Hoofdstuk 25 - Wraak

52 10 2
                                    

Melody's telefoon rinkelde voor de zoveelste keer, alsof er nog iets te zeggen viel. Alana had haar boodschap heel duidelijk gemaakt. Melody draaide de muziek van haar autoradio harder, zodat het gerinkel naar de achtergrond verdween. Ze was er klaar mee. Ze ging niet meer braaf doen wat het CCNG van haar wilde. Ze hadden hun kans gehad.

Misschien moest ze maar gewoon naar het Niverium rijden. Ze zou het leven uit Van Hulzen kunnen wegzuigen, voor iemand de kans kreeg om er iets tegen te doen. Het was zelfvernietiging, maar wat maakte dat nu nog uit? Als het zo doorging zou ze toch alles kwijt raken. Ze zat liever de rest van haar leven in de cel, dan dat ze voor altijd mensen zou verliezen.
Tranen welden op in haar ogen. Ze stond ze toe om over haar wangen te lopen. Het maakte haar niks uit als iemand het zag. Iedereen dacht toch al alles over haar te weten. Haar ondergang was openbaar op het nieuws geweest. Misschien moest ze de show maar afmaken, hen laten geloven dat ze gelijk hadden. Ze was een losgeslagen monster, een beest dat thuishoorde in de nacht. Maar ze was niet de enige en ze zou de andere monsters met zich meesleuren.

Lucile zou het nooit goed vinden, fluisterde een stemmetje in haar hoofd. Maar Lucile was hier niet. Zij was zorgvuldig buitenspel gezet door het CCNG. Misschien was dit wel altijd hun plan geweest. Als ze haar dit lieten afmaken, zou zij de slechterik lijken en waren zij de helden. Dan was een ontwricht Niverium niet hun fout.

Wilde ze hen echt laten winnen? Toegeven aan de schaduwen die aan haar hart trokken? Met wazige ogen keek ze naar de stoplichten die naderden. Als ze nu rechtdoor reed, zou ze binnen vijf minuten bij het Niverium zijn. Het was voorbij voordat ze het door zou hebben. Ze zou geen eens tijd hebben om te denken aan waar ze mee bezig was.

Het idee voelde aangenaam. Over een paar minuten zou al deze pijn en woede een ander monster kunnen zijn. Was dat wat ze wilde?
Melody kwam tot stilstand voor het stoplicht en hield haar adem in. Ja, beantwoordde ze haar vraag. Ze wilde niets liever. Maar ze had Lucile een belofte gedaan. Het stoplicht sprong op groen. Het staarde haar aan als een vreemd soort oog. Alsof zelfs het ding haar veroordeelde voor het breken van die belofte.
Het luide geluid van een autotoeter onderbrak haar gedachten. Kippenvel vormde zich op haar armen. Melody rukte het stuur naar rechts en sloeg af. Zodra ze het gedaan had, mompelde ze een scheldwoord. Waar was ze mee bezig? Ze wist toch wat ze wilde? Waarom liet ze zich dan opschrikken door een andere automobilist?

Draai om, dwong ze zichzelf. Haar ogen schoten over de weg waar ze opgeslagen was. Er was nergens een zijstraat te zien en er kwamen voortdurend auto's haar richting uit. Koplampen schenen in haar ogen. Ze kon hier niet keren. Een luide snik ontsnapte uit haar mond. Waarom kon ze dit zelfs als ze het zo graag wilde niet eindigen? Ze wilde gewoon dat dit stopte. Was dat te veel gevraagd?


De weg ging verder, ook al kon zij dat niet. Bomen flitsten aan haar voorbij. Zo nu en dan werd het groen afgewisseld met lantaarnpalen en hier en daar gebouwen. De weg werd steeds breder tot Melody zichzelf op een snelweg vond. Het kostte haar moeite om de andere auto's door de waas van tranen in de gaten te houden.

Bij de eerste uitrit die ze tegenkwam, verliet ze de weg. Ze reed door tot ze bij een zanderige parkeerplaats kwam. Daar zette ze haar auto neer. Ze draaide muziek uit en luisterde stilzwijgend naar het rinkelen van haar mobiel. Hadden ze het nog steeds niet opgegeven? Wat wilden ze nog van haar?

Ze rukte de sleutels uit het contact en stapte de auto uit. Ze sloeg de deur hard dicht, zodat het geluid van haar telefoon gedempt werd. Met stevige passen liep ze bij de auto vandaan. Ze volgde een zandpad dat tussen de bomen doorliep. Waar het heen ging wist ze niet. Misschien liep het wel dood, net als al haar andere plannen.
Takjes kraakten onder haar voeten en plantenstengels braken door de kracht van haar benen. Melody zou willen dat haar woede genoeg was, om dit hele bos omver te halen. Ze wilde iets breken. Ze wilde haar schaduwen naar buiten laten, maar ze kon het niet aan om hun fluisteringen opnieuw in haar hoofd te horen.
Ze versnelde haar pas tot ze over het pad rende. Het bos vloog aan haar voorbij. Takken gleden langs haar schouders en krasten tegen haar armen. Melody klemde haar kaken op elkaar om een schreeuw in te houden.
Toen waren er opeens geen bomen meer. Het bos maakte abrupt plaats voor een lege vlakte met een meer dat bijna op een spiegel leek. Zonnestralen sprongen van het reflecterende oppervlak. Een paar eenden zwommen geschrokken op uit het riet.

Schaduw brenger | Deel 4Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu