Yasmine
Ik probeer het allemaal te vatten, van mijn eerste stap in het café tot de laatste. Het is allemaal zo verwarrend. Ik kan mezelf wel slaan, zo gefrustreerd ben ik met mezelf. Hoe heb ik dit ooit zo ver laten komen? Stel dat ik nu mijn maagdelijkheid kwijt was, hetgeen dat ik zolang mogelijk heb gespaard, wat dan? Wat had ik dan gedaan? Ik word er beroerd van, misselijk. Mijn maag heeft zich in amper twee uur minstens honderd keer omgedraaid, het is een mirakel dat ik nog niet al mijn ingewanden uitgekotst heb. En opeens komt de meest angstaanjagende, maar meest logische vraag me te boven: Moet ik naar de politie gaan? Moet ik hem aangeven? Ik vind het allemaal zo eng. Ik hoor mijn moeder het al zeggen: 'Natuurlijk ben jij weer degene die dit meemaakt.'
Na vijf keer mijn telefoon te controleren om te zien of Fleur me nog iets heeft laten weten merk ik op dat het al een halfuur later is. Komt ze nog? Ik heb haar net proberen bellen, maar het ging meteen naar de voicemail wat me eraan herinnerde dat haar telefoon altijd op vliegtuigmodus staat.
'Hallo?' Ik wist niet dat ik zoveel nood had om zijn stem nog eens te horen. De gevoelens zijn weg - ik voel geen vlinders meer in mijn buik -, maar het vertrouwd en veilig gevoel dat ik altijd bij hem gehad heb is duidelijk nog niet weg.
'Gilles, hoi. Stoor ik?'
'Nee, hoor. Waarom bel je?' Het is vreemd om hem te horen vragen waarom ik bel. Vroeger was de vraag altijd: 'Waarom belde je niet?'. Hem nu verbaasd, na al die tijd, horen vragen waarom ik bel is iets dat ik nooit gewoon ga worden. Het liefst zou ik hem dat nu vertellen, maar ik wil en moet respecteren dat hij pijn lijdt en dat hij afstand wilt. Dat moet. Althans, dat blijf ik mezelf vertellen.
'Ik wou nog eens horen hoe het met je gaat.' Lieg ik. Deels. Natuurlijk wil ik horen hoe het met hem is, ik hoop dat hij gelukkig is. Maar de echte reden waarom ik hem bel is omdat ik zijn stem moest horen. Het is raar, ik weet het. Maar ik kan er niets aan doen. Ik heb altijd de sterke drang gehad om hem te bellen als ik het moeilijk had. Zelfs na onze relatie. Dat is eigenlijk het moment dat ik besloten heb hem de ruimte te geven waar hij recht op heeft, waar hij, dat heeft hij me toch duidelijk gemaakt, zoveel nood aan had. Maar nu had ik hem nodig. Ik had geen keus.
'Euh, goed hoor.' Het wordt stil tussen ons. Ik weet niet meer wat te zeggen, maar eigenlijk stoort het niet. Het is geen ongemakkelijke stilte waar we allebei de drang hebben iets te zeggen en daarom over het meest belachelijk onderwerp praten. Het is een vredige stilte, een stilte die voor mijn part nog een uur mag duren. 'Maar ik ken je en ik weet dat dat niet de reden is waarom je belt. Heeft zij iets gedaan?'
'Wat? Nee. Ik belde je gewoon omdat ik je stem nog eens wou horen. Ik mis je.' Ik weet niet of het verstandig was die beide dingen te zeggen, maar het laatste wat ik wil is dat hij denkt dat Fleur iets gedaan heeft. Daarbij, waar is Fleur? Kijkend naar de tijd is het al een uur geleden dat ze me een kus gegeven heeft en het ziekenhuis binnen gegaan is. Is alles oké? Zou ik moeten gaan kijken?
'Ik mis je ook.' Zucht hij me uit mijn gedachten halend.
Wat? Hij mist me ook? 'Ik moet gaan.' Zeg ik terwijl ik op mijn onderlip bijt en mijn telefoon tegen mijn voorhoofd sla. Wat ben ik aan het doen?
'Oh, euh, oké. Ik hoor je nog wel.'
'Zeker.' En zonder hem nog de kans te geven iets te zeggen wat me langer aan de telefoon zou houden, leg ik af. Ik stond perplex toen hij zei dat hij me ook miste. Dat was het laatste dat ik verwacht had. Ik had niets verwacht. Geen woord. Gewoon stilte. Maar nee, deze keer was ik verkeerd. Hij zei gewoon dat hij me miste! Ik kan er niets aan doen, maar ik krijg een enorme glimlach op mijn gezicht. Ik ben zo blij. Hij heeft me zo blij gemaakt. Ik kan niet beschrijven waarom, maar het gevoel dat hij me gaf toen hij zei dat hij me miste was... onbeschrijflijk. Misschien kunnen we dit toch nog achter ons laten.
Ik word uit mijn gedachten gehaald wanneer er luid op het venster van de auto geklopt wordt. Geërgerd draai ik me om en zie Fleur staan. Ik doe het raampje naar beneden.
'Ze is wakker! Ze is wakker!' Ze gilt zo luid dat ik zeker ben dat ik half doof geworden ben. Ze heeft tranen in haar ogen, haar glimlach gaat van hier tot in Tokio.
'Dat meen je niet!' Ik druk op het knopje dat ervoor zorgt dat mijn gordel loskomt en ren uit de auto recht in Fleurs armen.
'Ik ben zo blij. Ik had het helemaal niet meer verwacht. Haar moeder maakte me zo bang...' Ik hoor haar stem trillen bij de gedachten dat Chanel het niet meer gehaald had en omhels haar nog harder.
JE LEEST
Because of Her
RomanceYasmine en Fleur, twee vrouwen rond de vijfentwintig die elkaar onschuldig leren kennen. Maar hoe langer, en hoe beter, ze elkaar leren kennen merken ze dat er meer speelt dan enkel vriendschap. Stap in het leven van deze twee vrouwen die samen het...