Hoofdstuk 13

94 2 0
                                    

Fleur

De knik die ze geeft om mijn glimlach te beantwoorden bezorgt me tintelingen. Ik vraag me af of ze doorheeft wat ik haar eigenlijk met mijn net gegeven bekentenis echt wil zeggen. Heeft ze door dat ik telkens een gevoel krijg wanneer ze in mijn buurt komt? Wanneer ze me zelfs nog maar aankijkt? Heeft ze door dat ik wil zeggen dat ik gevoelens voor haar begin te krijgen? Het is anders dan de vorige keren, bij haar is het veel oprechter. Mijn moeder heeft ongelijk, deze vrouw zou ik nooit of te nooit kwetsen. Of toch niet opzettelijk. Het idee dat ik haar iets zou aandoen dat haar zou kwetsen doet mijn maag zelfs keren. Ik kan niet tegen de blik die ze me nu geeft, de onschuldige blik. Haar lippen zijn zeker het mooiste op haar gezicht, ze zien er zacht uit. Ik bedenk me hoe het zou zijn moest ik haar kussen. Zou ze terugkussen?

We kijken elkaar zwijgend aan en ik word er ongemakkelijk van, maar ik wil me niet verroeren. Ik wil niets anders doen dan haar aanstaren zonder te zeggen waar ik aan denk. Dat is één ding waar Yasmine me gek mee maakt: ze wilt altijd weten waar ik aan denk. Wat als ik haar ooit zou zeg waar ik écht aan denk wanneer ik 's ochtends opsta en haar in de keuken zie of wanneer ze op haar bed aan het lezen is? Zou ze me dan nog altijd zo onschuldig aankijken als nu? Ik denk het niet. En dat zorgt ervoor dat ik stiekem hóóp dat ze mijn omslachtige bekentenis niet begrepen heeft, dan kan ik haar nog zoveel aanstaren als ik wil zonder dat ik me erover moet schamen en zonder dat ze zich ongemakkelijk voelt. Het voelt zó goed tussen ons. Ik weet dat ik niet evenveel beteken voor haar als zij voor mij, maar dat kan me weinig schelen. Doordat ik met haar woon heb ik elke dag een excuus om haar te zien. Ik kan me niet eens voorstellen hoe het zou zijn moest ik met haar werken, dan zou ik haar elke keer stiekem moeten aankijken en zo snel mogelijk wegkijken wanneer ze me betrapt op het kijken naar haar.

Mijn moeder had over één ding wel gelijk: het heeft niet lang geduurd voordat er gevoelens bij te kijk kwamen spelen. Bij mij. Bij haar ben ik niet zeker of er zelfs ooit gevoelens gaan komen. Ze is hetero. Ze valt niet op jou, zet het uit je hoofd. Het stemmetje dat opeens in mijn hoofd opduikt probeer ik zo goed mogelijk te negeren. Ik wéét dat het gelijk heeft, maar ik wil nog niet naar de realiteit. Ik wil nog even in mijn eigen bubbel zitten en denken dat het wél mogelijk is dat ze ooit dezelfde gevoelens krijgt als ik nu heb, ook al weet ik dat dat zo goed als onrealistisch is. Ze heeft zelfs nog nooit seks gehad. Maar dat stoort niet, niet met haar. Ik zou me zelfs vereerd voelen om haar eerste te zijn, maar ik zou het ook eng vinden omdat ik de beste wil zijn. Waar denk ik zelfs aan? Ik word uit mijn gedachten getrokken wanneer Yasmine uit haar bed stapt.

'Waar ga je naartoe?' Vraag ik haar terwijl ik haar verbaasd aankijk.

'Ik moet even naar het toilet. Je was in gedachten verzonken toen ik het je vertelde.' Ik voel mijn wangen rood worden wanneer ze me vertelt dat ze me betrapt heeft en ik voel haar lachend naar me kijken. 'Ga nu maar.' Lach ik terwijl ik met mijn hand zwaai zodat ze weggaat. Wanneer ze de deur van de wc achter haar dichtdoet zucht ik. Ik sla mijn ogen neer uit schaamte voor mijn bekentenis. Hoe leuk het ook is om bij haar te zijn, het is vermoeiend. Al mijn energie wordt leeggezogen wanneer ze nog maar haar mond opendoet omdat ik dan niet kan stoppen met aan haar te denken. Zelfs tijdens mijn werk leiden de gedachten aan haar me af waardoor ik me vaak niet meer kan concentreren met gevolg dat mijn baas komt klagen omdat ik minder doe dan van me verwacht wordt.

Ik heb mijn vrienden niet meer gesproken sinds ze een paar dagen geleden helemaal bezopen mijn appartement verlaten zijn. Ik verlang naar de gesprekken met Chanel en ik krijg opeens een enorme drang om haar hierover te vertellen. Ik heb raad nodig, ik weet niet meer wat ik moet doen. Het idee dat ik vandaag mijn dag ga spenderen met Yasmine bezorgt me enerzijds vlinders in mijn buik maar anderzijds ook angst dat ze opeens beseft dat ze toch niets meer met me te maken wilt hebben. Ik zou niet weten wat te doen als dat ooit zou gebeuren. Ik zou kapot gaan. Zelfs het idee dat ik haar nooit meer zou zien bezorgt me de tranen in mijn ogen. Wanneer ik haar de wc hoor doorspoelen leg ik mijn haar terug goed na er tien keer in te wrijven.

Because of HerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu