39. Vallen

209 16 1
                                    

Hoofdstuk 39 - Vallen

Vreemd hoe de realiteit zo verschillend kan zijn van je verbeelding. Ik kon me niet herinneren hoe vaak ik dit moment in mijn hoofd had afgespeeld, maar geen van de gevallen leken ook maar iets op deze. 

Nooit had ik verwacht dat ik hier zou staan, in de achtertuin van Matt, die eigenlijk Damiano bleek te zijn en die ik zojuist in het vuur had achtergelaten om te sterven. 

Te veel gedachtes vlogen door mijn hoofd om ergens nog normaal over na te kunnen denken. Cyrano stond voor me, het moment was hier. Nog even en ik zou ook dood zijn.

De realiteit leek wel een andere wereld. Ik had me tientallen keren voorgesteld hoe het zou zijn als het moment daar zou zijn. Maar nu dat echt zo was, wist ik niet eens hoe ik me voelde. Ik was verdoofd. Ik voelde niets meer, niet eens angst. Ik stond daar gewoon, afwachtend van wat er zou gebeuren.

Zou Cyrano wachten, of zou het zo voorbij zijn? Zou het pijn doen? Zou ik er niet eens iets van voelen? De vragen kwamen in me op, maar ik nam niet eens de moeite om over een antwoord na te denken. Ik zou het antwoord vanzelf wel te weten komen.

Een ding was zeker, ik had nooit verwacht dit gezicht te zien toen Cyrano van onder de boom uitstapte. Dit gezicht was in geen van mijn verbeeldingen opgekomen, in geen van mijn zelfbedachte scenario's.

Onbewust was ik ervan uitgegaan dat ik Cyrano niet zou kennen. Dat hij mijn hele leven lang als een schaduw achter me aan had gezeten. Dat hij geen deel van mijn leven had uitgemaakt.

Maar, ik wist dat Jason er iets mee te maken had. En op dat moment klikte er iets. Iets zo onlogisch.

Ik had er nooit eerder bij stil gestaan. Hoe had ik ook kunnen verwachten dat het zo voor de hand liggend was. Dat het zo aan mijn neus voorbij was gegaan zonder er iets van de merken.

Ik keek naar Jason, die tegen de boom aan leunde, ook in het donker, maar zijn silhouet duidelijk herkenbaar. Ik zag alleen een klein lichtpuntje van zijn sigaret die hij had opgestoken en de misselijkmakende geur drong vanaf hier al mijn neus binnen.

Achter mij stond het huis nog steeds in brand, het felle licht van de vlammen in sterk contrast met de donkere nacht om ons heen.

Jason Dunville, de jongen met wie ik praktisch was opgegroeid, was de zoon van Cyrano. Het viel allemaal op zijn plek nu. Natuurlijk was Jason hier, natuurlijk had Jason meegeholpen met alles.

Het enige wat totaal niet klopte, was nog steeds het gezicht van Cyrano. Want dit was niet Cyrano – in ieder geval niet zoals ik hem kende. Onder de boom vandaan gelopen kwam geen onbekend gezicht, het was het gezicht dat behoorde tot Peter Robinson, de laatste persoon die ik hier had verwacht. De laatste persoon waarvan ik had verwacht dat hij ook in het complot zat. De laatste persoon van wie ik had verwacht dat hij het complot was.

"Jij," fluisterde ik. "Al deze tijd, was het jij."

Peter kwam naar me toe gelopen met een brede glimlach op zijn gezicht en zijn armen wijd, alsof hij een oude bekende tegenkwam. "Nou, nou, ik zou zeggen, wat fijn om jou eindelijk te mogen ontmoeten, Luciana, maar jij en ik weten allebei dat ik dan zou liegen, nietwaar? Nu is het inderdaad heel fijn jou hier te treffen, maar ik denk dat ik het 'ontmoeten' moet veranderen in 'terugzien'."

Verschillende woorden vormden zich in mijn hoofd, klaar om naar hem te worden toegeworpen, maar ze leken vast te zitten in mijn keel. Ik kon niets over mijn lippen krijgen.

"Omdat, Lucy, onze paden hebben al eerder gekruist." Hij stond nu recht voor me en liet zijn armen zakken, de glimlach nog steeds op zijn mond. "Maar, daar weet jij natuurlijk alles van, is het niet?"

(NL) Falling DawnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu