'Angel, kom op. Ik zie het aan je ogen. Er is iets, maar je wilt het niet zeggen.'
Ik zette mijn liefste glimlach op, ook al wist ik dat het niet veel effect zou hebben.
'Echt Luca, je maakt je zorgen om niets. Er is echt niets aan de hand, echt niet. Als er iets zou zijn had ik het je wel gezegd.'
Ik legde mijn hand op zijn arm om mijn woorden kracht bij te zetten, maar de twijfel in zijn ogen was niet te missen.
Een zucht ontsnapte aan zijn lippen en hij liet het erbij, waar ik blij mee was omdat ik niets wilde delen over mijn gevoelens.
Ik was geen prater, ik kropte altijd alles op en dan eens in de zoveel tijd kwam alles in tranen naar buiten omdat ik het dan niet meer kon verdragen. Zo ging het altijd en niemand die het zag, omdat ik mijn masker op had. Mijn vertrouwde masker.
Luca keek me nog altijd bedenkelijk aan. Hij geloofde me niet, wat ik ergens ook niet zo gek vond. Hij kende me al behoorlijk lang.
Het frustreerde me wel dat hij me niet wilde geloven. Hij zei er niks meer over, maar in zijn hoofd bleef het maar malen, dat wist ik gewoon.
Hij draaide zijn hoofd en keek naar het bord. Althans, hij keek die richting uit. Ik sloeg een schrift open en begon te tekenen. Gewoon van die standaard dingen. Nu was ik een bloesemboom aan het tekenen. Het had geen bijzondere waarde voor mij, ik vond het gewoon een mooie boom.
Ik zag in mijn ooghoeken hoe hij me af en toe gadesloeg, terwijl ik ongestoord verder tekende.
De helft van de les had ik niet eens meegekregen. Toen de bel ging pakte ik snel mijn tas in, haalde mijn jas uit mijn kluisje en liep naar mijn fiets.
Daar stond een vriendin van mij, Layla. Ze had bruin, krullend haar, bruine ogen en een licht getinte huid.
'Hey Angel!'
Ik begroette haar met een glimlach, terwijl ik mijn fiets van het slot haalde.
'Heb je vanmiddag iets te doen?'
'Nee.'
'Mooi. Dan ga ik met jou mee naar huis,' zei ze met een knipoog.
'Is goed,' mompelde ik, waarna we op onze fietsen stapten en naar mijn huis fietsten.
Onderweg kletsten we over van alles en nog wat. Gewoon van die standaard gespreksonderwerpen.
Toen we thuis waren zetten we onze fietsen weg en liepen de keuken in.
In de woonkamer zag ik mijn broer, Brandon, op de bank liggen. Hij was zoals gewoonlijk weer eens tv aan het kijken.
'Hoi Brandon.'
Hij keek op, stak even zijn hand op en richtte zijn blik weer op de tv. Layla giechelde om zijn nonchalante houding en ik rolde met mijn ogen.
'Kom Lay, we gaan naar boven.'
Ik schonk twee glazen vol met cola en liep naar boven met Layla achter me aan hobbelend.
De glazen zette ik op het tafeltje bij mijn bed, terwijl Layla de deur sloot. Ze liet zich op het bed vallen en ik plofte naast haar neer.
'Angel, zeg eens eerlijk. Vind je iemand leuk?'
Ik keek haar verbaasd aan, waarna ik in de lach schoot.
'Nee. Wie zou ik leuk moeten vinden?'
Ze keek me glunderend aan en ik wist gelijk wie ze bedoelde.
'Nee Layla! Ik vind Liam niet leuk!'
Layla lag helemaal dubbel van het lachen. Ik gaf haar een por in haar zij, waarna ze me quasi boos aankeek. Ik zette mijn onschuldige lach op, waarna ze mij een duw gaf. We vielen allebei om van het lachen.
Ondanks dat ik huilde van het lachen, werd de pijn in mijn hart niet weggenomen.
Het zat er nog steeds.
En het werd niet minder.
Het werd alleen maar meer.
JE LEEST
Angel
Teen FictionEen gebeurtenis die vele harten brak, veranderde het leven van Angel, en liet haar voelen wat ze nu voelde. Een verhaal over zelfhaat, liefde, en verdriet.