Hoofdstuk 29

78 1 0
                                    

Fleur

Godverdomme. Ik word gek van het wachten en het feit dat Yasmine er niet bij is maakt me gek. Bits kijk ik Kaylee aan in de hoop dat ze mij kan zien zodat ze weet dat ik er de volgende keer niet zo licht over zal gaan als ze haar nog een keer buiten gooit. Wie denkt ze verdomme wel niet dat ze is? Het enige wat ze doet is gebruik maken van de situatie zodat ze Yasmine volgens haar op haar plaats kan zetten. Wie de fuck denkt ze wel niet dat ze is? Wat een rot wijf.

Ik leg mijn handen op haar rechterhand waar dat ding aan vastgeplakt is. Het liefst van al zou ik het er willen aftrekken, maar ik weet nog heel goed wat mijn vader zei over zo'n situaties: zolang ze aan de baxter hangen komt alles meestal goed. Dus ik laat het mottig ding met veel moeite aan haar hand en knijp zacht in haar hand zodat ze weet dat ik er ben. Het laatste wat ik wil is dat ze denkt dat ze er alleen voor staat. Ik heb ongelooflijk veel spijt dat ik nooit meer langs geweest ben sinds Yasmine en ik startten. Ik heb haar bijna drie maanden niet meer gezien en wanneer ik haar terugzie zit ze nota bene in coma. Wat voor verschrikkelijke vriendin ben ik? Wat als ze het me kwalijk neemt? Is dit mijn schuld? Al die plotseling opgekomen vragen doen mijn maag keren en ik leun op de rand van het bed zodat ik niet door mijn benen zak. Word alsjeblieft wakker... Ik heb je nodig. Ik wil tegen haar praten en haar alles vertellen wat er gebeurd is sinds ze me raad gegeven heeft, maar ik wil niet dat de rest meeluistert. Iedereen zou me uitlachen, vooral Kaylee. Waarom de hell is ze hier zelfs nog? Ze heeft haar nooit gemogen, dat was duidelijk vanaf het moment dat ze elkaar leerden kennen. Dus waarom is ze hier? Ze zou verdomme weg moeten gaan in plaats van Yasmine weg te sturen terwijl ik haar nodig heb. Waar zit ze trouwens? Ik laat Chanels hand los en loop de kamer uit om te zien of Yasmine in de gang staat te wachten. Maar dat is tevergeefs, ik zie niemand zitten behalve één oude vrouw. Volgens mij houdt ze een kaartje in haar handen. Is haar man dood? Zonder het te beseffen proef ik een traan, wat de fuck? Snel veeg ik het weg, hopend dat niemand het gezien heeft.

'Ben je dat hopeloos geval gaan zoeken?' Kaylee kijkt me bits aan wanneer ik terug binnenkom.

'Noem haar nog één keer een hopeloos geval en ik beloof je dat ik je dood maak.'

'Moet ik bang zijn?' Vraagt Kaylee me uitdagend alsof ze niet weet dat ik elk moment mijn temper ga verliezen en haar echt ga kloppen.

'Stop! Verdomme, hou op! Chanel ligt hier in coma en wat de fuck gaan jullie doen? Jullie maken ruzie nota bene voor haar bed. Als jullie zo nodig willen vechten, ga dan naar buiten, maar doe dat niet hier.' Tristan slaat met zijn armen en zijn gezicht begint rood te zien. Snel herpak ik me en probeer me te wenden van Kaylee zodat ik rustig kan worden in plaats van haar tanden eruit te slagen. Het liefst van al was ik nu al rond haar nek gevlogen, maar Trevor heeft gelijk; als we per se moeten vechten, dan doen we dat buiten. Niet hier.

'Wow, ik wist niet dat ze zoveel familie had.' De sarcasme komt me bekend voor. Geshockeerd en tegelijkertijd verbaasd draai ik me om en kijk ik de bekende vrouw recht in haar ogen. Het is ongeveer tien jaar geleden dat ik haar nog gezien heb, en ik weet niet of het idee dat zij hier is me bevalt. Wat heeft ze hier te zoeken? Hoe weet ze zelfs dat er iets is? Ze heeft haar dochter al die jaren niet meer opgezocht, welk verdomd recht heeft ze om hier nota bene wanneer ze in coma ligt plotseling terug op te dagen? Ik was eindelijk terug rustig geworden, maar ben nu nog opgefokter dan ervoor. Het liefst van al zou ik nu willen schreeuwen dat heel het ziekenhuis er doof van wordt. Maar ik weet dat wanneer Chanel terug wakker wordt, ze immens gelukkig zou zijn als ze haar moeder voor haar bed ziet staan. Daarom probeer ik mezelf in te houden en forceer een gemaakte glimlach.

'Jou herken ik denk ik nog. Fleur toch?' Ik knik me beheersend voordat ik iets zeg wat ik me later zou kunnen beklagen.

'Wat doet u hier?' Vraag ik zo rustig mogelijk. Ik doe niets fout door dat gewoon te vragen. Toch?

'Mijn dochter ligt in het ziekenhuis.'

'Je fucking dochter heeft je meerdere keren nodig gehad en toch heb je zelfs nooit verdomme geprobeerd om langs te komen. Wie denk je wel niet dat je bent om zomaar op te komen dagen wanneer het jóú uitkomt?' Ik wacht op het moment dat de rest ook voor haar opkomt, maar het lijkt dat dat moment niet gaat komen.

'Ik heb recht om te komen waar en wanneer ik wil. Zeker als mijn dochter op sterven ligt.'

'Wát? Chanel ligt niet op fucking sterven. Ik weet dat je een flair hebt voor het dramatische, maar dit is niet iets dat je dramatiseert. Chanel komt er terug boven op, en we weten allemaal dat jij daar niet bij gaat helpen.' Ik wil erbij toevoegen dat ze ons een plezier moet doen en moet oprotten, maar herinner me dan dat dat Chanels keuze moet zijn. Ik kan misschien kwaad zijn en de enige zijn in deze kamer die een verdomde stem heeft, maar ik heb het recht niet om de enige kans voor Chanel om haar moeder na al die jaren terug te zien af te nemen. Dat zou ik mezelf ook nooit vergeven, al zou ik dat nooit toegeven.

'De dokter vertelt je duidelijk niet evenveel als mij. Haar toestand is kritisch en ze weten niet wanneer ze zal wakker worden. De hamvraag is zelfs nog steeds óf ze zelfs nog wakker wordt. Dus alsjeblieft, houd je mond want je weet er niets van.' Bits draait ze haar hoofd zodat ze me niet meer aankijkt en loopt naar het bed. Ze neemt het hand van haar dochter en fluistert iets onverstaanbaars. Heeft ze me nu net de mond toegesnoerd?

'Rot...' Ik kan mijn zin niet afmaken, want ik word onderbroken door Tristan. Deze fucking kerel haalt het bloed onder mijn nagels vandaan.

'Wat heb ik net gezegd? Dat telt verdomme ook voor haar moeder. Ze is hier nu, en het feit dat ze hier al eerder had moeten zijn doet er niet toe. Wees blij dat ze eindelijk het fucking lef gekregen heeft om op te dagen en haar dochter terug te zien na zo'n lange tijd. Ik weet heel goed dat het voor jou moeilijk is om dat te accepteren. Zeker omdat jouw vader niet meer is komen opdagen. Maar laat dat los en stop met dat te projecteren op alles en iedereen die je nog maar aan hem doet denken. Het zou jou en iedereen rond jou veel gelukkiger maken.' Zijn woorden raken me ontzettend hard, harder dan ik ooit zal toegeven. Ik weet dat hij gelijk heeft, en dat hij er zo precies op is jaagt me de stuipen op het lijf. Misschien had ik dit nodig, misschien moest ik dit horen om eindelijk verder te kunnen gaan met mijn leven. Ik weet dat ik altijd alles afreageer op anderen, en ik weet dat iedereen dat beu is. Maar wat de fuck? Ik ben degene die die last draagt dus als er iemand recht heeft op zagen ben ik dat wel. Maar dat laat ik achterwege en ik loop de kamer uit voordat ik nog grotere problemen veroorzaak.

Because of HerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu