16. Wat als?

316 7 0
                                    


(Dave)

Het wachten op Vanessa duurt lang. Ik zit hier in de wachtzaal en begin in frustratie op mijn nagels te bijten. Een verpleegster heeft net een water gebracht en deze op het tafeltje voor mij gezet, maar ik heb de beker op dit moment nog niet eens aangeraakt. De dokter die Vanessa geroepen heeft komt het onderzoekslokaal uitgewandeld. Ze kijkt met een bezorgde uitdrukking mijn richting uit. 'Meneer, Lavens. Zou Vanessa deze avond bij u thuis kunnen overnachten? Ik heb met haar enkele opties overlopen, maar haar vriendin is weg en Vanessa heeft volgens mij nood aan een plaats waar ze weet dat er iemand is. Ze stelde uw plaats voor, maar was onzeker...'

Zonder na te denken antwoord ik: 'Natuurlijk, mag ze bij mij thuis overnachten. Ik heb een extra kamer.'

'Goed,' zegt de dokter met een glimlach.

Een paar minuten later komt Vanessa de kamer uitgewandeld. Ik sta recht en kijk naar de rode pafferige ogen van Vanessa. Ze kijkt onmiddellijk naar de grond en er is een kleine stilte. Ik weet niet wat ik moet doen. Haar troosten? Haar een knuffel geven? Wil ze dat of zou ze huiveren, aangezien ze net misbruikt is? Nu word ik woedend. Mijn neef heeft haar dit aangedaan. Wacht tot ik hem in mijn greep krijg. Ik sla zijn vuile muil tot moes. Ik bal mijn vuisten en schrik als een hand mijn arm zachtjes aanraakt en wrijft over mijn gekneusde knokkels. 'Dave? Is alles goed? Moet er ijs op?' Ik kijk van mijn hand naar de vragende ogen van Vanessa. Heeft zij mij nu net gevraagd of het goed gaat met mij, terwijl zij degene is die net zoiets heeft gruwelijks heeft tegengekomen? Ik vraag met een kleine lach op mijn lippen: 'Moet ik niet vragen hoe het met jou gaat? Je hebt net...' Vanessa huivert. Ze wrijft nu met haar ene hand over haar arm en vraagt fluisterend: 'Zijn we hier weg? Ik wil me wassen en alles zo snel mogelijk vergeten.'

'Natuurlijk,' antwoord ik en neem snel mijn jas van de stoel. We wandelen in stilte naast elkaar naar de uitgang. De rit is ook heel erg stil. Ik weet niet wat ik moet zeggen of vragen.

Als we thuis zijn vraag ik haar of ze nog iets wil eten, maar Vanessa weigert en wil naar bed. Ik wil haar naar de logeerkamer brengen, maar ze wil alleen gaan.

Ik zet me nog een tijd aan het keukeneiland en staar een tijdje naar het zwarte scherm van mijn laptop. Met een diepe zucht ga ik naar boven en stop aan de deur van Vanessa haar kamer, voor ik enkele spullen -die ze volgens mij zal nodig hebben- in de kamer leg. Ik hoor haar zacht gesnik vanuit de badkamer. Ik sta voor haar badkamerdeur met mijn hand in de lucht en krijg een krop in mijn keel. Ik klop niet, want ik ben bang dat ik haar zal laten schrikken en ga met een slecht gevoel naar mijn kamer.

Dit wordt een slapeloze nacht voor mij met veel 'wat-als-vragen'. Wat als ik vroeger was? Wat als ik onmiddellijk die foto's had getoond? Wat als...?

Huishoudster (Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu