Hoofdstuk 13 - Dubbel motief

55 11 3
                                    

'Weet je zeker dat je mee wilt?' Raul vouwde een formulier op en schoof het in zijn tas. 'Ik kan ook iemand anders vragen.'

'Nee, ik wil niet bang voor hem zijn.' Melody forceerde een glimlach.

'Oké, prima.' Raul keek haar net iets te lang aan. Het voelde alsof hij recht door haar heen keek. 'Laten we dan maar gaan.'
Melody knikte zacht. Hij kon het niet weten, herinnerde ze zichzelf. Niemand wist iets van het plan van haar vrienden. Voor hem was dit een normale taak op een normale werkdag. Ze pakte haar tas van de grond en volgde haar collega het kantoor uit. Zodra ze in de auto zaten haalde ze haar mobiel uit haar zak en stuurde een smiley in de groepsapp. Het plan ging van start. Nerveus liet ze de telefoon weer in haar zak glijden en zette de muziek wat harder. Ze tikte zacht mee met de maat.

'Zenuwachtig?'

'Een beetje.' Ze keek kort zijn richting uit. 'Het Niverium is niet mijn favoriete plek. Iedereen daar weet wat ik gedaan heb.'

'Dat weten wij toch ook?'

'Ja, maar jullie veroordelen me er niet voor.' Ze staarde naar de weg die zich voor hen uitstrekte.

'Wij kennen het hele verhaal.' Hij glimlachte voorzichtig. 'Maar het blijft niet altijd zo. De wereld vergeet dingen snel. Over een paar jaar is jouw aanwezigheid zo normaal dat niemand nog vragen stelt.'

'Ik hoop het,' Zelf kon ze het amper voorstellen. Misschien ook wel omdat ze zichzelf nooit had toegestaan om over de toekomst na te denken. Wie zei dat ze dan nog leefde? Maar als dit plan goed ging, als ze bewijs vonden en Van Hulzen in de gevangenis verdween, was er dan een morgen? Wie wilde ze dan zijn?
Stel dat ze weer iedereen kon worden. Werd ze dan een niverial? Hield ze haar baan of probeerde ze zo ver mogelijk te rennen? Misschien vluchtte ze wel terug naar het eind van de wereld. Waarom ging ze niet naar Luciles werkplek? Dan was ze zeker dat ze nooit meer in deze chaos hoefde te staan.
Kon ze dat eigenlijk wel? Melody keek naar de vrachtwagens die ze inhaalden. Achter hen flitsen bomen voorbij. De gedachten bleven door haar hoofd stormen. Ze kwamen en gingen net als het landschap dat ze passeerden. Kon ze weer in deze normale wereld wonen? Of had Noah gelijk? Misschien was de chaos net als haar duisternis onderdeel van haar geworden.

Ze wist niet zeker wat ze daar van moest vinden, dus focuste Melody zich weer op wat hen te wachten stond. Voorlopig was dit nog lang niet voorbij.

Toen in de garage van het Niverium parkeerden, keek Raul haar aan. 'Als hij iets probeert, grijp ik direct in.'

'Nee,' zei ze zacht. 'Ik kan het hebben. Laat het hem maar proberen. Misschien valt het ditmaal te bewijzen.'

'Oké, maar weet dat ik aan je kant sta.'

'Bedankt.' Ze stapte de auto uit en wierp het portier dicht. 'Hoeveel papieren vragen we eigenlijk op?'

'Met wat jij verzocht hebt erbij, een paar dozen vol denk ik.' Raul lachte zacht. 'We gaan hier spijt van krijgen als we het allemaal moeten doorlezen.'

'Waarschijnlijk, maar ik wil graag Van Hulzens gezicht zien als hij het formulier leest.' Ze duwde de deur open en liep de gang in. Met elke stap voelde ze zich kleiner worden. Hoewel de gangen van het Niverium licht en breed waren, leken ze haar te verstikken. Melody bleef naast Raul lopen, in de hoop dat ze naast hem minder op zou vallen, maar het lukte haar niet helemaal om te ontsnappen aan de starende ogen van de mensen die ze passeerden.
Raul liep stevig door tot ze bij het kantoor van Van Hulzen kwamen. Hij klopte hard op de deur. 'Goedemiddag, CCNG mogen we verder komen?' Melody was jaloers op hoe zelfverzekerd hij klonk.

'Kom verder,' bromde Van Hulzen. Zodra Raul de deur open deed, zag Melody de man zitten. Zijn ogen waren spleetjes en zijn mond was een strakke streep. 'Wat willen jullie?'

Schaduw brenger | Deel 4Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu