Zeventien

25 2 0
                                    

Toen ik wakker werd en mijn arm zag, schoot er van alles door mijn hoofd. Waarom had ik in godsnaam in mijn arm geknepen?!

Ik zette muziek aan en toen ik dat liedje hoorde voelde ik alles van gisteravond terug komen. De pijn vloeide weer door mijn lichaam en mijn hoofd overstroomde van de gedachten. Ik besefte waarom ik in mijn arm had geknepen. Ik was gebroken toen ik dit liedje hoorde.

Ik voelde de tranen omhoog komen en ik kon ze niet verdringen. Waarom kon ik nooit een dag zonder pijn leven?

Ik voelde me totaal machteloos en begon te schreeuwen, zette mijn nagels in mijn handpalmen en balde mijn handen tot vuisten waar ik mee begon te slaan.

Ik voelde me zo ellendig. Als ik genoeg lef had gehad had ik mezelf waarschijnlijk nu neergestoken...

Na mijn hevige huilbui die uren leek te duren, maar in werkelijkheid maar een halfuur duurde, stond ik op van mijn bed en ging aan mijn bureau zitten. Ik haalde een klein boekje uit een laatje en sloeg het open. Ik zette de datum boven aan het papier en begon te schrijven. De inkt vloeide op het papier en toonde mijn gevoelens aan ieder oog die het te zien kreeg. Maar ik zou ervoor zorgen dat niemand het te zien kreeg.

Ik borg het boekje weer op en ging op mijn armen liggen. Ik voelde me gewoon een hoopje ellende. Ik voelde me niet alleen zo, ik wás het ook.

Tranen beroerden mijn armen en volgden hun weg over de halve maantjes die nog in mijn armen stonden gegraveerd.

Ik nam de moeite niet om de tranen weg te vegen. Al zouden ze littekens op mijn huid achterlaten, het maakte me niet uit. Mijn hele leven was toch al verwoest dus dit kon er ook nog wel bij.

Een golf van vermoeidheid overspoelde mij en voor ik het wist was ik in slaap gevallen.

Ik werd wakker doordat iemand me door elkaar aan het schudden was.

Ik kreunde toen ik zag dat het Brandon was.

'Laat me slapen,' klaagde ik.

'Angel, het is midden op de middag.'

'Nou en. Laat me.'

Ik had mijn ogen al weer gesloten. Ik hoorde hem zuchten en voelde twee armen om me heen die me optilden.

'Brandon,' verzuchtte ik.

'Ja?' vroeg hij onschuldig.

Ik rolde met mijn ogen.

'Oké, jij wint.'

Hij lachte.

'Ik win altijd.'

'Krachtpatser.'

'Dat weet je toch?'

'Eigendunk.'

Hij sleepte me naar mijn bed en begon me te kietelen, iets waar ik heel slecht tegen kon. Ik schreeuwde het uit van het lachen. Mijn huilbui van een paar uur geleden was ik helemaal vergeten.

Ondanks de slechte relatie met mijn familie, kon ik het af en toe goed vinden met mijn broer.

Dat was nu ook weer zo.

AngelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu