Hoofdstuk 38 - Hartgrondig
Ik kon mijn ogen niet geloven. Ik wilde het niet geloven. Het kon niet. Niet na alles wat er was gebeurd, niet na al die keren dat ik bij hem was geweest. Het was onmogelijk.
Ik zocht naar een ontkenning in zijn ogen, maar hij keek me uitdrukkingloos aan, een kleine glimlach om zijn lippen. "Dat heeft je lang geduurd," zei hij toen zacht.
"Je hebt tegen mij gelogen!"
Het verklaarde waarom er maar zo weinig schilderijen van hem te vinden waren in het huis. Ik keek de donkere kamer nog eens door. Matt zat tegen de muur tussen twee grote ramen. Er hingen geen gordijnen langs de zijkanten en er lag geen tapijt. De vloer was hard en koud, alsof hier nooit iemand kwam. Tegen de muren stonden veel meer schilderijen met doeken erover, waarschijnlijk de schilderijen die hij van de muur had afgehaald. Over het schilderij boven Matt zijn hoofd hing ook nog voor de helft een doek, half eraf gevallen zodat het gezicht tevoorschijn was gekomen.
"Veel dingen die ik jou heb verteld waren gelogen," bekende hij, zijn stem hees. Ik kon er geen antwoord op geven. Hoe kon dit mogelijk zijn? Matt was... Damiano? Ik kon het bijna niet bevatten.
De manier waarop Matt altijd met zo'n afkeer over hem had gepraat, ik had altijd gedacht dat Matt hem niet mocht vanwege wat hij had gedaan. Maar als hij echt Damiano was, waarom had hij dan zo bitter gedaan?
"Waarom wilde je mij spreken?" vroeg ik zacht, proberend geen emotie in mijn stem te laten klinken. Ik sloeg mijn armen over elkaar en bleef een paar meter bij hem vandaan staan. Matt duwde zichzelf moeizaam omhoog en hij leek in pijn te zijn. Wat was er met hem gebeurd?
"Ik wilde je de waarheid vertellen."
"En dat moest nu? Waarom deed je dat niet eerder? Waarom heb je Jason mij helemaal hierheen laten halen om de waarheid te vertellen? Waarom –"
"Ik heb Jason jou niet laten halen, dat was ik niet."
"Dus jij bent niet Cyrano?"
"Wat? Nee, ik ben Matt, dat was ik gisteren, dat ben ik vandaag en dat zal ik morgen ook zijn." Ik fronste mijn wenkbrauwen. Als hij niet Cyrano was, wie dan wel? Ik had gedacht dat als Matt Damiano was, een Aer van de Storm, dat hij misschien ook wel Cyrano had kunnen zijn. Volgens David kon je maar één Aer van de Storm hebben. Ik zuchtte eens. Waarom was dit alles zo verwarrend?
"Waarom geef je niet gewoon toe dat je Damiano bent?" vroeg ik, inmiddels geïrriteerd.
"Omdat ik dat niet wil zijn. Ik ben nu Matt, oké?" antwoordde hij fel. Zijn ogen stonden hard en keken me doordringend aan. Maar op dat moment maakte het me niet meer uit. Hij had gelogen, waarom zou ik medelijden hebben met hem? Ik wilde alleen maar weten of hij meer wist over Cyrano.
"Je wilde me toch de waarheid vertellen? Ga je gang," reageerde ik net zo fel.
Matt zuchtte en wreef met een hand over zijn gezicht. "Jij en ik, wij hebben elkaar niet toevallig ontmoet," begon hij.
"Dat gevoel begon ik al te krijgen," zei ik minachtend.
"Lucy, laat me nou uitpraten. Het was de bedoeling dat wij vrienden zouden worden, dat jij mij zou vertrouwen. Die opdracht had ik gekregen."
"Van wie?" onderbrak ik hem weer.
"Cyrano."
"Was dat het enige wat je moest doen?" Ik keek hem achterdochtig aan. Er viel een kleine stilte waarin Matt langzaam zijn hoofd schudde. Ik sloot mijn ogen even en vroeg me af of ik nog verder wilde weten.
Ik keek hem weer aan en zakte neer op de grond omdat het me pijn deed in mijn zij als ik te lang bleef staan.
"Nee, dat is niet het enige. Cyrano gaf mij de opdracht om David onbetrouwbaar te maken. En hoewel hij daar zelf ook nogal in meehielp, heb ik hier en daar wat dingen verteld om dat wantrouwen bij jou groter te maken. En –" Matt stopte zichzelf en keek naar het plafond, alsof hij zich te schuldig voelde om het hardop te zeggen. Want ik kon zien dat hij zich wel degelijk schuldig voelde, maar dat maakte alles nog niet goed. "En wat?"
JE LEEST
(NL) Falling Dawn
Mystery / Thriller"Sometimes the heart sees what is invisible to the eyes..." Op het moment dat Lucy Wilder voor het eerst David Morrison in de ogen kijkt, weet ze dat er iets anders is aan hem. Niet dat ze hem iets kan verwijten, Lucy is zelf ook op eigenaardige wij...