Hoofdstuk 29 - Eerste werkdag

53 10 3
                                    

Die ochtend werden Melody en Lucile opgewacht door Raul. De man stond in de gang van het Niverium. 'Goedemorgen, hebben jullie een momentje?'

Zenuwachtig keek Melody hem aan. Haar vingers glipten uit die van Lucile. Wat deed hij op het Niverium? Waarom wilde hij hen spreken? 'Ja natuurlijk. Kan het hier of wil je ergens gaan zitten?'

'Ik denk dat het hier wel kan.' Hij glimlachte niet. 'We hebben Van Hulzen gisteren dood aangetroffen in zijn cel.'

Melody voelde de lucht uit haar longen ontsnappen. 'Bedoel je zelfmoord?'

'Nee.'
Dat woordje zorgde ervoor dat haar wereld opnieuw begon te kantelen. Als hij dood was, dan konden ze nooit bewijzen wat hij had gedaan. Dan waren al zijn herinneringen weg. Dan konden ze nooit zeker weten dat het voorbij was. Haar ogen ontmoeten die van Raul. Dacht hij dat zij het had gedaan? Was dat waarom hij hier was? Was dit een wanhoopspoging om haar alsnog de schuld te geven.
Luciles vingers vouwden zich om haar arm. 'Dat is vreselijk,' zei ze zacht.

'Jullie hoeven niet te doen alsof het jullie iets uitmaakt,' zei Raul kalm. 'Ik wilde alleen dat jullie het weten.'

'Bedankt.' Melody schonk hem een zwakke glimlach. 'Wat nu?'

'Nu hebben we nog meer werk te doen,' verzuchtte Raul. 'Waren jullie gisteravond ergens? Ik denk niet dat jullie er iets mee te maken hebben, maar Alana wil bewijs zien.'

Lucile zette een stapje naar voren. 'We waren bij de kringloop en daarna thuis.'

Melody knikte instemmend. 'We hebben de woning gedecoreerd.'

'Oh, heb je foto's?' Raul glimlachte. 'Die heb ik niet nodig, ik ben gewoon nieuwsgierig.'

Lucile keek Melody vragend aan.

Ze knikte zacht. 'Raul is een vriend.' Ze haalde haar mobiel uit haar zak en liet een foto zien van het roggen beeldje en de lampjes die ze door de woonkamer gehangen hadden.

'Dat ziet er gezellig uit.'

'We moeten nog schilderen,' zei Lucile. 'Maar daar hebben we nog geen tijd voor gehad.'

'Stuur me vooral een foto als het helemaal af is,' zei Raul. 'Ik denk dat ik genoeg weet, trouwens. Hebben jullie nog iets van een kassabonnetje?'

Lucile knikte en haalde een verfrommeld stukje papier uit haar zak. 'We hebben er niks mee te maken.'

'Dat weet ik,' zei Raul nogmaals kalm. 'Ik moet het alleen aan de anderen laten zien. Maar dit is genoeg. Bedankt voor jullie tijd.'

'Geen probleem.' Melody gaf hem een knikje waarna ze snel verder liep.

Lucile volgde haar, maar keek nog een paar keer over haar schouder. 'Ik vertrouw hem niet.'

'Hij is een oud collega van me,' legde Melody uit. 'Hij probeert alleen te voorkomen dat we straks het halve CCNG op de stoep hebben.'

'Oké,' besloot Lucile. 'Maar als hij dit tegen ons gebruikt, vermoord ik hem.'

'Ik denk niet dat hij een glazen rog tegen ons kan gebruiken.'

Haar vriendin grinnikte zacht. 'In de verkeerde handen kan alles een wapen zijn.'

'Dat is waar, maar ik heb hem nog nooit zien vechten, dus ik denk dat we goed zitten.' Ze keek de gang door. 'Waar moeten we eigenlijk heen?'

'We hebben eerst training en daarna patrouille. Dus waarschijnlijk zitten we het grootste deel van de dag niks te doen.'

'Ik zou dat maar niet te hard zeggen,' mengde een derde persoon zich in het gesprek.
Melody keek op en zag Erika een kantoor uit lopen. 'Meestal is het hier druk genoeg. Al helemaal nu we alles op orde proberen te krijgen.'

Schaduw brenger | Deel 4Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu