~86

324 4 4
                                    

Enzo POV.

We stappen uit de auto, als we terug zijn op het park. We zouden met iedereen naar het strand, dus ik hoop dat ze zijn gegaan en niet wachten op ons. Myron en ik hebben geen woord gezegd tegen elkaar in de auto. En Myron kan niet stoppen met huilen. Ik voel me zo niet lekker, we hebben gewoon een ruzie gehad. Dat hebben we nooit. We lopen richting de appartementen en ik zie iedereen al staan. Ze kijken ons bezorgt aan. 'We dachten, we gaan niet zonder jullie naar het strand. We weten niet hoe ernstig het is.' zegt mijn moeder, als ze mij en Myron een knuffel geeft. 'Ik wil graag dat jullie nu wel gaan. Wij moeten dit hier even oplossen en dan kunnen jullie lekker genieten van Italië.' zeg ik verdrietig. Mijn moeder merkt dat er een spanning is tussen ons en legt haar hand op mijn schouder. 'Een ruzie hoort erbij, maar raak haar niet kwijt. Er is niemand die beter bij je past dan Myron.' fluistert ze naar me. Ik knik met een lichte glimlach. Mijn moeder vertrekt, met de rest richting het strand. Kim, Thijs en Noël gaan niet met ze mee. 

Kim loopt naar Myron toe en begint haar te knuffelen. Myron begint weer meer te huilen en samen lopen ze naar de slaapkamer. Ik ga zitten, samen met Thijs en Noël, bij de tafel buiten. 'Ik heb het verkloot.' zeg ik ineens, met een gebroken stem. De brok in mijn keel, kan ik niet langer tegenhouden en er ontsnappen tranen uit mijn ogen. 'Myron is ziek en ongelukkig over de baby en ik maak op dat moment ruzie met haar.' zeg ik hardop, terwijl ik woede in me op voel komen. 'VERDOMME.' roep ik, teleurgesteld in mezelf. En ik sla mijn vuist op tafel. De koffie kopjes en lepeltjes die er op liggen, veren voor een seconde de lucht in en landen dan weer op de tafel. Thijs en Noël schrikken. Mijn hoofd rust ik op mijn armen op de tafel, als ik dan mijn tranen laat gaan. Thijs omhelst me. 'De hele bruiloft is geplant, we hebben een geweldige week gehad en dan gebeurt er dit.' praat ik bijna onverstaanbaar tegen de tafel aan. 'Dat wat jullie hebben, gaat niet zomaar kapot na 1 ruzietje.' zegt Thijs, die me dus wel heeft verstaan. Hij aait over mijn rug heen en probeert me zo rustig te krijgen. Kim komt dan ineens naar buiten. 'Enzo?' zegt ze. Ik kijk op. 'Misschien moet je even naar Myron toe.' 'Graag.' antwoord ik. Ik sta op en open de deur, als ze me nog een knuffel geeft. 'Ze houd van je. Echt.' zegt Kim. Ik probeer snel te knipperen, zodat er geen traan tevoorschijn komt. Ik laat haar los en loop naar de slaapkamer toe. 

Ik open de deur en zie Myron op het bed zitten. Haar wangen en ogen zijn roodgekleurd en ze kijkt verdrietig. 'Myron, het spijt me dat ik zo bo-' 'Je hebt gelijk.' onderbreekt ze me. Ik kijk haar verbaasd aan en kom naast haar zitten. 'Je hebt gelijk. Het is wat het is en ik had teveel hoop, waardoor de teleurstelling nog groter word, als de baby weg moet.' zegt ze zacht. Wanneer ik mijn mond weer open, om mijn excuses aan te bieden, begint ze weer te praten. 'Ik had niet zo tegen je uit moeten vallen. Ik had meteen spijt maar ik kon het niet zeggen. Ik wist niet dat je er ook zoveel last van had.' gaat ze verder. 'Het spijt mij dat ik er niet voor je was, op de manier die je nodig had.' zeg ik. 'Ik had er niet zo nuchter over moeten doen.' 'Waarom heb je er nooit met me over gepraat?' zegt ze, want wanneer zij erover begon, vertelde ik nooit mijn gevoelens. Ik haal mijn schouders op. 'Ik wilde niet dat het om mij draaide. Je voelde je een lange tijd niet goed, dus ik wilde graag voor jou zorgen.' vertel ik. 'Praat dan nu met me. Hoe heb je je gevoeld over de miskraam?' vraagt ze met belangstelling. 'Elke avond, als je jezelf in slaap huilde, wilde ik er voor je zijn, zodat je je beter ging voelen.' Myron knikt. 'Dat hielp heel erg.' fluistert ze, verdrietig, omdat ze nu past beseft, wat dat met mij deed. 'Daarna kon ik niet goed in slaap komen, omdat ik zo aan het piekeren was. Vaak kwam ik ook alleen in slaap, door te gaan huilen.' vertel ik onzeker verder. 'Het spijt me.' zegt ze, terwijl ze me knuffelt. 'Het spijt mij ook.' huil ik mee. We vallen neer op ons bed. Mijn ogen voelen zwaar aan van al dat gehuil. 'Geen geheimen meer voor elkaar?' vraagt Myron. 'Geen geheimen meer.' zeg ik met een glimlach.

Ons geheim {Enzo Knol en Myron Koops}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu