Het is al laat, als de voordeur zachtjes weer van het slot wordt gedraaid. Iedereen in het huis lag al te slapen, op een iemand na. De gene die op verkeerde dingen uit is op het late uur.
Zodra hij eenmaal in de wijk aan is aangekomen, loopt hij met een sigaret in zijn mond naar het groepje toe, waar hij sinds een goede twee maanden weer helemaal bij hoort. "Ey Milo maat." Mitchel komt enthousiast naar hem toe. Het is grimmig in het steegje. Het is er donker en er liggen mensen op de grond die bijna helemaal out zijn, terwijl de heroïne spuit nog in hun arm zit.
"Zelfde als vorige keer." "Ja, maar mag meer heroïne bij." "Ey grote jongen, ik zei toch je vind lekker, maar alleen Robbert heeft nu." Robbert kijkt op als hij zijn naam hoort en steekt zijn hand op. Hij begint gelijk al te graaien in zijn binnenzak en tovert er een paar injectienaalden en een zakje met het bruine goud vandaan. "Hoeveel moet je ervoor?" "Jij bent een maat he dus vriendenprijsje." Milo knikt tevreden, aangezien hij toch wel echt op moest gaan letten met zijn geld.
Jeroen geeft hem de rest van waar hij om vroeg, waarna Milo zo snel hij kan weer de benen neemt. Hij haat de mensen, hij haat de grimmige sfeer, hij haat de plek, hij haat drugs doen met anderen. Hij doet het alleen, in zijn veilige kamertje, waar niemand hem in de meest bijzondere toestanden van zijn leven ziet, waar niemand ook zo erg van de wereld is als hij.
Hij loopt met een joint nog in zijn mond terug naar de parkeerplaats. Hij moet omlopen want er zijn bepaalde stukken afgezet wegens verbouwing aan de weg. Hij zou dus wel langs de drukkere delen van Rotterdam moeten lopen, de plekken waar mensen nu op de zaterdagavond juist veel zijn.
Hij doet zijn capuchon alweer op als hij in de buurt van het centrum komt. God wat hoopt hij dat er nu hier helemaal niemand is die hij ooit in zijn leven heeft gezien.
Natuurlijk wordt hij weer niet geblessed en loopt hij Frank en Nick tegemoet. Hij zucht en gooit snel zijn joint op straat, hopend dat de geur van wiet nu niet om hem heen hangt. Frank herkent hem al snel en komt enthousiast naar hem toegerend, niet wetende in wat voor toestand zijn maatje nu is.
"Miel maat, wat moet jij hier nou?" Hij opent zijn armen voor een knuffel en kijkt de jongen even vreemd aan. "Jemig, waar ben jij geweest, je ruikt helemaal naar wiet man." Milo vloekt snel binnensmonds en rolt zijn ogen.
"Ik moest nog even snel wat halen in de stad en parkeerplek hier was vol, dus moest daaro parkeren en daar stonden ze te roken", zegt hij met een zenuwachtig hoog stemmetje. Frank knikt, maar is duidelijk nog achterdochtig, aangezien de man voor hem helemaal niet zo helder lijkt als hij zegt te zijn.
"Ga je weer naar huis?" Milo knikt zachtjes en wilt weer verder lopen, maar wordt weer teruggetrokken. "Moet ik je thuis brengen, kleine moeite hoor." Frank kijkt hem doordringens aan, hij wilt Milo nu niet de straat op sturen, hij zou het hemzelf nooit vergeten als Miel in een ongeluk terecht komt. Milo schudt een beetje schuin zijn hoofd en verteld hem dat het prima zelf lukt.
Als Milo weg loopt geven Frank en Nick elkaar nog een blik. Frank kijkt zijn vriend een beetje schuin aan. "Hij zou toch niet weer?" Nick schudt zijn hoofd voordat Frank zijn zin af kan maken. "Nee, dat zou die nooit doen toch?" Frank pakt zuchtend zijn telefoon erbij en belt Rob, gewoon voor de zekerheid.
Milo is ondertussen weer op weg naar Rhoon. Wat mag hij hopen dat hij nu geen politie tegen komt, want zijn rijtalent wordt nou niet bepaald beter op dat pilletje van net. Hij zit al snel weer helemaal in zijn eigen wereld en is dan ook maar al te blij als hij thuis is voordat hij in zijn trip zit.

JE LEEST
Met elkaar komt het wel goed toch?
FanfictionSofie heeft samen met haar broer Milo, een traumatische jeugd gehad. Ze denkt er helemaal vanaf te zijn, maar door één gebeurtenis, lijkt alles weer terug te komen. Sofie en Milo lijken beiden terug te vallen in het diepe gat van hun jeugd. Het be...