4. Ontwakening

387 19 1
                                    

Hoofdstuk 4 - Ontwakening

Novel Island, South Carolina, Verenigde Staten

Februari 2014


Ik had gedacht dat al je vrienden in een avond verliezen – een, omdat je zelf niets meer met ze te maken wilde hebben, en twee, omdat je zelf gedumpt werd – het allerergste was wat je kon overkomen. 

Ik heb er nog nooit zo ver naast gezeten.

En het was niet eens het feit dat allebei mijn ouders er niet meer waren, wat natuurlijk ook verschrikkelijk was, maar het was vooral het feit dat het allemaal binnen een tijdsspan van vierentwintig uur gebeurde. Ik was in vierentwintig uur alles – letterlijk alles – verloren wat me ooit dierbaar was geweest.

Ik had mijn ogen dicht, maar probeerde wanhopig om ze te openen, om de beelden kwijt te raken die zich achter mijn oogleden afspeelde.

Ik zag de vlammen. Ik zag ze branden voor mijn ogen. Contouren van gezichten zweefden tussen de gloeiende vlammen, schreeuwend voor iemand om ze te horen. Ik hoorde het fluiten van de wind en het gekraak van de takken bereikte mijn oren. Ik kreeg het beeld niet van mijn netvlies, hoe hard ik ook probeerde. Ze kwamen terug, steeds weer opnieuw als ik mijn ogen sloot.
Ik kneep mijn ogen stijf dicht en opende ze toen. 

Alles was wit. Mijn ogen prikten door het plotselinge felle licht en ik knipperde een paar keer, zuchtend dat ik mezelf weer had toegelaten om mijn ogen te sluiten. Langzaam werden de vormen van bomen helderder en zag ik het verschil weer tussen het witte landschap voor me en mijn witte ziekenhuiskamer waar ik bijna een week had doorgebracht.

De bomen bewogen met de wind mee en sneeuw werd omhoog geblazen, waarna het in kleine wervelwinden weer neerviel. Ik had dit beeld al weken gezien en er was niets veranderd. Elke dag had ik het vanuit mijn kamer gezien, steeds hetzelfde beeld weer over en over, tot ik er genoeg van had en naar beneden was gevlucht. Helaas was het hier niet veel beter en was ik weer afgedwaald, had ik weer mijn ogen gesloten en had ik weer de beklijvende beelden gezien.

Ik zat alleen in de keuken. Het huis was verder helemaal leeg aangezien mijn oom en tante bijna de hele dag doorbrachten in de stallen. Net als mijn eigen ouders hadden ze hier een stoeterij, maar dan veel kleiner.

Ik dronk langzaam mijn mok thee leeg en keek over het grasveld naar het bos. Het beviel me verder wel in de keuken. Afgezien van het feit dat ik nog steeds hetzelfde uitzicht had, was het fijn. Ik was mijn kleine kamer helemaal zat en kon mooi gebruik maken van het feit dat het huis de hele dag verder leeg was.

Ik voelde me meer alleen dan ik me ooit had gevoeld. Letterlijk, het huis stond ergens in een of ander godvergeten gat en je kon alleen maar bossen en grasvelden zien in de buurt – maar ook vanbinnen was ik eenzaam.

Ik omsloot mijn warme theekop met beide handen en onderdrukte een rilling. Ik probeerde de beelden van een wit bos, langzaam in een hete oranje oven veranderend, weg te drukken, maar ze bleven hangen, alsof ik een nachtmerrie had waaruit ik niet kon wakker worden. Het was al erg genoeg dat ik die nachtmerries precies elke nacht opnieuw moest herleven, ik hoefde ze niet ook overdag door mijn hoofd te hebben dwalen. 

Iedere nacht was het weer opnieuw dezelfde droom. Iedere nacht speelde die avond weer opnieuw af in mijn hoofd. Ik sliep slecht en ik was elke dag mentaal uitgeput. 

Toch probeerde ik iedere dag weer opnieuw om er iets van te maken – maar het was zwaar. Mijn leven was na die avond in een klap veranderd. 

Ik was uit mijn coma wakker geworden in een ziekenhuis, waar ik voor mijn gevoel uit de dood was opgestaan. Ik had de begrafenis van mijn ouders drie dagen na het ongeluk gemist, maar ik vond het niet heel erg. Ik had het waarschijnlijk toch niet aangekund. 

(NL) Falling DawnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu