Rosa
Dag twee van school en ik heb het nu alweer helemaal gehad. Ik snap ook niet wie het bedacht heeft. Iedereen moet vroeg opstaan voor school, maar niemand houdt van vroeg opstaan. Wie bedenkt het!
Het eerste uur gaat alweer bijna beginnen, maar ik zit nog heerlijk op mijn balkon, met mijn sigaret, in de ochtendzon. Het is rust gevend. School is niet iets wat rust gevend is. Voor mij is school een drukke baan. Aan elke kant heb je groepjes van mensen. De groep die wat van mij wil, dit zijn voornamelijk jongens. De groep die zwaar voor je vreest. De groep die voor je op de knieën gaat, dit is de irritantste groep. En dan heb je nog de groep met bitches die je zo hard naar beneden proberen te halen, omdat ze zelf boven je willen staan. Oh, ter verduidelijking: die groep bestaat uit drie personen. Anna, Abby en Adora. De drie A's. De drie zusjes. Adora is de oudste. Dat spreekt voor zich: ze is de ergste.
Ze weten inmiddels wel dat het me allemaal niks doet. Ze proberen het al vier jaar. Vier jaar zonder succes. Zielig he?
Ze pakte alle jongens die ik gehad heb om mij te kwetsen. Heeft geen effect gehad: ik heb geen gevoelens. Ze manipuleerde de code van mijn kluisje zodat ik voor een nieuwe moest betalen. Mijn scooter, zodat ik een ongeluk kreeg en mijn arm brak en ze manipuleerde nog vele andere dingen. Maar ook toen kwam ze erachter dat ik erom kon lachen. Naja, ik lachte haar uit. Dat was het gene wat haar niet aanstond. Dat ik het allemaal prima vond en dat het me niet kon schelen. Daardoor heeft ze een enorme haat gekregen voor mij. Ze haat het om te verliezen. Ze haat het om op haar plek te worden gezet en ze haat het al helemaal als het door mij gebeurt.
Wat ik haar daarentegen heb aangedaan valt best mee. Mijn woorden. Mijn blikken. Dat zei voor het grootste deel al meer dan genoeg. Ik heb altijd het laatste woord. Dat is nog nooit anders geweest. Al helemaal niet tussen mij en Adora. Vandaar onze haat band. Ik geniet ervan. Ze steekt zoveel moeite in mij en ik nul in haar. Ze haat het.
Ik gooi mijn sigaret over de rand van mijn balkon en loop weer naar binnen. Pas als ik naar de bus loop kijk ik hoe laat het is. Het eerste uur is net begonnen. Het is hetzelfde verhaal als gisteren. Ik kom aanlopen en de bus komt eraan. Ik stap in. Dit keer is het een buschauffeur. Gelukkig heeft hij niet zo'n lekker humeur en begroet mij met een normale hallo. Dat vind ik meer dan genoeg. Ik geef zijn humeur groot gelijk.
Als ik aankom bij school is de les al twintig minuten bezig. Zuchtend stap ik het lokaal binnen en hetzelfde ritueel volgt zich. Alle blikken zijn op mij gericht. Ook hij zit er, onderuit gezakt. Wat was zijn naam ook alweer?
Lorenzo Scholten.
Ik negeer het voor nu. Ik zucht diep en stuur dan een paar dodelijke blikken de klas rond. Iedereen is, zo snel als ze maar kunnen, weer gericht op hen boek. Behalve Lorenzo. Hij heeft weer het lef om mij aan te blijven staren. Ik ben niet bang voor zijn blik. Ik kijk hem net zo dodelijk aan als dat ik deed bij de rest van de klas. Hij kijkt niet weg. Hij lijkt wel geamuseerd. Ik frons mijn wenkbrauwen en schud met mijn hoofd.
'Mevrouw van Vliet!' Roept de docent. Ik draai mijn hoofd met een ruk naar de docent toe. Ik kijk Wilco, meneer Bergsma, zo waarschuwend aan, dat hij zijn zin niet vervolgt. Dat is hoeveel macht ik heb. In grote stappen, met een arrogante blik op mijn gezicht, loop ik recht op Lorenzo af. Ik zet mijn handen op zijn tafel en leun voorover.
'Ik houd er niet van als mensen naar me kijken.' Zeg ik niet al te hard. Hij moet het horen, niet de hele klas. De hele klas kijkt wel deze kant op en probeert mee te luisteren. Ik ruik hun angst van ver. Lorenzo gaat even recht zitten. 'Als je er last van hebt, kijk je niet mijn kant op.'
Het irriteert me. Hij irriteert me. Hij is de nieuwe hier en hij moet weten wie de baas is. Dit gedrag van hem is onacceptabel. Ik ben de leider. Ik ben de baas. Onverwachts grijp ik hem bij zijn kraag en trek hem omhoog. 'Pas op, Lorenzo Scholten.' Ik zeg zijn achternaam net even iets harder aangezien het feit dat niemand zijn achternaam weet. Fluisterende stemmen van klasgenoten vullen het klaslokaal. Zijn geamuseerde blik heeft plaats gemaakt voor woede en agressie. 'Met mij wil je geen ruzie.' Maak ik mijn zin af met een grijns op mijn gezicht. Nu ben ik degene met een geamuseerde uitstraling. Ik heb hem van zijn stuk gebracht door te zeggen wat zijn achternaam is. Hij had geen idee. Dat maakte woede los in hem. Dat is toch heerlijk?

JE LEEST
Hetzelfde
Novela JuvenilRosa van Vliet (17) staat bekend als de rebel van de stad. Haar ouders hebben haar verlaten toen ze 14 was. Aan haar broer had ze niks. Ze stond er alleen voor. Ze is van het ene pleeg gezin naar het andere gegaan. Ze heeft nu een eigen appartement...