie kijken naar elkaar zoals Simone en ik naar elkaar kijken." ik haal mijn schouders op. "Niets is wat het lijkt." mompel ik terug en laat me op mijn bed vallen. "Ik ga me in de badkamer omkleden." ik knik naar haar en graai uit mijn tas mijn shortje en een hempje. Ik kleed me snel om en laat me weer op het bed vallen. Na een aantal minuten komt Kelly de kamer ook weer in. "Welterusten." mompelt ze nog voordat ze het lampje uit drukt.
"Wake up!" iemand beweegt me zachtjes heen en weer. Ik open vermoeit mijn ogen en zie Daan half boven mij hangen. "Kijk ik kan mensen ook normaal wakker maken." mompelt hij tegen Rein, die begint te lachen. "Over twee uur vertrekken we." zegt hij nog voordat hij weg loopt. Als iedereen klaar is en zijn spullen gepakt heeft staan we met zijn allen in de kamer van Daan en Nils. We zouden eerst gaan ontbijten en daarna onze spullen hier ophalen. Naar een zwart busje gaan die ons naar het vliegveld brengt. Mevrouw geblondeerd was al weg gegaan tot opluchting van zes van ons. Kelly, Daan, Simone, Owen, Rein en ik. Nils komt naast me lopen. "Wat mag je vandaag eten?" vraagt hij. "weet ik niet." antwoord ik kortaf. Ik hoor hoe hij zucht. Als iedereen rechtdoor loopt trekt Nils mij in een zijgangetje. "Wat is jou probleem?" vraagt hij kwaad. "Mijn probleem? Moet je horen wie het zegt, meneer laat ik maar even iedereen zoenen." Ik duw hem aan de kant en loop weer achter de anderen aan. Ik loop een stuk achter op de anderen maar voordat ik sneller kan lopen word ik tegen gehouden door Nils. "Je weet dat we niet samen kunnen zijn." zegt hij. "Waarom zoende je me dan, waarom wou je dan mij mijn eerste zoen geven, betekende dat dan helemaal niks, ben ik ontgroend door een klootzak?!" schreeuw ik tegen hem terwijl we verder lopen. De anderen waren er al en keken ons vanaf de verte aan. "Je weet dat het wel iets betekende." sist hij nu. "Waarom deed je het als we niet samen kunnen zijn, je doet me alleen maar pijn weetje." Ik trek mijn arm uit zijn hand en ga sneller lopen. "Omdat ik je leuk vind." fluistert hij nog, we waren bij de anderen aangekomen. "Waar bleven jullie?" Ik haal mijn schouders op. "Nils viel." antwoord ik nonchalant. Kelly kijkt me wantrouwend aan. Ik rol mijn ogen naar haar. "Wat is dat tussen jullie?" vraagt Rein plotseling. "Tussen wie?" vraag ik snel. "Jou en Kelly." Ik haal mijn schouders op. "Wij communiceren zonder woorden." zegt Kelly snel. Ik zie een paar van de jongens hun wenkbrauwen ophalen. "Laten we nou maar gaan eten." mompel ik, en gelijk is Owen weg. "Ik denk dat we achter hem aan moeten, voordat hij alles opeet." zegt Daan nu lachend. Met zijn allen lopen we naar het buffet waar Owen al staat te stuiteren. Ik pakte gewoon twee broodjes kaas en een kop thee. Samen met Kelly loop ik naar een tafel terwijl de jongens nog bezig zijn. "Hij viel niet, je keek hem boos aan." Ik haal mijn schouders op. "Waarom ben je boos?" Ik zag dat de jongens aankwamen dus hield ik mijn mond mooi dicht. Ze kijkt me met samengeknepen ogen aan. Nils en Rein laten zich langs mij vallen. "Ik meende het." fluistert hij in mijn oor.