18. We missen je

90 4 0
                                    

Woensdag 8 April, een moeilijke dag voor Milo Sofie en Frank. De dag waarop ze hun vriend en boer nog meer missen dan normaal. Sem, de jongen die zo gemist werd rond deze datum. Tien jaar geleden besloot hij klaar te zijn met het leven. Één sprong en de jongen was er niet meer, nooit meer, geen laatste knuffel of laatste vaarwel, zelfs geen laatste keer de jongen zien, nooit meer is hij teruggevonden. 

Toen was Milo als veertienjarig jongetje ineens de oudste, de verantwoordelijke. Hij krees ineens de taak om voor zijn zusje te zorgen. Godzijdank besloot Frank om na de dood van zijn beste vriend bij de twee nabestaanden te blijven en had hij voor Sem de taak als grote broer overgenomen.


Frank en Nick stappen het huis binnen. Koen, Rob, Raoul en Matthyas waren al beneden. Raoul glimlacht zachtjes als hij Frank ineens ziet staan. Hij loopt naar hem toe en geeft hem een bemoedigend klopje op zijn rug. Normaal op deze dag zat Frank in zijn kamer, dit was zijn zwakke punt. Tien jaar lang was de man op 8 April niet zijn kamer uit gekomen, maar vandaag zou dat eindelijk anders gaan.

Frank wordt aan tafel gezet en krijgt al snel een vers gebakken croissantje voor hem geschoven. Hij kijkt dankbaar op naar Rob die met een kleine glimlach knikt. Nick legt zijn warme handen even over Frank zijn schouders en fluistert hem iets toe, waar Frank dan toch zachtjes om moet lachen. 

Sofie en Milo lopen toevallig op dat moment ook de keuken in. Ze hadden eerst even samen gezeten op Milo zijn kamer. Elkaar even de moed inspreken. 

"Hey jongens, ontbijt even, we vertrekken over twintig minuutjes." de twee komen ook aan de ontbijttafel zitten en geven Frank allebei een bemoedigende blik. Samen konden ze deze dag wel aan. 


Na een halfuurtje in de auto te hebben gezeten, krijgt Frank ineens een nostalgisch gevoel. Hij kijkt naar buiten en ziet dan het grote grijze gebouw staan. "Echt waar?" Frank schreeuwt het bijna uit. "Gaan we motorcrossen?" Raoul knikt en krijgt helemaal een warm van Frank zijn reactie. 

Hij en Sem deden het vroeger altijd, de twee hebben samen heel wat kilometertjes afgereden op de motorbaan hier. Standaard op de woensdag middag, het liefst ook Zaterdag maar dat lukte niet altijd.

Na een korte uitleg van een instructeur mogen ze van start. Raoul moet zacht lachen als hij ziet hoe Frank het duidelijk nog in zich heeft. Met volle snelheid scheurt hij over de baan heen, duidelijk niet bang om te vallen. Frank genoot van elke meter, even was hij weer de jongen van zeventien die met zijn beste vriend voor het leven alles kon vergeten. 

Milo lijkt het ook al snel op te pakken. Vroeger mocht hij heel af en toe mee met Frank en Sem en die paar keren hebben wonderbaarlijk veel effect gehad. 

Alle acht hebben ze de tijd van hun leven, in teken van Sem konden ze dit doen en dat voelde goed, ondanks dat niet iedereen Sem even goed kenden, wilden ze allemaal vandaag er alles aan doen om de jongen te herdenken. 


Na het motorrijden word er doorgereden naar de begraafplaats. "Neem de tijd", zegt Koen nog zacht als de drie de begraafplaats op lopen. Sofie knikt en veegt de eerste traan al weg. Milo, Frank en Sofie lopen achter elkaar aan naar de grafsteen waar in sierletters Sem zijn naam en een Bijbeltekst op staat.

Bij alle drie vallen er tranen. Frank kijkt even op naar de lucht en legt de bos rozen op het kiezelgraf. Sofie veegt de tranen die op een snel tempo vallen weg, god wat had ze nu graag gewoon een minuutje met haar broer gehad. Ze wilde hem gewoon vertellen dat ze spijt had van de ruzies die ze weleens hadden en dat ze hem miste. Ze miste hem zo onnoemelijk veel.

Frank merkt hoe overstuur Sofie is en pakt haar hand vast. "Het is goed zo Sofie", fluistert hij zacht, terwijl hij zijn arm om haar heen slaat. Milo laat zich op zijn knieën zakken en veegt het beetje modder van de grafsteen af. 

"We missen je Sem", zegt hij zacht. "Nog elke dag", voegt hij er snikkend aan toe. 


's Avonds beland de groep al snel op de bank met ieder een drankje. "Op Sem", word er geproost als iedereen zijn glas de lucht in heft.

Nog geen vijf minuten later voelt Frank iets tegen zijn schouder. hij kijkt op en glimlacht zachtjes als hij Sofie in slaap tegen zijn schouder ziet liggen. "Rob gooi even een dekentje." Rob pakt een dekentje uit de mand naast zich en legt die zorgvuldig over de schone slaapster heen.

Na een halfuurtje staat Matthyas een beetje onhandig op. "Ik til d'r wel naar bed, dan kan jij naar huis Frank." Frank kijkt hem even aan en schudt dan zijn hoofd. Matthy is doodmoe dat ziet hij aan alles. "Ik til d'r wel, ga jij maar naar boven." Hij knikt dankbaar en loopt richting de trap.

Frank zegt tegen Nick dat ze hierna wel echt naar huis gaan, aangezien het al laat is en loopt dan met Sofie in zijn armen naar boven. 

Sofie wordt even wakker en kijkt in de war naar Frank. "Ga maar weer slapen, ik breng je naar bed." Zonder verdere vragen te stellen, sluit ze haar ogen weer. 

Frank legt Sofie op bed en kijkt een tijdje naar hoe ze ademt. In en dan weer heel langzaam uit. Zijn ogen scannen haar hele lichaam, waarna hij zachtjes zucht. "Oh Soof wat doe je jezelf aan", fluistert hij. Hij was bang Sofie te verliezen, de vrouw was er steeds zieker uit gaan zien en had steeds minder energie, ze verloor haarzelf steeds meer. 

Matthyas komt vanuit de badkamer de slaapkamer ingelopen. "Bedankt Frank", zegt hij zacht als hij ziet dat Sofie al op bed ligt. 

"Geen probleem Mat, slaap lekker he." Matthy knikt zacht en wenst Frank ook nog een goeie nacht. Waarna Frank met zijn gedachte nog bij Sofie naar beneden loopt.

"Frank blijf jij bij d'r? Ik probeer Miel wel te bellen", zegt Rob zacht. Frank knikt zacht en loopt Sofie's kamer in. Het meisje had nu al drie dagen koorts en het leek niet veel beter te worden. Nog geen week geleden had ze in het ziekenhuis gelegen voor haar eetstoornis, dus ze was sowieso zwakjes, daarom was er vrijwel continu iemand bij haar afgelopen week. 

Al snel hoort hij gehoest hij legt zijn telefoon gelijk weg en richt zich op het meisje. "Hey rustig maar Soof." Het hoesten stopt en ze kijkt hem en beetje bang aan. "Waar zijn Rob en Milo?" "Rob is beneden en Milo is even weg naar een paar vrienden."  Ze schudt snel haar hoofd, ze weet dondersgoed dat Milo weer iets doms had gedaan.

"Frank, ik ben niet achterlijk." Haar stem is schor. Fran weet even niet wat hij moet antwoorden.

"Kom", zegt Sofie ineens. Frank doet wat ze zegt en komt bij haar liggen. hij pakt zijn telefoon erbij en ze beginnen samen een van de zoveelste YouTube filmpjes te kijken, totdat ze in slaap valt.

Frank moet zacht lachen als hij naast d'r kijkt en ze haar ogen al weer dicht heeft. Hij trekt het dekentje nog iets beter over het meisje heen en geeft haar een kus op haar wang. Zijn handen glijden door haar haren. 

Hij blijft nog liggen, hij laat haar nu niet alleen, nu niet nooit niet. 



Met elkaar komt het wel goed toch?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu