~56

381 2 2
                                    

Noël POV.

We lopen op het strand. Het is rond 7 uur en het is al schemerig aan het worden. Ik heb de chip vast tussen mijn duim en wijsvinger. Elke stap die ik dichterbij het water zet, voel ik meer adrenaline. Enzo, Myron en Thijs lopen achter mij, omdat ik veel sneller loop. Ik sta met mijn voeten bij het water. Elke golf komt net niet tot mijn tenen. Ik staar naar mijn voeten en de golven eromheen. Van mijn handen maak ik vuisten en ik voel woede. Iedereen komt naast me staan en knikt naar me. Mijn arm strek ik naar achter, om vervolgens heel ver te kunnen gooien. 'AAAAAH.' schreeuw ik, wanneer mijn arm naar voren zwaait en je de chip, ergens ver in het water, ziet verdwijnen. Ik hijg hard en probeer al het gevoel los te laten. Ik sluit mijn ogen voor een moment en snuif de frisse zee lucht op. Ik kom meer tot rust, wanneer ik de support van mijn beste vrienden om me heen voel. 'Zullen we nog even blijven?' vraagt Thijs. Ik schud mijn hoofd. 'Ik wil naar huis.' zeg ik stellig. Thijs knikt en we lopen richting het dorp.

Enzo POV.

'Is het goed als Myron en ik nog even blijven?' vraag ik aan Thijs. 'Ja, is goed.' zegt hij, wanneer ze dan weer verder lopen. 'Wauw.' begin ik. 'Weet je nog dat we een paar maanden precies op deze plek lagen?' zeg ik tegen Myron. Knikkend kijkt ze naar boven. 'Kijk, daar is het sterrenbeeld tweeling weer.' zegt ze gefascineerd. Ik kijk bewonderend naar haar. Ze geniet van de kleinste dingetjes en ik ben dankbaar dat ik nog met haar samen kan zijn. Ik zet een stap in haar richting en kijk haar aan. Ze kijkt mij ook aan en onze neuzen raken elkaar. Een fris, maar lekker windje waait af en toe voorbij. Ook is er niemand op het strand en lijkt het alsof we helemaal alleen op de wereld zijn. Ik sluit mijn ogen en leun naar voren met getuite lippen. Ineens voel ik een por in mijn zij en hoor ik Myron giechelen. Ik open mijn ogen en ik zie haar weg rennen. Ik lach en ren haar achterna. Met de slippers in onze handen, rennen we met blote voeten over het zand heen. Ze gilt, omdat ik steeds dichterbij kom. Ik pak haar arm vast en trek haar naar me toe. Ik begin haar te kietelen en ze zakt lachend op de grond. Ze probeert mij ook te kietelen, maar ik ben sterker, dus ze kan niet goed bewegen. 'Pas jij nou maar op voor je voet.' zeg ik, wanneer we zijn uitgelachen. We zijn bij de zijkant van het strand. Er staat een grote rots, die versterkt word door houten palen. We kijken elkaar aan in de ogen, totdat ik me omdraai. Ik leun met mijn rug tegen een houten paal, in de richting van de zee. Myron legt haar hoofd op mijn borst en ik sla mijn arm om haar heen. We bekijken de zon die langzaam onder gaat. In de tussentijd hebben we hele gesprekken met elkaar en het is heel gezellig. 

Ons geheim {Enzo Knol en Myron Koops}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu