Hoofdstuk 18

84 1 0
                                    

Yasmine

Ik rij de oprit in van mijn oud huis en zie mijn vader met een glimlach voor de deur wachten.

'Papa!' Roep ik voordat ik hem in de armen vlieg.

'Dag schat.' Zegt hij in mijn haren terwijl hij me dichter bij zich trekt waardoor mijn voeten bijna van de grond gaan. Ik laat hem los en volg hem mee naar binnen.

'Mama.' Zeg ik wanneer ik mijn moeder in de zetel zie zitten. Ze doet niet eens de moeite om recht te staan en me te begroeten. Ik rol geërgerd met mijn ogen en stap naar de keuken omdat ik niet meer in dezelfde ruimte wil zitten als iemand die geen moer om me geeft.

'Ze bedoelt het niet slecht.' Zegt hij zacht waarna hij de deur van de keuken achter zich dichtdoet. Ik zucht en ga op de stoel voor het aanrecht zitten. 'Je klonk nogal droevig over de telefoon.' Hij gaat aan de andere kant van het aanrecht staan en kijkt me doordringend aan. Ik hou van de blik die hij me altijd geeft wanneer hij weet dat ik ergens mee zit, het geeft me een troostend gevoel en dat is wat ik nu nodig heb ook al is er niet echt iets gebeurd.

'Er is niet echt iets gebeurd. Alhoewel, jawel. Maar niets ergs.'

'Toch werkt het op je, dat zie ik. Wat is er gebeurd?' Hij steunt met zijn hoofd op zijn hand en gunt me een zachte glimlach, één die je meteen op je gemak doet voelen. Mijn vader heeft de gave om mensen op hun gemak te stellen, dat komt door zijn ogen. Er is iets zachts aan zijn ogen, iets onbeschrijfbaar dat je meteen op je gemak doet voelen. Ik ken niemand die nog nooit een serieuze conversatie met mijn vader gehad heeft, ze komen altijd vanzelf als je bij hem bent. Daarom hou ik van hem, hij is exact het tegenovergestelde van mijn moeder.

Ik vertel hem dat ik iets voel voor iemand maar niet weet wat het is, ook vertel ik hem dat die persoon bekend heeft dat ze iets voor me voelt. Het feit dat die persoon mijn huisgenoot is laat ik achterwege, zelfs mijn vader zou daarbij zijn bedenkingen hebben en dat heb ik nu niet nodig. Wat ik nu nodig heb is dat hij mij vertelt wat zijn buikgevoel zegt, ook al is het misschien niet wat ik wil horen.

'Volgens mij weet je zelf heel goed wat er aan de hand is.' Zegt mijn vader zuchtend maar op een niet storende manier. Terwijl ik hem vol afwachting aankijk omdat ik niet weet wat hij wilt dat ik zeg wrijft hij in zijn haren. 'Je bent verliefd.' Ik voel mijn ogen groot worden, dit had ik niet zien aankomen. Ik had verwacht dat hij me zou vertellen wat ik het beste kan doen, niet dat hij me zou vertellen wat ik zelf nog niet ondervonden had. Ik ben verliefd? Op een meisje? Ik moet lachen bij het idee en rond mijn wenkbrauwen.

'Je weet niet wat je zegt. Ik ben er zelf nog niet eens uit.'

'Dat is omdat het nieuw is. Ik weet dat je me altijd verteld hebt en het zelf ook geloofde dat je verliefd was op Gilles, maar dat was niet zo. De blik die je hem gaf wanneer hij tegen je sprak of zelfs de blik die je had wanneer je óver hem sprak was geen verliefde blik. Wat jullie hadden was een avontuur, een klein iets dat je voorbereidde op de toekomst. Ik weet dat het allemaal lachwekkend klinkt en vooral ongelooflijk, maar het is zo. Ik weet dat je verliefd bent op deze anonieme vrouw omdat je zelfs nu nog een verliefde blik op hebt. Ik weet dat het moeilijk is, zeker omdat het een vrouw is.'

'Maar?'

'Er is geen maar.'

Ik moet zuchten van zijn zonet gegeven speech en weet niet meer wat ik moet zeggen. Hoe kan ik verliefd zijn op een vrouw als ik niet lesbisch ben? Dat kan toch niet? Ik wist al lang dat wat ik voor Fleur voelde niet zomaar vriendschap was, het was van het begin al meer. Maar dat het liefde was? Nee, dat had ik nooit voor mogelijk gehouden. Nog altijd niet.

'Wie is deze vrouw?' Vraagt hij me nadat het een poosje stil geweest is. Ik ben helemaal van mijn doen en lach ongelovig.

'Fleur.' Ik wil hem niet zeggen dat het de vrouw is waar ik mee samenwoon, ik weet wat zijn reactie zou zijn. Ik zou zelf ook zo reageren.

'Je huisgenoot?'

Ik knik afwachtend op zijn reactie, maar die komt er niet. Hij wordt stil en kijkt naar zijn handen die hij in een bidpositie gelegd heeft. Hij zucht en kijkt me dan terug aan. 'Dat maakt eigenlijk niet veel uit, ook dat ze een vrouw is maakt niet uit. Het belangrijkste is dat je gelukkig bent.' Hij legt zijn hand op de mijne en geeft me een troostende glimlach.

'Ik denk dat ik ga gaan.' Zeg ik. Ik voel een glimlach van oor tot oor groeien en geef hem een dikke kus op zijn wang. Dit conversatie heeft me de moed gegeven om iets te doen wat ik al eerder had moeten doen. 'Dank je.' Roep ik nog eens voordat ik het huis uitloop. Ik loop mijn auto in en zet de motor aan.

Aangekomen in het appartement heb ik een hele tekst voorbereid die ik tegen haar wil zeggen. In de romantische films zou ik haar nu moeten bespringen, maar het is de realiteit en ik wil het goed doen. Ik wil dit moment niet verpesten door iets te doen of te zeggen dat haar niet bevalt of verkeerd aankomt. Ik was bang dat mijn moed weg zou zijn wanneer ik in het appartement zou zijn, maar het is er nog.

Boven doe ik de sleutel in het sleutelgat en open ik de deur zo snel mogelijk, bang dat ik anders ga twijfelen. Wanneer ik binnenkom zie ik Fleur in de zetel zitten met haar telefoon in haar handen. Wanneer ze me binnen ziet komen kijkt ze op en legt haar telefoon weg.

'Hoi. Is alles oké?' Vraagt ze me. Ik zucht en ga naast haar zitten. De adrenaline in mijn lichaam wordt nu nog erger en ik doe mijn best het onder controle te houden. Ik ken mezelf al, als ik nu te enthousiast ga doen, ga ik er morgen spijt van hebben en dat wil ik niet. Ik wil morgen opstaan en een instant glimlach op mijn gezicht krijgen wanneer ik terugdenk aan dit moment.

'Ik heb met mijn vader gesproken.' Zeg ik. Ze fronst haar wenkbrauwen en kijkt me vragend aan. 'Over ons.' Voeg ik eraan toe zodat het voor haar duidelijker wordt.

'Ons?' Vraagt ze me duidelijk verbaasd dat ik 'ons' zei. Ik knik en trek haar hand onder haar been vandaan zodat ik het kan vastnemen.

'Toen je me gisteren vertelde dat je iets voor me voelde was overweldigend. Maar dat kwam niet door jou.'

'Waar heb je het over?' Ze schudt haar hoofd verward en blijft me vragend aanstaren. Ik knijp zachtjes in haar hand en wrijf er met mijn duim over.

'Laat me even uitspreken alsjeblieft.' Ze knikt. 'Dat kwam door mij. Sinds het moment dat ik je leerde kennen voelde ik iets tussen ons, maar ik wist niet wat het was. Ik begon dingen te voelen voor jou die ik nooit eerder gevoeld heb waardoor ik er nooit een naam op kon plakken.'

'Ik kan echt niet volgen.' Ik lach gefrustreerd en neem streel met mijn duim over haar wang. Ze trekt grote ogen, maar ik kan haar gedachten niet lezen. Wat zou ze nu aan het denken zijn? Ik leun voorover en druk mijn lippen op de hare. Onze kus is zo zacht. Het voelt zo anders aan dan met Gilles, het voelt veel beter aan, veel magischer.

'Weet je wel wat je aan het doen bent?' Vraagt Fleur terwijl onze lippen elkaar nog aanraken. Ik knik en leg mijn hand in haar nek terwijl ik met mijn duim haar wang streel. Ik kus haar nog een keer waarna ik haar hand door mijn haren voel gaan. Had je me een maand geleden verteld dat ik een vrouw ging kussen, dan had ik je waarschijnlijk vierkant uitgelachen. Maar hier ben ik dan, een vrouw aan het kussen. Ik had dit nooit verwacht en ik denk dat zij dit ook nooit verwacht had. Ze haalt haar lippen van de mijne en kijkt me aan.

'Dit had ik niet verwacht.' Zegt ze. Ik schud mijn hoofd.

'Ik ook niet.'

'Laten we rustig aan doen. Ik wil dit niet forceren.' Ik knik, het laatste wat ik wil is snel doen en het zo verpesten.

'We hebben alle tijd van de wereld, ik ga heus nergens naartoe.' Ik lach en druk mijn lippen nog een keer op de hare terwijl ik mijn hand door haar haren laat gaan en sta vervolgens recht. 'Ik ga koken. Wat wil je eten?' Ze draait zich naar me om terwijl ik naar de keuken wandel.

'Ik heb wel zin in spaghetti.'

'Oké. Dek jij de tafel?' Ze knikt en legt haar telefoon op het kleine tafeltje dat naast de zetel staat en staat dan recht. 

Because of HerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu