13. Beloofd?

112 4 0
                                    

Ook Rob komt de kamer ingelopen. Milo die al enige tijd op de bank zit kijkt hem even aan en denkt na. 

Hoe langer hij er over nadenkt hoe minder hij begrijpt waarom Rob altijd bij hem is gebleven.  Misschien omdat hij Sofie wilde beschermen, misschien omdat hij bleef geloven dat Milo een goed persoon zou kunnen zijn. Niemand weet waarom, maar Milo is nog elke dag blij dat hij bleef, zonder hem was er misschien wel nooit een eind gekomen aan die zware periode, of er was juist wel een einde gekomen, op een manier die nu eigenlijk niet te bedenken is.

Zijn gedachten gaan ook naar de avond van gisteren, wat had hij fouten gemaakt. Hij kan Rob gewoon niet te lang aankijken zonder zijn paniek van gister weer te zien. 

"Soof, ik moet even wat opnemen, kan je effe helpen?" Milo kijkt niemand aan als hij het vraagt, hij is dood en dood zenuwachtig. Hij zou zijn grootste geheim van de afgelopen maanden tegen Sofie vertellen, hij zou eindelijk open kaart spelen.

Ze lopen samen de kamer van Milo in, het was er best een bende, maar dat maakte geen van beiden wat uit. Sofie kijkt haar broer zuchtend aan, ze voelt al de hele dag een gespannen sfeer hangen en weet eigenlijk niet wat er nou aan de hand is. Ze heeft enkel een vermoeden.

"Soof ik moet je iets vertellen", begint Milo stotterend. Sofie zucht tevreden. "Dus iemand gaat me eindelijk vertellen wat er aan de hand is?" Milo lacht zenuwachtig en gaat ook zitten. 

"Miel ik denk dat ik het al weet." Milo trekt zijn wenkbrauwen op met een vragende blik, alsof hij haar niet verstond. "Drugs, je zit weer aan de drugs", zegt ze zacht, maar wel zelfverzekerd. 

Bij Milo begint de paniek vrij hoog te zitten, dit had hij niet zien aankomen. Hoe weet ze dat? Hoelang weet ze het al? Is ze boos?

"Soof, het spijt me zo erg, het was niet de bedoeling en nu ga ik... Nu wil ik... Nu...." Net op het punt dat het echt te veel lijkt te worden, voelt hij twee armen om zijn middel. Hij haalt snikkend adem en laat alles dan heel even al zijn zorgen en angsten los. Heel even kon hij de hele wereld aan, want hij was met zijn kleine zusje. Zijn lieve, grote, maar toch nog altijd kleine zusje.   

"Ik beloof mijn best te doen Soof, echt waar", fluistert hij. Sofie knikt zachtjes en trekt zich nog dichter naar haar broer. "Ik geloof in je Miel, altijd." 

Als de twee weer terug komen in de woonkamer, zitten ook Frank en Nick er. Frank kijkt op als broer en zus de woonkamer inlopen. Hij kijkt nog wat angstig naar de oudste. Zou hij echt niet boos op hem zijn? Rob zei van niet, maar dat was gister, is hij nu wel kwaad?

Milo geeft een klein lachje, het lachje komt niet echt over door zijn vermoeide ogen, maar het lachje is voor Frank alles waard. Frank staat op en loopt naar de twee toe. Hij slaat zijn armen open en Miel neemt de knuffel tegen Frank zijn verwachting in aan. 

"Miel het spijt me niet, maar toch sorry." Milo lacht zachtjes, terwijl hij zich nog dichter naar Frank toe trekt. Hij is hem ergens toch wel dankbaar dat hij gisteravond Rob heeft gebeld om te vertellen dat er iets niet helemaal klopte.

Milo laat de man weer los en glimlacht klein naar hem. Frank moet ook een beetje lachen en loopt naar zijn jongere zusje toe. Het meisje was zo gebroken. De gedachte die al een hele tijd haar sloopte, is zojuist bevestigd en ze wist niet hoe ze er nou mee om moest gaan.

"Kom hier", zegt Frank zacht. Hij trekt haar in een knuffel en gaat teder door haar haren heen. Ze voelde zich even weer het kleine meisje van elf toen haar voor het eerst werd verteld dat er iets was met Milo. "Het komt weer goed Sofie, echt waar." Sofie haar tranen maken eindelijk plaats voor een klein glimlachje. 

"Beloofd?" Frank knikt zachtjes en steekt zijn pink uit. "Beloofd", zegt hij beslist, terwijl Sofie haar pink in die van hem haakt. 


Niet lang nadat ze Frank belde, waren hij en de ambulance medewerkers er. Drie mensen in lichtblauwe jassen rennen naar Milo toe, eentje stopt bij de andere twee personen die machteloos toekijken vanaf een afstandje. 

"Vrienden, familie?" Frank knikt zacht. "Beiden", zegt hij. Er komt nog een man aanlopen. "We hebben drugs in zijn bloed gevonden, weten jullie daar iets van?" Sofie schudt snel haar hoofd, maar Frank knikt vast besloten. Sofie kijkt hem in shock aan. Frank geeft haar geen blik, hij moest nu een keer eerlijk zijn.

"Ja we weten hiervan", zegt hij bevestigend op een zachte toon. "Oké, we nemen de jongen mee naar het ziekenhuis, hij is nog in levensgevaar." Sofie schrikt, Frank zei dat het goed ging komen, maar had hij wel gelijk dit keer? Houdt het nu niet een keer echt op? Ze draait zich naar Frank die haar een beetje triest aan kijkt. "Kom maar meis", fluistert hij. Sofie haar hoofd valt tegen zijn borstkast en al snel kleurt zijn shirt daar donker van de tranen.

"Waarom zei je dat?" Vraagt ze huilend. Frank ademt een keer goed in. "Omdat ze hem beter kunnen helpen als ze weten wat er aan de hand is Sofie, we hebben hem niet verraden, we helpen hem", zegt hij aan een stuk door.

"Frank gaat hij dood?" Frank kijkt het meisje neergeslagen uit. Hij kan niet zeggen dat het dit keer goed komt. Hij kan niet garanderen dat Sofie haar broer ooit nog levend zal zien. 

"Wat als ze achter de echte situatie komen?" "Ik ben negentien, volwassen dus kan jullie allebei in huis nemen als dat nodig is. Alles komt goed", fluistert hij, terwijl zijn hand maar door haar haren blijft strijken. "Beloofd?" Hij haalt zijn hand uit zijn broekzak en steekt met een klein glimlachje zijn pink uit. Hij knikt terwijl Sofie haar pink in die van hem steekt. Dit kon hij wel beloven.  


Met elkaar komt het wel goed toch?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu