23. Blijf nog even

100 5 2
                                    

"Ter Reegen?" Alle zes de mannen kijken op als ze ineens een van de artsen in de wachtkamer zien staan. "Jullie mogen naar haar toe, maar ze is nog niet wakker." De jongens weten niet hoe snel ze op moeten staan. Ze rennen bijna de kamer in, dit keer wetende wat precies ze aan gaan treffen. 

Matthyas kijkt even om naar Frank, de man die nog niet van zijn zijde is geweken sinds het moment dat de ambulance er was. Frank knikt zachtjes. Matthy loopt voorzichtig naar het ziekenhuisbed toe. Elke stap lijkt zwaarder te zijn dan de vorige. Hij komt op de stoel naast het bed zitten en pakt haar koude hand vast. "Hey Soof", zegt hij met een lage stem door zijn dichte keel.

Zijn vingers wrijven zacht over haar tengere hand en hij fluistert iets wat alleen Sofie zou kunnen horen.

Milo komt ook bij het bed te zitten. Hij strijkt even over haar wang en dan door haar haren heen. De wereld lijkt even stil te staan. Zijn vingers glijden langs de sonde die net geplaatst is, het infuus en de stikkers rond haar hart. Hij schudt met tranen in zijn ogen zijn hoofd, wetend dat hij niet te lang hier moet blijven, omdat hij het gewoon niet aan kan. 

De komende nachten zou dit plaatje namelijk elke nacht weer terug komen in zijn dromen. Elke keer zou hij 's nachts weer bij het ziekenhuisbed zitten naast het zelfde bleke meisje, elke nacht weer zou de nachtmerrie zich herhalen, wetende dat de nachtmerrie niet voorbij is wanneer hij schreeuwend zijn ogen opent. 

Er komt een arts naar Frank toegelopen. Ze kennen elkaar duidelijk al, aangezien Frank haar begroet met Annemiek. Heel zachtjes bespreken de twee in een hoekje van de kamer de situatie, af en toe gaat hun blik naar de monitoren en de vrouw in het bed om vervolgens met korte woorden te omschrijven wat er nou precies aan de hand is.

Frank knikt en bedankt de vrouw, om vervolgens bij de jongens te zitten. Hij schraapt zijn keel en begint dan aan een stuk door te vertellen wat hem net gezegd is. 

"Ze is nog heel zwak en ze word voorlopig waarschijnlijk niet wakker. Ze ligt voor nu in coma en kan ook nog niet zelfstandig ademen. Morgen denken ze een verder plan te hebben." Het wordt even stil, een stilte die niemand durft te doorbreken. Milo is de enige die de vraag die iedereen in zijn hoofd heeft durft te stellen. "Frank, wordt ze nog wakker?" Aarzelt hij zacht. 

Frank laat zich in een stoel zakken en zucht even diep. "Ik weet het echt niet jongens, waarschijnlijk voor de komende week sowieso niet."

Iedereen valt stil en voor even lijkt er geen zuurstof meer te zijn in de kamer. Niemand heeft nog iets te zeggen of vragen. Hoe zit het met de opnames morgen? Maakt niet uit. Wanneer gaan we naar huis?  Maakt niet uit. Is het huis wel op slot gedaan? Maakt niet uit. Niks maakte nu nog uit, alleen de vrouw waar iedereen met een beangstigde blik naar staart.

Sommige verlaten na een tijdje de kamer, anderen verlaten het bed niet. Na een tijdje zitten enkel Koen en Matthyas er. Beiden in eigen gedachten verzonken. 

Ineens schrikt Matthyas op van een hand rond zijn schouder. Hij kijkt recht in de ogen van Frank die daar god mag weten hoe lang al staat. 

"Hey Mat, ik ga naar huis en breng Raoul, Koen en Miel ook thuis. Rob wil nog even blijven. Jij ook?" Matthy knikt snel en houdt bijna angstig Sofie's hand vast, bang dat hij weg wordt gehaald. "Oké, Annemiek die vrouw die er net was, moet nog doorwerken tot half twee, dat duurt nog een uurtje. Ze woont ook in Rhoon en brengt jullie thuis. Als er wat is dan app of bel je, oké?" 

Matthy knikt en legt haar hoofd weer op het harde matras van Sofie's bed. Frank geeft een zachte glimlach, een troostende glimlach en loopt dan naar de deur waar Milo Koen en Raoul al klaar staan.


Eenmaal thuis loopt Rob gelijk door naar zijn kamer. De stilte zorgt er voor dat zijn gevoelens er ineens nog dieper inhakken.

Hij schopt zijn schoenen uit en verstopt zich dan diep in zijn dekens. Het voelt verschrikkelijk om te weten dat er niemand in de kamer naast die van hem ligt. Geen Sofie en geen Matthy. Ineens zou hij het niet meer erg vinden als de twee tot 's avonds laat zitten te lachen waardoor hij niet kon slapen, ineens wilde hij niks liever dan dat hij de twee tot veel te laat hoorde gamen. 

De tranen laten donkere stempels achter op zijn grijze kussensloop. Zijn lichaam schokt bij elke snik en er lijkt amper meer lucht te zijn in de ruimte.

Hij zou niet weten hoe lang hij daar heeft gelegen, misschien minuten, misschien een kwartier, misschien een uur. Maar ineens zakt het bed naast hem in. Hij draait zich om en ziet dan Frank. Zonder iets te zeggen komt Rob tegen hem aan liggen.

"Laat het maar gaan maatje", fluistert Frank zacht. Rob voelt eindelijk een beetje rust als Frank zijn grote handen over zijn rug strelen en hij Frank zijn ademhaling kan voelen. 

Frank zijn shirt is al snel doorweekt van de tranen, maar het kan hem echt niks schelen. Rob had hem nodig, dat maakte nu als enige uit. 


Blijf nog evеn, even, ook al weet ik hoe laat het is
Je mag me vergeten, maar voordat dit moment weer begraven ligt
Wil ik nog één keer weten dat je ziet wie d'r voor je staat
Blijf nog even, voordat je weer terug naar het donker gaat
Nog één keer voelen hoe je ogen bij me zijn
Nog één keer dat je net als vroeger naar me kijkt



Met elkaar komt het wel goed toch?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu