Hoofdstuk 29 - Silhouet
Het maanlicht scheen door mijn raam naar binnen. Het had een volledig vierkantje op mijn vloer opgelicht, was het niet voor het feit dat er iemand een deel van het licht blokkeerde. Gekleed in een simpel donker shirt en zwarte spijkerbroek, kon ik alleen een silhouet uitmaken van de persoon die voor mijn bed stond. Hij was lang, zeker een kop groter dan ik. Zijn haar stond in sommige plukken omhoog, alsof hij door de wind had gelopen. Hij had brede schouders en zijn gespierde armen hingen langs zijn zij. Niet over elkaar geslagen, of in zijn broekzakken gestoken op een relaxte, ontspannen manier – zoals ik het kende – maar eerder gespannen, aftastend, alsof hij mijn reactie afwachtte.
Zelfs zijn benen stonden stijf tegen de grond, zijn voeten net iets uit elkaar, niet ontspannen zoals hij altijd was. Hij maakte totaal geen beweging, stond als een standbeeld daar in mijn kamer, voor mijn bed. Ik voelde zijn ogen op mij, mijn gezicht intens onderzoekend. Zijn staar voelde zwaar op me en ik voelde zijn ogen gewoon bijna over mijn lichaam glijden. Over mijn shirt, naar beneden tot uiteindelijk mijn blote benen.
Ik was me opeens heel erg bewust van het feit dat ik bijna geen kleren aan had. Het te grote shirt kwam maar tot net over mijn billen.
Ik was te verstijfd om mezelf te bedekken. In mijn linkerhand had ik mijn handdoek nog vast waarmee ik nog geen minuut geleden in mijn haar wreef om het droog te krijgen. Ik wist niet wat ik voelde. Een mengsel van verschillende emoties vloog door me heen, allemaal zichtbaar op mijn gezicht. Het eerste wat ik voelde was verbazing. Wat deed hij hier? Waarom?
Daarna kwamen droefheid en zelfs een beetje angst. Een angst die in de afgelopen weken was opgekomen. Een angst om wat ik had ontdekt en wat hij me allemaal kon aandoen. Tenslotte greep woede de overhand.
Maar iets hield me tegen om wat de doen, of te zeggen. Uiteindelijk rolde zijn naam over mijn lippen, twee lettergrepen – een adem – zachter dan een fluister, "David."
Hij leek wat te ontspannen, zijn vingers spannend en weer ontspannend. Maar hij had verkeerd gedacht. Ik zocht naar een voorwerp dat het dichts bij me stond, maar het enige wat ik zag was de handdoek in mijn hand. Ik haalde diep adem en met alle woede die ik in me had gooide ik de handdoek in zijn richting.
In een reflex dook David naar beneden en de handdoek kwam met een doffe plof tegen de muur aan, wat me alleen maar bozer maakte. Ik kneep mijn ogen samen en balde mijn vuisten. "Uit mijn kamer," commandeerde ik. Hij moest weg. Niet alleen omdat ik boos was, wat ook een grote rol speelde, maar vooral ook omdat ik bang was. Een ander soort angst dan dat ik net had genoemd.
De angst dat ik hem zou vergeven. De angst voor wat er zou gebeuren als ik hem vergaf. Hij stond nog steeds in mijn kamer, voor mijn bed, en ik had nauwelijks kleren aan. Ik had hem zo lang niet meer gezien, ik wist niet hoe mijn lichaam zou reageren op hem. Zolang ik boos was, was het allemaal goed, dan kon ik mezelf bedwingen, dat wist ik uit ervaring. Dus dat moest ik zo houden.
"Luciana," zijn stem was zacht, schor en ik ontdekte een soort emotie, hij was weer recht gaan staan, zijn schouders weer gespannen. David had geen emotie als hij praatte, behalve misschien spot, waarmee hij vaak tegen mij sprak. "Alsjeblieft."
David zei ook geen alsjeblieft, niet op de manier zoals hij het nu zei. Er was iets anders. Toch voelde het heerlijk om weer eens mijn hele naam te horen. Mijn naam, perfect uitgesproken op een manier die alleen David kon. Alsof het iets speciaals was.
De stilte tussen ons was geladen en ik vouwde mijn armen over elkaar, strak kijkend naar de plek waar ik zijn ogen verwachtte. Mijn adem kwam zwaar, bijna hijgend terwijl ik probeerde mijn woede te onderdrukken, en alle overige emoties. Ik moest stil blijven staan, ik moest de drang weerhouden om naar hem toe te rennen. Zijn warmte, nog geen vijf meter van mij vandaan. Ik moest me focussen op de woede die ik voelde. Daar was ik veilig.
JE LEEST
(NL) Falling Dawn
Mystery / Thriller"Sometimes the heart sees what is invisible to the eyes..." Op het moment dat Lucy Wilder voor het eerst David Morrison in de ogen kijkt, weet ze dat er iets anders is aan hem. Niet dat ze hem iets kan verwijten, Lucy is zelf ook op eigenaardige wij...