1. Realiteit

537 23 3
                                    

Hoofdstuk 1 - Realiteit

Hilafield, Engeland

December 2013

Achter de bocht kwam de Queen Elisabeth I School inzicht. De weg was glad, en ik liep voorzichtig het laatste stukje over het ijs. De verse sneeuw die vorige week was gevallen was bijna weg. Alleen ijs was overgebleven. De nog dikke sneeuw lag verspreid hoog in de bergen, te ver weg van ons.

De winters in Engeland waren koud, maar het leek alsof Hilafield het op ons gemunt had. Al vanaf eind oktober had er alleen nog maar sneeuw gelegen, wat het moeilijk maakte om te reizen.

Hilafield lag in het noorden van Engeland, ongeveer twee uur van de kust en aan de voet van een grote berg. Voor zover je de bergen hier echt bergen kon noemen. 

s' Winters was er weinig te doen en ik verlangde naar de zomer, naar de prachtige groene bomen en kleurige bloemen in allerlei kleuren die dan verschenen.

Toen ik de school in liep, vloog Celia Moore mij om de hals. "Laatste dag school!" riep ze in mijn oor. "Ik ga je zo missen," ging ze door. Ze liet me los en stapte terug. Ik bracht mijn kapsel terug in model en plukte een rode haar van mijn dure jas toen ze even niet keek.

"Kom op, het is maar twee weken," zei ik terwijl ik haar schouder pakte. 

"He, Lucy, Celia!" riep Emily Woods enthousiast door de gang toen ze ons spotte. Haar wangen waren rood door de kou en ondanks het kleine stukje dat ze moest lopen vanaf de bus naar school, zag het eruit alsof ze uren in de kou had staan wachten. Naast haar stond Audrey Chamberlain, die er zoals altijd oogverblindend uitzag met haar Aziatische trekken. Ze was zeker een van de mooiste meiden van de school met haar zwarte fluwelen lange haar dat als een kleed over haar jas hing – een feit waar ze zelf erg van op de hoogte was.

"Als jullie het niet erg vinden, ga ik graag een stukje verder binnen staan. Het vriest hier met die deur open," zei ze terwijl ze haar jas openritste en naar onze kluisjes liep. We volgde haar en hingen tegen de kluisjes aan, iets wat onze ochtendroutine was geworden. 

"Iemand al plannen voor de vakantie?" vroeg ik, terwijl ik dacht aan hoe ik in godsnaam moest overleven zonder mijn beste vriendinnen.

"Nee, maar ik heb wel een idee wat jij gaat doen," zei Celia met een zelfvoldaan glimlachje.

"En waar zit je aan te denken?" vroeg ik plagend. Ik wist precies waar ze het over had.

"Jij, Jason – ergens in een hooiberg op jullie stoeterij." Celia trok haar wenkbrauwen omhoog en tuitte haar lippen, alsof ze een goudvis was die een poging tot zoenen deed.

Ik lachte ongemakkelijk en gaf haar een tik op haar arm, de gang rondkijkend of het toevallig had gehoord. Ik maakte oogcontact met Jason die aan de andere kant van de gang stond en hij stak zijn hand op ter begroeting terwijl hij zijn richting wijzigde en naar ons liep.

"Over de duivel gesproken," giechelde Audrey terwijl ze me in de arm prikte en ook naar Jason staarde. 

"Wij gaan er even vandoor," zei Celia terwijl ze Audrey aan haar arm meetrok. Ze liepen heupwiegend richting Jason en gooide hun haren flirterig over hun schouders en glimlachte naar hem. Ik rolde mijn ogen, ze waren altijd aan het flirten met mijn vriend om te plagen.

"Veel plezier vandaag," fluisterde Emily terwijl ze me een lieve glimlach toewierp en toen achter Celia en Audrey aanliep.

Jason bereikte me en hing zijn arm over mijn kluisdeurtje en gaf me een kus op mijn wang. "Hoi," zei hij met een glimlach en ik merkte dat ik hem aanstaarde. Hij was knap.

Jason Dunville, de knapste jongen van school – en dat waren niet mijn woorden – was van mij. Mijn vriend. Ik vroeg me weleens af waar ik het geluk vandaan had, maar het maakte me eigenlijk niet uit. Ik was er blij mee. Hij kletste wat over zijn voetbaltraining gisteravond en ik knikte af en toe terwijl we samen naar het lokaal liepen.

(NL) Falling DawnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu