3. Lange nacht

213 8 0
                                    

Het lijkt een eeuwigheid te duren voordat Sofie stopt met draaien, de goede houding lijkt er niet te zijn en elke mogelijke manier om te liggen heeft ze al geprobeerd. 

"Soof?" "Hm?" "Paracetamol?" Vraagt Matthyas zacht, terwijl hij het licht al aanknipt. Ze knikt zacht en verandert met een geïrriteerde zucht weer van houding. 

Matthy haalt het pakje pijnstilling van zijn nachtkastje. De laatste was al drie uur geleden dus ze mag weer een nieuwe. Hij pakt het flesje water en een van de pilletjes en helpt Sofie overeind. 

Hij lacht zacht als hij ziet hoe ze met moeite de pil door probeert te slikken. Een van de dingen die ze echt niet kan, pillen slikken, net een reiger.

Als ze na meerdere pogingen eindelijk het pilletje heeft door kunnen slikken heeft ze een klein tevreden lachje. Matthyas schiet ook in de lach en geeft haar een kusje op d'r wang. "Ik haal morgen de oplosbare", fluistert hij, terwijl ze haar weer terug op haar kussen trekt. Sofie komt weer tegen hem aan liggen en legt haar hand op zijn borst. "Dat wordt zeer gewaardeerd", fluistert ze met een vermoeide stem.


Matthyas wordt als lichte slaper langzaam wakker van het paniekerige gemompel en vele gedraai naast hem. Hij kijkt even op zijn wekker. Half vier, verdomme. 

"Soof, wat is er?" Hij klikt het nachtlampje weer aan en heeft niet heel lang nodig om te zien dat het niet goed gaat. Ze praat en praat, niet echt verstaanbare woorden komen haar mond uit, terwijl ze wild blijft bewegen. 

"Sofie, wordt maar wakker", fluistert hij, terwijl zijn handen over haar armen wrijven in de hoop dat ze stil blijft liggen. 

Hij kijkt bezorgd naar haar en weet even niet wat hij moet doen. "Verdomme", vloekt hij binnensmonds. Hij laat haar voorzichtig weer los en springt het bed uit.

Hij rent naar zijn deur en gooit die wild open. "Jongens help", schreeuwt hij machteloos. Hij weet dat de jongens allemaal diepe slapers zijn, maar hier kunnen ze toch niet doorheen slapen?

Hij rent terug naar Sofie en hoort godzijdank twee deuren opengaan. Rob en Koen rennen met paniek de kamer in. Ze weten niet wat ze aan zullen treffen en hebben alle reden om van het ergste uit te gaan. 

Rob loopt naar Sofie toe en voelt even aan haar voorhoofd. "Matthy wat is er gebeurd?" "Rob ze wordt niet wakker help", begint Matthy, terwijl de paniek bij hem flink omhoog stijgt. Koen loopt snel naar hem toe en helpt hem naar de bureaustoel aan de andere kant van de kamer. "Rustig aan Matt, niks om je zorgen over te maken, ze wordt zo wel weer wakker", sust hij de man. 

Rob tikt een paar keer tegen haar wang, wat ervoor zorgt dat Sofie in paniek met haar ogen wijd open overeind komt zitten. "Het is oké Soof, ik ben het maar." "Matthy, waar is Matt?" Ze klinkt doodsbang en helemaal in de war. Haar ogen gaan de zwakverlichte kamer af, op zoek naar haar vriend.

"Matt is er ook, kom even liggen." Rob duwt haar zacht terug het bed in en streelt over haar arm. "Hij was er Rob, echt waar", snikt Sofie. Rob zucht, natuurlijk refereert ze naar de man die haar gisteravond had misbruikt. De man die haar hoofd voorlopig niet uit zou gaan. "Het was een droom Soof, echt waar. Wij zijn er nu en hij is hier niet", kalmeert hij haar.

Mat komt uit de half donkere kamer naar het bed gelopen en komt zo langzaam in het licht tevoorschijn. "Hey liefje, ik ben er, het is goed." Sofie kijkt geschrokken door de stem op en vliegt Matthyas al snel om de nek. Hij wrijft zacht over haar rug en probeert zijn eigen tranen in te houden wanneer haar snikken diep in zijn lichaam te voelen zijn. 

"Matt, redden jullie je?" Vraagt Koen voorzichtig als Sofie eindelijk tot rust gekomen is. Matthy knikt zachtjes naar zijn twee vrienden en na een zachte 'dankje', lopen ze de deur weer uit, terug naar hun eigen kamers. 

Matthy kijkt in de donkere, vermoeide ogen van Sofie. Zou ze überhaupt wel fatsoenlijk nachtrust gehad hebben de afgelopen uurtjes.

"Matt, maak je niet zo een zorgen, alles komt goed", fluistert Sofie, terwijl ze naar zijn hand uitreikt. Ze voelt de paniek gewoon in de kamer hangen en weer ook wel haar geliefde zich zorgen maakt. Hij herhaalt zacht met een lichte twijfeling haar laatste drie woorden. "Alles komt goed", fluistert hij.


Als Sofie voor de zoveelste keer die nacht wakker schiet, is het al half zes, nog steeds veel te vroeg, maar ze kan echt niet meer slapen. 

Ze loopt zacht naar beneden en pakt beneden gelijk een glas water. Met een klein sprongetje komt ze op het aanrecht te zitten. Ze kijkt voor zich uit, zonder dat er echt iets in haar omgaat, voorzichtig wrijft ze over de sneeën in haar knokkels en sist iedere keer de pijn weg als ze er net te hard overheen gaat. 

De deur van de keuken gaat open, Sofie kijkt niet op of om, het kan d'r echt vrij weinig boeien wie er nu de keuken inloopt. "Hey", hoort ze zachtjes. 

Ze kijkt even op naar Rob als ze de zachte stof van een dekentje tegen haar aanvoelt. Rob komt op het keukeneiland tegenover haar zitten en neemt ook een slok van een glas water.

"Wil je praten?" Vraagt hij voorzichtig. Sofie kijkt hem aan, van haar gezicht is geen emotie af te lezen, geen verdriet, boosheid of blijheid. Ze heeft enkel die donkere, koude blik in haar ogen, de blik die Rob hoopte nooit meer te zien.

"Ik wil dat het weggaat, het doet zoveel pijn Rob", smeekt ze met een schokkende stem. Ze slaat haar handen voor haar ogen wanneer de tranen omhoog komen en haalt met grote happen adem. 

Rob kijkt haar aan, een bezorgd glimlachje tekent zijn lippen. "Soof, het komt echt wel goed." Sofie schudt haar hoofd en laat haar handen weer zakken. "Nee Rob, het komt niet goed", fluistert ze met de nog steeds trillende stem. 

Rob loopt snel naar de hoek van de keuken waar altijd een doos tissues staat en rijkt die aan Sofie aan. "Soof, wat heeft hij allemaal gezegd?" Vraagt hij streng, bang voor het antwoord. Het is stil in de kamer, ze geeft Rob geen blik. Rob schudt zijn hoofd en komt naast haar zitten. "Het heeft je pijn gedaan he, wat hij zei?" Ze knikt en laat haar hoofd tegen zijn schouder vallen, vlak voordat de tranen weer op komen. 

Het doet Rob zo een pijn. Hij weet dat wat hij ook zegt, Sofie het toch niet van hem aanneemt. Alles wat ze sinds jong meisje af aan al op heeft moeten bouwen is in een klein uurtje, op een avond, in het niets op gegaan. 

"Sofie, ze lullen maar wat oké, ze zijn allemaal fucking high en weten niet wat ze zeggen, je moet niets van ze aannemen." Ze schudt haar hoofd en gaat met tranen in haar ogen op bed zitten. Zenuwachtig speelt ze met de stof van haar jurkje, terwijl ze in de spiegel tegenover haar kijkt.

"Echt waar meissie." Rob komt naast haar zitten en kijkt haar even aan. Zijn hand ligt troostend op haar bovenbeen en probeert zo te laten weten dat hij er voor haar is. Ze kijkt weg van de spiegel, naar Rob en laat zich huilend tegen hem aanvallen. 

Hoe kon Milo zo stom zijn om zijn vrienden met zijn zusje te laten. Ze is elf ze moet niet in contact zijn met van die domme mensen die constant alles doen wat god verboden heeft.



Met elkaar komt het wel goed toch?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu