Hoofdstuk 32 - Sneeuwval

52 10 5
                                    

Als iemand Melody had verteld dat Luciles gave de tijd versnelde, had ze het geloofd. De dagen met haar vriendin vlogen voorbij. Het was niet eens omdat ze bijzonder veel plezier hadden of dat er veel gebeurde. Ze leefden gewoon en dat was genoeg.

Maar op die december ochtend was het anders. Een koude windvlaag blies Melody's slaapkamer in. Snel gevolgd door een koude hand in haar gezicht. Geschrokken veerde ze overeind, alleen maar om Luciles lachende gezicht te zien.

'Het sneeuwt Melly!' Er zaten kleine vlokjes in haar witte haren. Als een klein kind danste ze door de kamer. 'Het sneeuwt!'

Melody duwde de dekens aan de kant en liep naar het raam. De hele wereld was bedekt in een witte laag, alsof het alles wat gebeurd was af wilde dekken. Ze glimlachte naar haar vriendin. 'Als we niet moesten werken, had ik je nu uitgedaagd voor een sneeuwballengevecht.'

'Vanavond?' Lucile grijnsde breed. 'De voorspelling zegt dat het de hele dag blijft sneeuwen.'

'Deal.' Melody verwisselde haar pyjama voor haar uniform en liep de woonkamer in. Op het aanrecht stonden eieren, melk en een half opengemaakt pak meel. 'Was je pannenkoeken aan het bakken?'

'Ja, maar toen deed ik de gordijnen open en werd ik afgeleid.'

'Ik maak het wel af. Ga jij maar zitten.'

'Bedankt.' Lucile gaf haar een vlugge kus en liep naar de bank. Ze kroop tegen de leuning en staarde als betoverd naar de vlokken die eindeloos uit de hemel kwamen.
Wat er zo mooi aan was, begreep Melody niet. Maar alleen de glimlach die op Luciles lippen stond, was al genoeg om haar vrolijk te maken.

Blijkbaar had de sneeuw ook iets veranderd in de rest van de wereld, want toen ze een uur later het terrein van het Niverium opreden, voelde het als een andere plek. Er hingen ijspegels aan de fontein en de drie gebouwen leken door de witte deken eindelijk bij elkaar te passen. Het normaal kalme terrein was gevuld met leerlingen die zich naar buiten hadden gewaagd. Een aantal sneeuwballen vlogen rakelings langs hun auto.

Melody moest de neiging om uit te stappen en zich in het gevecht te mengen onderdrukken. Ze hadden werk te doen, maar vanavond werd het geweldig. Misschien konden ze Dominque en de rest ook uitnodigen. Het was al een poosje geleden sinds ze met de groep samen waren geweest. Vanmiddag zou ze het met Lucile bespreken, besloot Melody. Ze stuurde de auto in een parkeervak en stapte uit.

Lucile volgde haar en pakte haar rugzak van de achterbank. 'Het enige wat ik haat aan deze baan is dat dagen als deze, altijd net degene zijn waarop je papierwerk moet invullen.'

'Ja, dat is jammer.' Melody liep de parkeergarage door. 'Als je wilt, doe ik de formulieren wel. Dan kun jij met Tristen en de rest overleggen.'

'Weet je het zeker? We kunnen het gewoon eerlijk verdelen.'

'Ik vind het niet erg,' zei Melody met een glimlach. Praten was toch meer Lucile's ding.

'Bedankt,' haar vriendins lach werd nog breder. 'Ik hou van jou.'

'Ik ook van jou.'
Ze liepen samen het gebouw in en liepen naar het kantoor dat ze met een aantal andere collega's deelden. Lucile pakte wat formulieren, waarna ze al snel in de gang verdween. Melody keek haar met een glimlach na. Met een zucht startte de computer op.

'Heeft ze jou met het papierwerk achter gelaten,' vroeg Lucas, die zijn tas op het bureau naast haar zette.

'Nee, ik heb het aangeboden.'

'Ik heb iemand als jou in mijn leven nodig,' hij zuchtte.

'Jou bezorg ik alleen maar papierwerk.' Ze gaf hem een knipoog.

'Ja, dat is waar.' Hij lachte zacht, voor zijn gezicht weer neutraal werd. 'Heb je het trouwens al gehoord over Van Hulzen.'

'Nee,' ze keek hem vragend aan. 'Hebben ze nieuws?'

'Dit heb je niet van mij, maar ik heb in het voorbijgaan gehoord dat er een verdachte is.'

'Dat had ik niet verwacht,' ze glimlachte voorzichtig. Misschien had het CCNG eindelijk geleerd. Of de druk van buitenaf had het onmogelijk gemaakt om niets te doen. Wat het ook was, het was een verbetering.

'Soms doen ze wat,' lachte hij.

'Soms.' Ze concentreerde zich op haar scherm, maar het was lastig om haar aandacht erbij te houden. Niet omdat haar gedachten te donker waren, maar omdat het voelde alsof ze zweefde. Misschien was de wereld die ochtend echt veranderd. Melody wist niet of ze het al durfde te geloven. Maar ze had hoop en dat was alles wat een mens nodig had.

Lucas woorden spookten nog steeds door haar hoofd toen ze een paar uur later naar de kantine liep. Het was niet zeker, probeerde Melody zichzelf te herinneren. Ze konden het zeggen zodat ze even van de vragen af waren. Ze moest wachten tot een officieel bericht.

Ze duwde de klapdeuren open en liep rechtstreeks naar de koffiemachine.

'Melody Summers,' klonk een luide stem van achter haar.

Met een ruk draaide zich om. Wie gebruikte die naam nog? Haar collega's wisten dat ze het haatte om bij haar achternaam genoemd te worden. Haar ogen gleden naar een stoel vlak bij de deur.

Daar zat Alana. De vrouw kwam overeind zodra ze oogcontact maakte. Met stevige stappen liep de CCNG baas het gangpad in, zodat ze tussen haar en de uitgang stond. 'We hebben een paar vragen voor je. Kun je meelopen?'

'Ja, natuurlijk.' Verward keek ze de vrouw aan. Ging dit over de verdachte? Nee, dit moest iets anders zijn. Alana zou dat echt niet persoonlijk komen vertellen. Was er iets ernstigs gebeurd? Haar hartslag schoot omhoog.

'Melly, wat is er?' Lucile liep haar richting uit.

'We willen even met Melody praten,' zei Alana voordat ze kon antwoorden.

'Waarover?'

'Privé zaken. Dus als je ons wil excuseren.'

'Het is goed Lucile,' zei Melody zacht. Met elke seconden die ze hier bleven staan, trokken ze meer aandacht. 'Ik zie je na de pauze.'

'Doe voorzichtig,' zei Lucile met duidelijke tegenzin liep ze terug naar haar stoel.

Alana glimlachte tevreden. 'Ik zal het kort houden.' Ze plaatste haar koude vingers op Melody's bovenarm en trok haar zachtjes mee naar de deur.

In de deuropening stonden een aantal personen die Melody direct herkende van het CCNG. Tristia en Raul, maar ook collega's met wie ze nog nooit had samengewerkt. Waarom waren er zoveel?
Een misselijk gevoel overspoelde haar. Ze had geen idee wat er gaande was, maar dit voelde als een scenario wat ze al eerder had meegemaakt. Een dat slecht eindigde voor haar.

Alana liet haar los en liep in stevig tempo naar een kantoortje. De anderen schaduwden hen zonder wat te zeggen. Hun blikken vertelden Melody niets. Wat er ook was, ze wilden het haar niet in het openbaar vertellen. Maar haar midden in een kantine vragen of ze mee wilde komen, was blijkbaar wel oké.

De CCNG baas duwde de deur van een kantoorruimte open en stapte naar binnen. 'Ga zitten,' ze gebaarde naar de stoel die het verst van de deur stond.
Melody liep langs haar heen en ging zitten. Haar ogen gleden de ruimte rond. Hij was akelig kaal. De lamellen die normaal de besneeuwde wereld buiten lieten zien, waren gesloten. Ze keek langs Alana heen naar Raul. Vragend trok ze een wenkbrauw op.

Hij schudde zijn hoofd zacht en fluisterde wat tegen zijn baas.

Die gaf hem een klein knikje voor ze de deur omdraaide. Haar vingers gingen naar de knip. Met een zachte klik ging hij in het slot. Op de gang klonk het geluid van wegstervende voetstappen. Ze waren alleen.

Schaduw brenger | Deel 4Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu