20. Spel

241 13 1
                                    

Hoofdstuk 20 - Spel

Ik was een spelletje voor David. De woorden echode door mijn hoofd, zich herhalend tot maandagochtend, toen ik weer terug was bij het negeren van David. Ik vermeed hem in de gangen en hield mijn kin hoog wanneer hij langs liep.

Hayley bleef in mijn buurt de volgende paar dagen, en ik begon haar aanwezigheid te waarderen. Ik voelde me minder alleen. Om gewoon weer iemand te hebben waarmee ik kon praten, wat voor onzin het ook was, ik waardeerde het.

Dagelijks wist Rosalie zich op mijn zenuwen te werken. De manier waarop ze dacht, roddelde, of zich op David gooide alsof hij haar bezit was. Ze maakte ook nare opmerkingen als ik langsliep, of soms stond ze over mij te roddelen terwijl ik ernaast stond. Wat ze echter niet wist, is dat ik haar kon horen roddelen op ieder ander moment, ook als ik er niet naast stond. Hayley hielp me door me er constant aan te herinneren dat Rosalie het niet waard was. Dat ze niet wist hoe het echt zat, maar ik bleef me maar opwinden over alles wat ze zei.

Ze wist dat ik uit Engeland kwam, en dat ik nu woonde met mijn oom en tante. Ze maakte vooral opmerkingen over mijn accent, of ze beschuldigde mij ervan dat ik iets zo verschrikkelijks had gedaan dat mijn ouders me uit huis hadden gegooid. Ik wist dat ze er alles aan deed om achter de waarheid te komen, want ze wist dat er iets niet klopte.

Hayley wist altijd precies wat te zeggen tegen Rosalie zodat ze zich weer terugtrok, of ze zou me simpelweg de andere richting in trekken als Rosalie dichterbij kwam. Ik was haar daar dankbaar voor, want vaker dan niet voelde ik mijn hand jeuken om Rosalie een klap in haar gezicht te geven.

Toen het eindelijk weekend was, was ik opgelucht. Hayley zou weer blijven slapen, wat mijn weekend nog beter maakte, want het verkleinde mijn kans om David tegen te komen. Of op zijn minst wanneer ik alleen was.

Hayley had niets meer gezegd over David, maar ik zag hoe ze ons met samengeknepen ogen aankeek terwijl we door de gangen liepen. Ik vermoedde dat ze het door had, maar ze was slim genoeg om er niets van te zeggen. Ze had waarschijnlijk ook door dat ik er niet met haar over wilde praten.

Op vrijdagavond liepen Hayley en ik door het dorp, ronddwalend door de hoofdstraat. Toen we voorbij het Oak Tree Café kwamen, stopte Hayley opeens.

"Lucy, moet je zien," zei ze terwijl ze naar de voordeur wees. Er hing een poster achter het glas dat aankondigde dat er volgende week vrijdag een schoolfeest zou worden georganiseerd.

"Daar moeten we heen!" riep Hayley enthousiast.

"Wat? Echt niet," reageerde ik kortaf. Ik hield niet meer van feesten. De dronken mensen, de luide muziek, het was een vorig leven voor mij. Vrij letterlijk.

Ik was ook niet naar het vorige schoolfeest gegaan, dus waarom zou ik nu wel gaan?

"Oh, kom op! Ben je ooit naar een feest gegaan? Weet je wel niet hoe leuk dat is!"

"Natuurlijk weet ik dat, ik ben naar zoveel feesten geweest vroeger. Genoeg om te weten dat ik ze niet leuk vind," zei ik terwijl ik haar meetrok.

"Dan ben je nog nooit met mij naar een feest geweest," reageerde ze zelfverzekerd.

"Hayley, ik ga niet, punt."

"Ah toe nou," smeekte ze terwijl ze haar lip pruilde.

"Ik zie er het nut niet van in."

"Dus jij zit liever de hele avond thuis, alleen, dan dat je gewoon is wat lol maakt?"

Ik was even stil en liet de woorden bezinken. Ik zou alleen thuis zitten, en wie zou mij daar gezelschap komen houden? David. Ik wist al dat mijn oom en tante volgende week weg zouden zijn naar een of andere beurs in New York.

(NL) Falling DawnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu