Hoofdstuk 16

87 1 0
                                    

Yasmine

Fleurs woorden raken me dieper dan ik verwachtte. Hoe kan ze me zelfs vragen om te verhuizen? Ik wil haar niet kwijt. Ik kan geen leven meer zonder haar leiden. Ze is in zo'n korte tijd zoveel voor me gaan betekenen dat ik zelf niet meer weet wat het allemaal betekent, het is één groot vraagteken. Ik ben niet lesbisch, dat weet ik. Ik heb zelfs nog nooit in mijn leven met een meisje gekust, het interesseerde me niet en nog altijd interesseert het me niet. Maar ik wil Fleur niet kwijt. Ik heb nog liever dat we elkaar hier voor altijd negeren dan dat ik haar nooit meer zie. Het idee alleen al dat ik mijn leven zonder haar zou moeten leven, maakt me misselijk en bezorgt me de tranen in mijn ogen. Fleur is niet zomaar een vriendin, ze is veel meer. Maar ik kan het haar niet vertellen want ik weet zelf niet eens wat het is. Ik weet dat ik veel van haar vraag om bij me te blijven en vrienden te blijven, ik weet dat het egoïstisch is. Maar ik kan gewoon niet anders. Het ergste wat in mijn leven nu kan gebeuren is dat Fleur uit mijn leven zou gaan. Ik heb mijn leven vóór haar misschien perfect kunnen leiden zonder haar, maar nu dat ik haar ken gaat dat niet meer. Ik zou me te eenzaam voelen zonder haar. Niemand kan me laten lachen zoals zij kan, niemand kan me troosten zoals zij kan en niemand kan me op mijn gemak laten voelen op de manier dat zij kan. Het is allemaal anders bij haar en dat maakt me net bang. Ik weet dat als ik dit ooit aan mijn moeder zou vertellen, ze me uit de familie zou verbannen. Ze zou nooit meer tegen mij spreken. Waarom maakt het mij zelfs nog uit wat ze van me denkt? Mijn vader zou me steunen. Mijn vader zou me in de familie houden en van me blijven houden zoals hij altijd al gedaan heeft. Mijn grootouders zouden me stuk voor stuk allemaal ook afwijzen, ze zijn veel te ouderwets. Waar denk ik zelfs aan? 'Ik ga naar mijn kamer.' Stottert Fleur waardoor ik uit mijn gedachten schrik. Ik knik zonder een woord te zeggen, ik weet niet wat ik moet zeggen. We wensen elkaar voor het eerst ook geen goede nacht toe, de sfeer voelt dood aan en even vraag ik me af of het door mij komt. Ik zeg niets, ik staar enkel voor me uit. Geen enkele vezel in mijn lichaam heeft de moed om zich te verroeren. Ik zucht wanneer ik een deur hoor dichtgaan, de deur van Fleurs kamer. Ik weet niet wat ik moet doen. Iets in me wilt naar haar toe gaan en haar vertellen dat ik ook iets voel maar dat ik niet weet wat het is, maar ik kan het niet. Wat zou ik dan zelfs moeten zeggen? Zelfs al zijn er gevoelens, ik ben net uit een relatie. Ik kan dit niet. Ik neem mijn telefoon en staar op het telefoonnummer van Gilles. Zou hij zelfs opnemen als ik hem zou bellen? Ik kan het altijd proberen. De telefoon gaat een paar keer over en net wanneer ik wil afleggen, hoor ik zijn stem door mijn telefoon.

'Hallo?' Ik spring overeind en kan een glimlach niet bedwingen.

'Ik had niet gedacht dat je zou opnemen.' Zeg ik te enthousiast.

'Scheelt er iets?' Er hangt een bepaalde spanning tussen ons die ik voor het eerst meemaak waardoor het ongemakkelijk wordt. Wat wil je? Dit is allemaal mijn fout. Ik heb er nooit echt bij stilgestaan dat er iets tussen ons zou veranderen, behalve onze relatie. Ik had niet verwacht dat er een bepaalde spanning tussen ons ging zijn omdat we zo lang samen waren.

'Nee, ik euh... Ik wou je gewoon even bellen. Hoe gaat het met je?'

Hij zucht en antwoordt dat het goed gaat wat me vragen doet stellen. Ik kan niet zeggen dat ik elke minuut aan hem dacht, maar ik had wel verwacht dat het niet goed met hem ging. Het ging ook niet goed met mij.

'Goed? Oké.'

'Ik bedoel dat het wel oké gaat. Maar waarom bel je? Je hebt me niet meer gebeld sinds ik je eruit zette.' Zijn plotselinge kille reactie, kwetst me dieper dan ik verwacht had en ik moet mijn best doen mijn zelfbeheersing niet te verliezen. Hij is het niet waard. Zegt een stemmetje in mijn hoofd die voor het eerst aan mijn kant staat. Hij is het inderdaad niet waard. Ik zucht en sla mijn ogen neer om terug tot mezelf te komen, ik wil geen scène beginnen maken. Ik heb hem gebeld omdat ik zijn stem miste, ik had hem nodig. Maar het was duidelijk een slecht plan.

'Laat maar. Ik spreek je nog wel eens.' Voordat Gilles nog maar de kans krijgt om tegen te spreken leg ik af en ga zuchtend terug op de zetel zitten. Ik heb altijd gehad dat alles zomaar in mijn schoot komt gelegen, maar de laatste tijd verloopt het niet meer zo. Ik wist dat er een tijd zou komen dat ik zou moeten vechten voor mijn toekomst, maar ik had niet verwacht dat het zo vroeg ging zijn. En al helemaal niet zo veel in één keer. Ik ben nog maar net uit mijn relatie met Gilles en ik voel nu al iets onbeschrijfelijk voor iemand anders. Hoe kan dat? Ben ik zo verwend geweest?

Ik moet denken aan Fleur die nu in haar kamer weet ik veel wat zit te doen. Ik kan nog altijd niet geloven dat ze het beter vond dat ik wegging, ik kán niet zomaar weg.

Ik ben moe en probeer te slapen, maar het enige wat ik kan doen is woelen in mijn bed. Ik weet niet hoe dit zover is kunnen komen. Plotseling heb ik een sterke drang om mijn moeder te bellen, ik heb nood aan de troost die een moeder normaal gezien aan haar kind zou moeten geven. Maar dat heeft mijn moeder nog nooit gedaan. Ik heb het haar nooit kwalijk genomen, ik heb mezelf en anderen altijd proberen wijs te maken dat ze zo is en ze er zelf niets aan kan doen. Maar een goede moeder moet zoiets toch wel kunnen? Hoe komt het dat zíj het dan niet kan? Mijn vader is niet zo, ik snap niet hoe hij het met haar kan volhouden. Mijn vader is de zachtheid zelve, hij zou nooit een vlieg kwaad doen, hij zou nooit iemand kwetsen. Ik weet dat mijn vader het moeilijker heeft met mijn moeder dan hij ooit zal toegeven, dat is te merken aan de hoeveelheid zuchten die hij elke dag slaakt en hoe vaak hij zijn ogen rolt als mijn moeder weer een bevel maakt. Maar waarom blijft hij er dan bij? Ik zou het niet kunnen, zelfs al is ze de moeder van mijn kinderen. En dat is net de reden waarom mijn vader bij haar blijft, dat wéét ik gewoon. Hij zou nooit bij haar blijven moesten ze mij niet hebben en dat wekt een schuldgevoel bij me op. Ik veeg een traan van mijn wang die ik al veel te lang heb in gehouden. 

Because of HerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu