Hoofdstuk 14

88 3 0
                                    

Yasmine

'Heb je eigenlijk nog iets van Jules gehoord?' Vraagt Fleur me wanneer ze het adres intikt op de gps en begint te rijden. Ik schud mijn hoofd.

'Ik denk niet dat hij me nog gaat contacteren.' Ik moet mijn best doen me niet verdrietig te voelen na een geweldige dag te hebben. Wat verleden is is verleden en daar horen Jules en Gilles bij.

'Dus je hebt geen vrienden meer?' Ik krijg een steek in mijn borst bij het horen van de toon die ze aanslaat wanneer ze me die vraag stelt alsof ze me nu de zieligste persoon op aarde vindt. Ik zucht.

'Nee. Ik ben nooit populair geweest, integendeel. Ik was meer die meid die zich afsloot en niemand toeliet behalve dan voor Gilles en Jules. Maar ik hoop nieuwe vrienden te maken als ik ga werken.'

'Wat wil je dan gaan doen?'

'Dokter, maar ik weet nog niet waar.'

'Wil je in een ziekenhuis gaan werken of je eigen praktijk hebben?'

'In een ziekenhuis. Ik heb me mijn laatste jaar gespecialiseerd in verpleegkundige dus het zou vreemd zijn moest ik iets anders gaan doen.'

'Mijn moeder haar beste vriend is de directeur van Sint-Augustinus. Ik ben er zeker van dat ik daar wel een job voor je kan regelen.' Ik voel mijn hart een sprong maken van geluk en kijk haar met de grootste glimlach aan.

'Zou je dat willen doen? Is dat niet te veel moeite?' Het laatste wat ik wil is haar moeder in een moeilijke positie brengen of te veel van het goede vragen. Ik kan zelf ook op zoek gaan naar werk, maar het zou geweldig zijn moest Fleur iets voor me kunnen regelen.

'Nee, tuurlijk niet.' Zegt ze terwijl ze haar hoofd beslissend schud. Ik leg mijn beide handen enthousiast op haar arm. Ik zie dat ze er kippenvel van krijgt en haal mijn handen terug weg.

'Dank je.' Zeg ik. Ik voel mijn stem beven van enthousiasme en sta te popelen om een jobaanbieding te krijgen in een ziekenhuis.

'Ik moet het nog wel met mijn moeder overleggen, maar ik ben er zeker van dat ze het zal doen. Ik zal haar straks bellen.'

'Dank je.' Zeg ik nogmaals. Nadien ben ik te blij om nog een woord uit te brengen en staar in het niets terwijl ik in gedachten verzink. Ik beeld me in dat ik in het ziekenhuis ben en een patiënt aan het verzorgen ben. Ik krijg instant een glimlach en probeer te bedenken hoe het zou zijn om mensen te begeleiden naar hun eerste operatie.

'Ga jij al maar naar boven. Ik ga mijn moeder bellen om iets voor je te regelen.' Zegt Fleur wanneer we bij het appartement zijn aangekomen. Ik knik en stap uit de auto.

Wanneer ik boven ben bedenk ik dat het tijd is om Jules te contacteren, ik mis hem. Ik mis de grappige momenten die we samen beleefd hebben. Ik neem mijn telefoon en druk op het groene telefoonicoon bij zijn naam.

'Hallo?' Zegt de vertrouwde stem wanneer de telefoon twee keer is overgegaan.

'Ik ben het, Yasmine.'

'Ik weet het. Waarom bel je me?' Ik krijg pijn in mijn maag door de manier waarop hij opneemt, duidelijk geërgerd en geen zin om me te spreken.

'Ik euh... Ik mis je.' Ik hoor hem door de telefoon zuchten en sla mijn ogen neer bang voor hetgeen wat hij gaat zeggen.

'Je weet dat het moeilijk zit, Yasmine.' Zegt hij zuchtend.

'Het spijt me, voor alles. Ik mis mijn beste vriend, Jules.' Ik krijg tranen in mijn ogen en wanneer hij een paar tellen stil is moet ik mijn best doen niet in tranen uit te barsten.

Because of HerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu