Hoofdstuk 9

927 42 8
                                    


Voor de tweede keer die dag, gingen we bij de familie Dijkman langs. Ik drukte de bel in en ging naast Wolfs staan die zijn portemonnee uit zijn jaszak viste. De deur ging open en in de deuropening verscheen er een kleine vrouw. Ik wisselde een korte blik met Wolfs. Dit was Veerlen niet, en haar moeder zou overleden zijn. 'Goedemiddag. Floris Wolfs recherche Maastricht, dit is mijn collega Eva van Dongen.' nam Wolfs het woord en wees vaag naar mij toen hij mijn naam uitsprak. 'Zouden wij even binnen mogen komen?' De vrouw keek overdonderd maar liet ons wel binnen. 'Wie bent u als ik dat vragen mag?' 'Renske de Graaf, ik ben in dienst bij de familie .' Mompelde ze verlegen en verdween zonder nog iets te zeggen de trap op. Wolfs keek me aan en ik haalde mijn wenkbrauwen op. Even later liep er een forsgebouwde man de trap af, die de heer Dijkman zou moeten zijn. 'Robbert Dijkman.' Stelde hij zichzelf voor en keek ons afwachtend aan. 'Wij hebben wat vragen betreft Noah Bennik.' 'Ja, ik ook hij is vandaag en gister niet verschenen.' mompelde de man en sloeg zijn armen over elkaar. 'Noah is gister door een misdrijf om het leven gekomen.' zijn ogen werden groot en keken ons één voor één aan. 'Dat verklaart zijn afwezigheid. Maar wat heb ik daar mee te maken. Wat doen jullie hier?' bromde hij nors. Hij was duidelijk niet tevreden met zijn bezoek. 'Hoe lang is Noah al bij jullie in dienst?' Sprak Wolfs over zijn vraag heen. 'Twee jaar.' Ik knikte even. 'Was u tevreden over hoe hij zijn werk verrichte?' Hij haalde zijn schouders op. 'Hij liet Max uit. Er is niet veel wat je daar fout aan kan doen, toch?' 'Dus u was tevreden?' herhaalde ik de vraag. 'Ja waarom niet?' 'Geen idee, u zegt het. Of heeft u er iets op aan te merken?' Hij keek me bedenkelijk aan. Deed zijn mond open, maar sloot hem weer toen er op dat moment de voordeur open ging. Even later verscheen Veerle met de hond Max in de huiskamer. 'Hoi.' zei ze ons allemaal gedag en verdween de keuken in. 'Nee, niets op aan te merken. U kunt gaan.' deelde hij mee en liep ons voor uit richting de uitgang. Eigenwijs stopte ik en bleef onder aan de trap staan waar ik de werkster riep. Onzeker liep ze naar beneden en frunnikte aan haar schort. 'Zouden wij u nog wat vragen mogen stellen?' ze keek twijfelachtig naar Robbert die met tegenzin ja knikte en de gang uit liep om ons alleen te laten. 'Wat vond je van Noah?' ze deed haar mond open en staarde verlegen naar haar voeten. 'Hij was een goede jongen.' ze bleef stil. 'Maar?' vroeg ik wachtend op de rest van haar zin. Ze schudde haar hoofd en maakte aanstalten om de trap weer op te lopen. 'Maar?' Vroeg ik weer en legde mijn hand op haar schouder om haar tegen te houden. Ze draaide zich vlug om en keek mij diep in de ogen aan. 'Hij kon zijn handen niet thuis houden.' 'Van wie?' Vroeg ik perplex. Renske viel stil en zonder nog iets te zeggen verdween ze de trap op naar boven. Robbert kwam de gang in gelopen en keek ons nors aan.'U kunt nu gaan?' herhaalde hij zijn eerder gezegde woorden, beende langs ons heen en hield de deur wijd voor ons open. We zeiden gedag en liepen het huis uit.

Nadat we Mechels hadden ingelicht waren we naar huis gegaan. Thuis hadden we gegeten en was ik nog even gaan hardlopen. Uitgeput en bezweet, maar wel voldaan liep ik de keuken in. Wolfs zat op de bank in de hoek van de keuken, een boek te lezen. 'Hey' begroette ik hem en liep door naar de koelkast waar ik een flesje water pakte. 'Hoe was het?' 'Ja wel goed hoor.' Zei ik zette de fles aan mijn mond waarna ik de inhoud naar binnen klokte. Ik liep naar de bank en nam plaats op het puntje van de salontafel. 'Wat lees je?' ik wees naar het boek in zijn handen en nam opnieuw een paar slokken. 'Een oude detective.' Ik liet het flesje zakken en slikte het water door.'Je klaagt toch altijd dat die zo doordacht zijn.' Wolfs grinnikte. 'Ja klopt. Maar dat is ook het leukste. Het vroeg door hebben wie de dader is.' Ik moest hem hier gelijk in geven. Ik merkte het ook met het lezen van boeken en bij het kijken van films. Sommige waren erg doordacht en was het heel vroeg al duidelijk voor ons. 'Weet je het al?' vroeg ik duidend op het boek in zijn handen. 'bijna. Ik mis nog een deel ter bevestiging. Dat zal wel ergens aan het einde komen.' mompelde hij en bladerde door het boek. De linkerkant was nog duidelijk dunner dan de rechter. Dat betekend dat hij nog niet eens op de helft was en het al door had. Ik schudde lachend mijn hoofd. 'Is het dan niet saai dan?' 'Ja, is het ook.' Zei Wolfs en sloeg het boek dicht wat hij vervolgens opzij legde. 'Maar ik wachtte op jou.' ik trok mijn wenkbrauwen op. 'Kan je jezelf niet vermaken dan, zonder mij.' grapte ik en begon aan het los maken van mijn veters. 'Jawel, maar ik wil een film opzetten maar wist niet of je mee wou kijken. Wil je mee kijken?' vroeg hij dan ook gelijk. 'ja, is goed. Wat had je ingedachten.' Blijkbaar zat Wolfs op deze vraag te wachten. Hij boog voorover, viste een stapeltje dvd's van onder de bank vandaan en overhandigde ze aan mij. Ik liet de dvd's door mijn handen gaan en liet mijn ogen over de titels glijden. Het waren redelijk oude films die we dan ook al grijs gedraaid hadden. 'En?' vroeg Wolfs, afwachtend op mijn reacties 'We kunnen anders ook naar de bios gaan' stelde hij voor. Ik keek op van het stapeltje films in mijn handen en keek hem recht in de ogen aan. Had hij nou expres de films uitgekozen waarvan hij wist dat ik ze kon dromen, zodat ik de keuze om naar de bioscoop te gaan zou overwegen. Of was het gewoon toeval en had hij echt zin in deze films. Maar toch ook al zou hij zin hebben in die films. Ik had het duidelijk niet en was de keuze voor mij al vrij duidelijk. 'Deze ken je toch ook al?' ik hield een dvd omhoog die we zeker een half jaar geleden nog gekeken hadden. Hij knikte. 'We gaan wel gewoon naar de bioscoop dan, deze heb ik al duizend keer gezien.' besloot ik en legden het stapeltje films naast me neer op het tafeltje. Ik liet mijn blik over Wolfs glijden die me glimlachend aankeek. In zijn ogen was er een twinkeling te zien, en een warm gevoel ging er door me heen. ik glimlachte terug. 'oké, als jij wat uitzoekt, dan ga ik even douchen.' zei ik en stond op. 'waar heb je zin in?' vroeg hij met dezelfde twinkeling nog steeds in zijn ogen. Ik haalde mijn schouders op. 'Verras me.' grinnikte ik en verdween de trap op.

Tweestrijd   Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu