Vierentwintig

19 1 0
                                    

Het was maandag. Ik had zin in vandaag, ondanks dat ik naar school moest. Vandaag zou ik naar Jace gaan. Misschien had Layla wel gelijk; Jace was een leuke jongen, maar eigenwijs dat ik was wilde ik dat niet toegeven. Waarom? Ik was bang.

Ik besteedde meer aandacht dan normaal aan mijn haar, en stak het zorgvuldig op. Ook bracht ik lichtjes make-up aan, en mijn kleren koos ik ook zorgvuldig uit. Ik had een lichte spijkerbroek aan met een lichtroze hemdje dat bij de hals iets plooide en verder losjes om mijn lijf viel. Mijn gympen zaten het comfortabelst dus trok ik mijn gympen eronder aan. Na een tevreden blik in de spiegel te hebben geworpen, liep ik naar beneden, pakte ik de laatste spullen in, en fietste naar school.

Ik had net mijn fiets weggezet, toen Lize eraan kwam fietsen.

'Er is iets anders aan je,' zei ze, terwijl ze haar fiets op slot zette.

'Je ziet er anders uit, in de goede zin hoor!'

'Dankjewel. Ik heb vanmiddag afgesproken met Jace...'

Dat laatste fluisterde ik, en ik kreeg gelijk een rode kleur.

'Echt?! Wat leuk!'

'Maar niets tegen Layla zeggen!' begon ik snel.

'Nee, ik zal niets zeggen hoor,' lachte ze.

'Dankjewel.'

'Op voorwaarde dat je me daarna alles verteld!'

'Ja, tuurlijk!' lachte ik.

De bel ging, en we liepen naar binnen.

Ik had geen zin om mijn jas in mijn kluisje te doen, dus liep ik direct door naar het lokaal, en nam achterin plaats naast Luca.

'Hey.'

'Hoi.'

Ik voelde zijn ogen branden, maar deed net alsof ik niets merkte, ondanks dat ik me er zenuwachtig door begon te voelen.

Halverwege de les begon hij te praten.

'Je ziet er anders uit vandaag,' merkte hij op.

'Je straalt helemaal.'

'Dankjewel,' zei ik blozend.

Ik wendde me tot mijn schrift, en begon op een lege pagina te tekenen. Een gezicht, een lachend gezicht, maar daarachter tranen die niet gezien werden. Pijn die alleen zij voelde. Ik tekende mijn masker, maar dan mooier.

Toen de laatste bel ging, liep ik naar de fietsenstalling, en zag hem nonchalant tegen zijn fiets aangeleund staan. Een onweerstaanbare lach trok over zijn gezicht toen hij mij zag, en ik begon lichtjes te blozen.

'Hey,' zei hij.

'Hoi,' antwoordde ik.

'Je ziet er mooi uit,' zei hij, en ik voelde een vuur in mij oplaaien.

'Dankjewel,' bloosde ik.

'Waar wil je heen?' vroeg hij.

'Eh, maakt niet uit,' zei ik, en keek naar mijn voet, waar ik rondjes mee aan het draaien was.

'Naar mijn huis?' vroeg hij, en glimlachte. 

'Ja, is goed.' 

Ik pakte mijn fiets, stapte op, en samen met Jace fietste ik weg.

AngelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu