Hoofdstuk 21

969 41 12
                                    

Er was een amber alured uitgegaan en we moesten onze collega's assisteren met de zoektocht op een meisje. Het ging om Sophie Osheer. Een meisje van 16, dat gisteravond niet thuisgekomen was en op school niet was komen opdagen. Onze collega's waren haar ouders al langs gegaan en aan ons was de school en sport club toegewezen. De school had niet veel. Haar vriendinnen wisten van niets en hadden ook geen vermoeden waar ze kon zijn. Nu waren we op weg naar de volleybal vereniging. Volgens haar ouders speelt ze al heel lang volleybal en is er ook erg goed in. 'Hoogste klassement, bijna jong oranje' was er pronkend gezegd door haar ouders, gemengd met de ongerustheid.

Ik stapte de kantine binnen en werd overvallen door de drukte. De kantine was prop vol met mensen die zo te zien naar een belangrijke volleybal wedstrijd keken. We baande onze weg door de menigte supporters op weg naar de bar. Ik hield mijn politie ID omhoog en Wolfs viste de foto van het meisje uit zijn zak. 'Goede middag, recherche Maastricht wij zijn op zoek naar dit meisje.' Ik wees naar de foto en hield de reactie van de man in de gaten. 'Hebt u haar gister of vandaag gezien.' 'Dat is Sophie.' mompelde de man lichtelijk verbaasd. 'Komt hier vaak. Leuke meid en erg goed in volleybal. Maar ik heb haar vandaag niet gezien.' ik knikte. 'Gister wel?' 'Nee, dan is de kantine dicht.' antwoorde de man. Er klonk luid gejuich van de menigte achter mij. Ik draaide me om en keek naar het beeldscherm om te zien waarom de supporters joelden. Op tv was de herhaling van een spannende rally te zien. Een team in vel oranje shirtjes had een punt gemaakt bij de tegenstanders. 'Wie spelen er?' Vroeg ik wijzend naar het beeldscherm. Het oranje team kon ik wel raden maar wie de spelers in wit waren wist ik niet. 'Nederland tegen polen.' 'Jong oranje?' Vroeg Wolfs voordat ik het kon vragen. De man knikte. 'Speelt Sophie in Jong oranje.' vroeg hij verder. 'Nee zij niet, maar Sanne, haar beste vriendin wel.' Ik trok mijn wenkbrauwen op en wisselde een bedenkelijke blik met Wolfs. 'Hoe heet Sanne van haar achternaam?' 'Berentsen.' antwoorde de barman. Wolfs viste zijn telefoon uit zijn zak en liep een eindje van ons weg. 'Zijn ze al lang vrienden.' Ging ik verder. 'Ja, zo lang ik me kan herinneren.' Weer klonk er luid gejoel van de mensen massa achter mij. 'Zijn ze nog steeds vriendinnen?' riep ik over het gejoel uit maar werd niet verstaan. De barman had zijn aandacht, net als de vele andere in de ruimte, gericht op de wedstrijd. 'Daar is ze.' ik volgde de vinger en zag een blond meisje in een oranje tenue in beeld. Haar haar zat in een strakke paardenstaart en ze droeg een witte haarband om de overige plukken haar uit haar gezicht te houden. 'Sanna Berentsen.' verduidelijkte hij nog even. Ze is de trots van de club, dat kon ik zien. Wolfs kwam op ons afgelopen en sloot zich aan bij het gesprek. Nadat we de man verder ondervraagd hadden, bedankte we hem en zeiden gedag. Op weg naar de uitgang hield ik mijn pas en liet mijn ogen over de foto wand glijden. Aan de muur waren fotolijstjes met de teams van de afgelopen jaren opgehangen. Ik vond al gauw Sanne met daarnaast, het niet te missen gezicht van Sophie. Op elke foto door de jaren heen, stonden ze naast elkaar. Op het laatste jaar na. Dit jaar zou Sanne gestopt zijn vanwege drukte en haar trainingen bij jong oranje. Kapot, was Sophie er van. Boos en jaloers, maar tegelijkertijd trots en blij voor Sanne. Desondanks bleven ze toch beste vriendinnen. Had de barman mij weten te vertellen.

'Wat denk jij? Stiekem naar die wedstrijd?' vroeg Wolfs toen we op het bureau aangekomen waren. 'Dat zou heel goed kunnen, en de enige plaats waar we nog niet gezocht hadden.' Bij binnenkomst liepen we door naar Mechels haar kantoor en lichtte Wolfs haar in over onze bedenkingen. Ik luisterde maar half terwijl Wolfs zijn verhaal deed en staarde onopgemerkt naar buiten. Ik onderdrukte een gaap en wreef in mijn gezicht.

'Wat!? maar wij zijn naar die vereniging gegaan, niet hun.' Haalde Wolfs zijn felle woorden me uit mijn gedachten. Mechels schudde haar hoofd. 'Het is hun zaak, jullie assisteren alleen maar.' Wolfs sloeg boos zijn handen op tafel. 'Wij hebben een doorbraak in de zaak ontdekt!' schreeuwde Wolfs nog net niet. 'die zij mogen controleren.' voegde Mechels toe. Hij bromde wat en haalde verslagen zijn handen van tafel. Ik begreep Wolfs zijn frustratie. Wij zien een doorbraak en zij mogen met de eer strijken. Daarom heb ik z'n hekel aan de rijksrecherche. Dit is net hetzelfde, alleen zijn het nu onze collega's die er met de eer vandoor gaan. Normaal kan ik me daar gefrustreerd en boos over maken maar vandaag maakte het me niet uit. Natuurlijk was het vervelend en had ik hem liever zelf opgelost. Maar eigenlijk kon het me vrij weinig schelen. 'Zijn ze al onderweg?' trok ik voor de eerste keer dit gesprek mijn mond open. Het belang van Sophie stond bij mij nog steeds hoog. Ik vertrouwde op de collega's en Mechels haar oordeel. Als het meisje maar snel terecht komt. Daar ging het om. 'Ja, ik heb ze er op af gestuurd. Jullie horen nog wel hoe en wat. Ik wil nu dat jullie het verslag schrijven.' beval Mechels. Wolfs zuchtte luid en keek mij voor steun aan. Ik knikte goedkeurend naar Mechels wat een onbegrijpelijke blik van Wolfs opleverde.

'Jij bent het er mee eens?' klonk er spottend en vol ongeloof. Ik knikte. 'Ja.' Wolfs schudde zuchtend zijn hoofd. 'Wat is er mis met jou. De Eva die ik ken laat nooit zomaar een zaak uit haar handen nemen.' bromde hij en beende naar zijn bureau.

'Ze is terecht.' Ik keek op van mijn werk en keek Mechels die voor ons bureau stond aan. 'Ze was naar de wedstrijd van haar vriendin zonder er ook maar iemand op de hoogte te brengen.' Een zucht van opluchting verliet mijn mond. Onze vermoedens waren correct. Wolfs bromde wat in zichzelf en typte hoofdschuddend verder. 'Had ze helemaal niemand gezegd waar ze was?' vroeg ik vol ongeloof. 'Nee, ze had een overhoring op school en ze was bang dat haar ouders nee zouden zeggen. Niemand wist er van, zelfs haar vriendje niet.' ze had een vriendje wat haar ouders niet helemaal mochten. De andere rechercheurs hadden de middag besteed aan het zoeken van dat vriendje. Met weinig succes, want ze zaten al die tijd op het verkeerde spoor. Maar dat konden ze ook niet weten. 'Hoe staat het er voor?' vroeg Mechels. Ik keek naar Wolfs die geïrriteerd aan het typen was. Zijn vingers gingen te snel en typten te hard om nog normaal te typen. 'Bijna klaar.' 'mooi, ik wil het verslag vanmiddag nog op mijn bureau zien. Daarna mogen jullie naar huis.'

Met twee plastic tasjes in mijn handen en met Wolfs naast me, liep ik de chinees uit. Het was laat geworden op het werk. Het duurde uren om de verslagen te typen en al helemaal met de slechte en amper concentratie die ik had. Ik ben moe, heb honger en wil naar huis. Ik was de dag zat. Mijn maag knorde bij het ruiken van de heerlijke geur van chinees die uit de tasjes omhoog steeg. Omdat het zo laat was had Wolfs geen zin meer om te koken. Ik had chinees voorgesteld, waarna hij na een tijdje twijfelen toch overstag ging. De handvatten van de plastic tasjes sneden in mijn handen en het gewicht van ons eten trok mijn schouders naar beneden. Ik slenterde door de straat. Mijn benen waren vermoeid en mijn hoofd voelde gaar. Ik was diep in mijn gedachten verzonken. Me maar vaag bewust van de omgeving. 'EVA KIJK UIT!.' geschrokken keek ik op uit mijn gedachten. In mijn linkerooghoek flikkerde licht. Schichtig keek ik opzij en zag twee felle koplampen recht op mij afkomen.

Tweestrijd   Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu