21. ons sterretje

110 5 0
                                    

"Nick, ik moet ervandoor, wil jij alsjeblieft bij Sander blijven." Nick kijkt opgeschrokken op van de blokken toren die hij met zijn kleine neefje aan het maken was. "Ja, tuurlijk, is alles oké liefje?" Frank schudt zijn hoofd, terwijl hij gehaast zijn schoenen al hinkend aan trekt. "Iets met Soof, ik bel je nog wel." 

Nick staat snel op en geeft zijn vriend een kus. "Rij alsjeblieft voorzichtig", roept hij nog snel. Frank knikt enkel en gooit de deur al dicht. "Waar ome Frank heen?" Nick schudt zijn hoofd. "Zo meteen terug, eventjes boodschappen doen, maar wij gaan zo eens naar bedje toe, zullen we alvast een boekje uitkiezen?" Sander knikt enthousiast en loopt al naar de trap.

Als Frank na tien minuten al in de badkamer staat, is hij even de weg kwijt. Even ziet hij te veel gebeuren om in hem op te nemen. 

Hij hoort Raoul zachtjes tellen, iedere keer dat zijn handen weer Sofie's borstkast in duwen en ziet Matthyas beademing geven. Geschrokken rent hij naar de twee toe, Raoul kon al lang niet meer. 

"Kom maar Raoul ik neem het wel over." Raoul knikt en maakt zijn serie van dertig af, zodat de twee mannen kunnen wisselen. 

Met tranen brandend in zijn ogen begint Frank aan het werk. Hij weet als enige hier eigenlijk echt wat hij doet en hij weet ook maar al te goed dat de jongens al hun hoop op Frank stellen. Als iemand haar zo kunnen redden, dan zou het Frank wel moeten zijn toch? 

Godzijdank zijn de ambulancesirenes al te horen en flikkert het blauwe licht door het badkamerraam naar binnen. 

"Nog even Matthyas", zegt Frank zacht en buiten adem, als hij hoort hoe Raoul de deur beneden al open doet voor de ambulance medewerkers. Hij keek even op naar de jongen die zo kapot was. Hij kon dit niet aan, maar weigerde het over te laten nemen. Hij zou alles doen wat hij kon om zijn lieve vriendin weer wakker te zien worden. 

Frank zucht opgelucht als hij een zware stem hoort zeggen dat ze het overnemen. Hij maakt zijn serie af en laat zich uitgeput tegen het muurtje in de badkamer aanzakken. Hij had al zo veel mensen gereanimeerd met zijn werk, maar dit was anders, iedere keer dat zijn handen weer hard op haar lichaam duwde, voelde hij een steek in zijn hart. 

Hij kijkt weg als ze de AED tevoorschijn zien komen en kijkt snel de badkamer rond om te zien of Matthyas er nog was. Dat is het geval, de man zat met een trillend lichaam en een wazig zicht van de tranen toe te kijken vanaf een afstandje. Frank snelt zich naar hem toe en trekt hem zuchtend overeind. 

"Matthyas, je hebt het goed gedaan maatje, echt waar, kom." Matthyas kijkt Frank even aan en knikt dan met de tranen in zijn ogen. "Frank, komt het goed met d'r?" Vraagt hij met een hese stem. Frank zucht en besluit niet te reageren. Hij ondersteund zijn vriend om samen met hem in de kamer iets verderop op de bovenverdieping bij de rest te gaan zitten. 

Milo is de eerste die hij tegenkomt. Hij loopt snel op Frank af en begraaft zijn gezicht in het grijze vest van Frank. Frank wrijft met trillende handen over Milo zijn rug en verteld hem dat het oké is.

"We zijn te laat", fluistert Koen, zonder op te kijken van de muur waar hij al sinds hij door Rob in deze kamer is gezet snikkend naar staart. Frank schudt zijn hoofd. Dat mogen ze niet denken, ze moeten blijven geloven voor nu. "Ze gaan goed voor haar zorgen", zegt Frank zacht. Frank weet zelf ook wel dat zijn stem absoluut niet heel overtuigd klinkt, maar hij weet zelf eigenlijk ook niet zo goed wat hij nou moet denken of zeggen op dit moment. 

"Ik ben zo terug", zegt Frank zacht en in stilte loopt hij naar de badkamer, waar Sofie al op het brancard ligt. 

"We nemen haar mee, ze is nog steeds in levensgevaar en ademt niet zelfstandig. We doen ons uiterste best." Frank knikt stilletjes naar de man die hij bijna elke dag ziet in het ziekenhuis, dokter de Wit. "Dankjewel, we zien jullie daar, niemand is echt in staat om mee te komen denk ik." 

Een zachte "Ik wel", klinkt achter hem. Als Frank om kijkt ziet hij de gene die hij eigenlijk het minste had verwacht. Koen van Heest. "Zeker Koen?" Vraagt Frank twijfelend. Koen knikt en komt bij de twee dokters in gesprek staan. Hij zou mee gaan, hij zou Sofie niet los laten nu.

Dokter de Wit knikt en loopt dan met Koen achter hem aan de trap af, naar de ambulance. Frank steekt nog zijn hand op als hij Koen een laatste keer op ziet kijken voordat de achterdeur dicht wordt gegooid en de wagen volle snelheid weg rijdt richting het Erasmus.

Frank loopt terug naar het overgebleven groepje in de kamer van Robbie. Hij kijkt ze allemaal even aan en voelt de angst in de kamer hangen. 

"Kom", zegt hij zacht. Alle jongens staan snel op en lopen naar beneden. Frank is de enige die nu nog fatsoenlijk auto kan rijden en is dan ook degene die achter het stuur stapt. Hij start de auto en rijdt meteen vol gas het terrein af naar de snelweg, over de vluchtstrook aangezien er flinke file staat. 

Zijn knokkels kleuren wit van hoe hard hij in het stuur knijpt, en hoe zijn voet het gaspedaal verder indrukt, heeft al lang geen invloed meer op de snelheid. 


Met elkaar komt het wel goed toch?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu