Hoofdstuk 19

955 45 15
                                    

De persoon voor mijn ogen stond op van de vloer en kwam lachend op me afgelopen. Twee sterke armen grepen me van achter vast en een mes werd tegen mijn keel gezet. De mannen gebaarde wat, en ik werd overgenomen door Tony. Hij pakte me bij de kraag en trok me naar zich toe. Ik keek nu recht in zijn angstaanjagende ogen. 'Eerst ga jij eens even stil zijn. Weet je nog hoe het is om stil te zijn.'
De hand in mijn kraag drukte mijn lichaam dichter tegen de zijne. Zijn sterke lichaamsgeur vulde mijn neus en bracht een misselijk gevoel naar boven. Ik hoorde klakkende voetstappen en keek over Tony's schouder hoe Wolfs met een getrokken wapen op ons af kwam rennen. 'Mes weg!' Ik werd met een ruk omgedraaid en tegen de borst van de man achter mij getrokken. Het mes werd dichter op mijn keel gezet en mijn armen werden vastgehouden. 'Ga weg. Laat vallen!' Werd er geschreeuwd. Doodsbang keek ik om me heen. De adrenaline stroomde door mijn lichaam en mijn hart bonkte in mijn keel. Wolfs keek verslagen naar mij en Tony. Ik zag de pijn in zijn ogen en de angst op zijn gezicht. 'Durf jij te schieten? Ik durf haar wel de keel door te snijden. Ik snij der in stukjes.' Bulderde de Tony. Zijn stem liet de lucht om mij heen doen trillen. Ik bleef zo koel mogelijk maar kon mijn doodsangst niet ontkennen. Hij liep achteruit en machteloos werd ik mee getrokken. Ik kon niks doen. Wolfs was mijn enige hoop en die wist nu duidelijk ook niet wat hij moest doen.
'Gooi weg nu!' Brulde Tony weer. 'Ik maak haar dood. Ik maak haar dood!' Het mes werd nog harder tegen mijn keel gezet waardoor het scherpe blad nog net niet door mijn huid sneed. Wolfs schudde zijn hoofd en liet verslagen zijn handen met het wapen zaken. 'Gooi weg!' Hij hield het wapen omhoog met beide handen in de lucht en maakte een onschuldig gebaar. 'Nu!' Brulde Tony. Maar in plaats dat Wolfs zijn wapen weg gooide nam hij het weer in beiden handen en stak het voor zich uit. Verdomme Wolfs gooi dat wapen weg. Ging er door mijn gedachten heen. Tony zette een zenuwachtig lachje op. Hij was gestrest. Zenuwachtig, maar daardoor niet minder gevaarlijk. Hij handelde vanuit stres en wanhoop. Maar wat moet je ook met Wolfs zijn wapen nog steeds op hem gericht. Hij vreesde voor zijn leven, en neemt het mijne daar bij mee als dat moest.
'Ik maak haar dood. ' Waarschuwde hij en trok me dichter tegen zich aan. Wolfs zette voorzichtig een stap dichterbij met zijn wapen getrokken. Mijn hoofd werd in een moeilijke hoek gehouden en het mes dat er opgedrukt werd beperkte het ademhalen. Mijn benen trilde en waren zwak van de spanning. Ik leunde met mijn volle gewicht op Tony die me dan ook overeind hield. Wolfs zette weer een stap dichterbij en keek vluchtig om zich heen op zoek naar kansen. Nee, alsjeblieft Wolfs, kom niet dichterbij. Dit is de dood van ons beiden. Luister nou en doe wat Tony zegt.
'Laat vallen en gooi weg' Herhaalde Tony zijn bevelen. Maar zo koppig als Wolfs was, luisterde hij niet en kwam dichter op ons af. Wolfs nee. 'Dan moet je het zelf weten.' Brulde Tony en een scherpe pijn sneed door mijn keel. Ik werd losgelaten, mijn benen bezweken en een pijnscheut schoot door mijn knieën waar ik op lande. Ik greep naar mijn keel. Het voelde nat. Nat van het bloed. De omgeving draaide en mijn zicht werd zwart. In de verte hoorde ik het schot. De dood van ons beiden.

Met een ruk schoot ik rechtovereind in bed. Paniekerig en met mijn adem ingehouden taste ik om me heen opzoek naar hou vast. Wolfs schoot ook overeind en pakte mijn polsen beet die om zich heen sloegen. 'Eva. Eva.' Ik reageerde niet. 'Eva ,eva adem!' Schreeuwde Wolfs nog net niet en hield mijn armen boven mijn hoofd. Nee, Ik kon niet ademhalen. Mijn keel was door gesneden en ik krijg geen lucht. 'Eva!' Klonk er paniekerig in de verte. Mijn zicht werd weer waziger en ik werd licht in mijn hoofd. 'Haal adem. Je kunt gewoon adem halen.' Ik schudde hevig, met het beetje kracht wat ik nog in me had, mijn hoofd. 'Toe. Vertrouw me.' Smeekte Wolfs zacht. Ik viel weg. Zakte dieper de matras in en voelde mijn lichaam naar de grond in getrokken worden. Door een harde klap op mijn rug hapte ik naar adem en vulde verse lucht mijn longen. Een enorme opluchting ging door me heen en ik nam een volgende teug lucht. Ik kon gewoon ademhalen er was niks mis met me. Ik kon nog gewoon adem halen. Juichte ik van binnen. Ik ademde weer in en uit en genoot van de verse lucht die mijn longen vulde. Ik moest adem halen. En het voelde zoo goed. 'Eva rustig niet te snel.' Ik negeerde de bezorgdheid en vulde mijn longen opnieuw en opnieuw met verse teugen lucht. Nogmaals steeg een licht gevoel naar mijn hoofd en begon de omgeving weer te draaien. Ik hapte steeds naar adem maar leek steeds minder zuurstof binnen te krijgen. 'Eva rustig nou je begint te hyperventileren.' Hyperventileren, Hyperventileren! Herhaalde de woorden zich zelf in mijn gedachten. De paniek sloeg toe, en de dwang om sneller adem te halen werd groter en groter.
'Denk ergens anders aan. Niet aan ademen.' Dwong Wolfs me. Maar makkelijker gezegd dan gedaan. Ik kan niet stoppen. Ik kan niet zonder. 'Adem door je neus.' werd er ver weg geroepen. Deze keer gehoorzaamde ik en deed wat Wolfs me opdroeg. Maar het ademen door de neus ging me niet snel genoeg en al gauw opende ik mijn mond weer. Ik moet rustig worden. Rustig in en uit adem halen. Niet hyperventileren. De gedachte alleen al bracht enorme paniek bij omhoog. Mijn borst ging hevig op en neer en mijn handen klampten zich vast in het dekbed. Mijn adem werd gestopt en warmte vulde mijn mond. Beduusd opende ik mijn ogen. Ik nam adem maar mijn mond was verstopt. Vervolgens probeerde ik mijn neus en merkte tot grote opluchting dat dit wel ging. De lichtheid in mijn hoofd zakte en mijn aandacht ging naar de druk op mijn lippen. Mijn wazige zicht werd helder en uit het donker kon ik van dichtbij, de open ogen van Wolfs onderscheiden. Hij keek me scheel aan, vanwege de houding waarin zijn hoofd zich bevond en hield me nauwlettend in de gaten. Mijn gedachtes waren allang niet meer bij de hyperventilatie maar bij de lippen van Wolfs die op de mijne gedrukt waren. Mijn ademhaling werd regelmatig. Gecontroleerd en rustig nam ik adem door mijn neus. Ik kreunde van genot. Eindelijk voelde ik zijn lippen op de mijne. Eindelijk kon ik hem kussen. Het was verkeerd en dit kon niet. Maar stoppen kon ik ook niet. Wolfs wou terug trekken maar ik volgde zijn lippen. Mijn armen sloeg ik om zijn nek en sloot mijn ogen waarna ik mijn mond beetje bij beetje opende. Ik moet dit stoppen. Stoppen nu het nog redelijk onschuldig was. De kus viel nog wel weg te praten, maar lust in de zoen niet. Je lust, zie je wel. Je voelt wel dergelijk iets voor hem. Stel je voor, hoe zijn handen op jouw lichaam zullen voelen. Of zijn blote lichaam, schurend tegen de jouwe... Eva stop dit! Je wilt wel. Ik liet voorzichtig mijn tong door de lippen van Wolfs naar binnen glijden. Hij verstijfde en stond duidelijk even versteld. Ik ging verder. Verder over mijn eigen grens. Waarom ga ik tegen mijn wil in? Verstand. Verbeterde het stemmetje mezelf in mijn hoofd. Je verstand werkt je tegen maar je wilt dit werkelijk. mijn tong zocht de zijne en verkende zijn mond. Ik kon het niet stoppen. Het voelde gewoon zo goed en ik kon er niet tegen in gaan. Ik verloor het laatste beetje controle en gaf mezelf over aan de gepassioneerde zoen. Wolfs beantwoorde de zoen en gaf, net zo als ik, over aan mijn lust.
Na een tijdje haalde hij mijn armen van zijn schouder en trok zichzelf terug. Overrompeld keek hij naar zijn schoot.
'Dat was niet de bedoeling.' Mompelde hij en ging op zijn bed helft zitten.
De vlinders gierde door mijn lijf en om het nog maar even erger te maken, gemengd met een enorme schaamte. Het was donker maar knalrode kleur op mijn gezicht zou nog makkelijk te zien zijn. Waarom heb ik hem in godsnaam gezoend.
Je wilde dit! Ik schudde stellig mijn hoofd. Dit wilde ik niet. Ik wilde hem niet in verlegenheid brengen. Ik wilde hem niet afschrikken en bovenal wilde ik niet met mijn tong in zijn mond hangen. Verdomme Eef, je maakt er een puinhoop van. Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan en door de grond zakken van schaamte.
'Ik dacht dat de kus je zou afleiden van de wil om te ademen.' Verklaarde Wolfs zijn handeling. Zijn handling was tenminste nog te verklaren. Mijne was gewoon totaal buiten het boekje. Ik knikte vaag dat ik het begreep. Het had me inderdaad afgeleid en geholpen.
'Dankjewel' mompelde ik gegeneerd. 'Dat je er was en me geholpen hebt.' En voor de heerlijke zoen. Ik beet op mijn wang tot ik bloed proefde.
'Ja natuurlijk.' Antwoorde Wolfs alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Verslagen liet ik me met een plof in het kussen vallen en staarde voor me uit. No way, dat ik nu nog zou kunnen slapen. Daar was mijn hoofd veels te vol voor. Te vol met gedachten en mijn buik te vol met gevoelens. Gevoelens voor de man die naast me lag. De man die ik zoo hevig gezoend had dat ik me er over verbaasde, dat ik niet op zijn tong of wang had gebeten. Hoe had ik mezelf zo kunnen laten gaan. Waarom kon ik mezelf niet gewoon in de hand houden? Omdat je van hem houd. Ik wil helemaal niet van hem houden.Hij is gewoon mijn vriend. Mijn beste vriend. Ik wil niks veranderen.

Tweestrijd   Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu