Hoofdstuk 25

216 13 0
                                    

POV Tony
Na een lange tijd ondervragen komen we op dezelfde conclusie, er is hier een karavaan langsgekomen die naar Emara ging. Sommigen zeggen kinderen gehoord te hebben, sommigen beweren net als de oude visser een dood jongetje in de zee zien drijven. Alleen heeft de oude visser ook nog gezien dat het bij de rest hoorde. Dit is best schokkend, want dat betekent dat ze alle tegenstand en problemen gewoon uit de weg ruimen. Alsof het een pluisje op je mantel is die je even weg kunt vegen. Gevaarlijke kerels dus, en Silferina is in hun handen gevallen. Voor de zoveelste keer vervloek ik mezelf, dat ik niet sneller zijn kon. En dat terwijl ik weet dat ze hoe dan ook meegenomen zou worden. Ik omklem de dolk van Silferina in mijn handen. Ik heb precies dezelfde, maar Silferina heeft er een sierlijke 'S' in gemaakt, om aan te geven dat die van haar is. Ik begin maar weer met het vlechtwerk, dat ik al een heel tijd niet gedaan had. Will kijkt goedkeurend toe en geeft me hier en daar een aanwijzing over hoe ik hem het best vlechten kan. Hij is nu zo ongeveer op drie-vierde, dus als ik een hele nacht goed doorwerk zou ik hem af kunnen maken. Maar dat doe ik natuurlijk niet. Ik pak de armband en ga met wat geld langs bij een kraampje die ik eerder zag. Daar verkochten ze kleine, houten figuurtjes en schelpen. Daarmee wil ik de armband mooier maken dan hij al is. Ik koop twee mooie roze schelpjes en twee houten beeldjes. De houten figuurtjes zijn een zwaard en een paardje. Ze zijn ongeveer twee centimeter, dus ik heb respect voor degene die ze gemaakt heeft. Die heeft er vast een hele tijd aan moeten werken, want het paardje is in volle galop gemaakt en het zwaard heeft zelfs versieringen. Ik pak een klein touwtje die ik er ook bij kocht en begin ze eraan vast te maken. Will kijkt glimlachend toe. "Is dat allemaal voor Silferina? Jij moet armbandenmaker worden, in plaats van grijze jager." Ik rol met mijn ogen, maar weet dat Will een grapje maakt. Ik werk stug door, terwijl Will nog wat rondvraagt. Uiteindelijk is het een mooi armbandje geworden, met de schelpjes en figuurtjes er goed op gezet. Ik had geen zin meer om aan de boog te werken en pak mijn spullen in. Will komt opgewonden aangelopen. "Ik heb een boot naar Emara kunnen regelen, maar die vertrekt nu, dus we moeten opschieten." Samen rennen we naar de bijna-vertrekkende boot toe en gaan aan boord. Will betaalt de kapitein en we gaan op weg. Ik hoop dat we nu een grotere voorsprong hebben.

POV Silferina
De jongen neemt me mee naar een donker plekje, waar we alleen kunnen zijn. Ik heb Mats even aan Hanna overgelaten. Clinn en Lucas zaten er ook, die konden ons eerst niet vinden. Ik heb ze gezegd zo terug te zijn. "Wat is er dan?" De jongen kijkt even om zich heen, om zeker te zijn dat we alleen zijn. "Ik weet meer over het ritueel, en over de bedoeling van de rovers." Ik zal hem wel moeten vertrouwen, maar hij kan ook liegen. "Ik moet erop kunnen vertrouwen dat je de waarheid spreekt, want het is van belang voor jullie leven waarschijnlijk." De jongen knikt. "Logisch. Ik ben Pollo, ik leefde in Emara. Ik was de eerste die gevangen was genomen, maar ik heb geen familie meer waar ik heen kon, dus was ik een makkelijke prooi. Bovendien een die niemand missen zou." Ik bekijk Pollo. Hij heeft blond, viezig haar en ernstige, grijze ogen. Hij draagt kleren die jaren niet zijn gewassen en helemaal versleten zijn. Misschien moet ik kijken of ik een broek regelen kan. "Eerst wilden de rovers me verkopen als slaaf, maar toen kregen ze een opdracht. Een geheimzinnige man wilde duizendeneen kinderen voor de nieuwe maan." Ik rekende vlug uit hoeveel kinderen we hier hadden. Negentig dacht ik. Ik luister weer naar het verhaal van Pollo. "Ze zouden er duizendeneen goudstukken voor krijgen. De rovers namen het maar al te graag aan, en de deal werd gesloten. Maar toen ze mij af wilden geven zei de vreemde man, 'Niet nu al, we hebben geen opslagplaats voor alle kinderen tegelijk. Breng je vangst als je alle duizendeneen gevangen hebt.' Toen begon het moorden en ontvoeren van kinderen. Meer en meer kwamen er, tot het er zo ongeveer tweehonderd waren. Maar de koning en koningin van Emara hadden het te horen gekregen, en ze begonnen de rovers op te sporen. De rovers moesten kets anders bedenken, want anders werd het ontdekt en zouden ze het geld niet krijgen. Toen bedacht een nieuweling een briljant plan, John Ruhl heette hij volgens mij." Bij de naam krijg ik rillingen. De man die wraak wilde nemen op Will. "Het plan was om in verschillende landen te opereren, zodat het makkelijker te doen was. Ze zouden tien andere landen doen, en in elk moesten ze er ongeveer negentig halen." Negentig keer tien is negenhonderd kinderen. Ongeveer dan, als de rovers er ook boven en onder mogen zitten. "Ze verdeelden de landen en de kinderen die ze al hadden, over de karren doe ze kregen, verdeelden de landen en gingen op pad. Ik kwam hier terecht, bij John Ruhl, die Araluen doen zou. John had Araluen expres uitgekozen, omdat hij wraak wilde nemen. Daarom ging hij niet zachtzinnig te werk, en doodde alle mensen die tegenstribbelden, verbrandde huizen in de hoop de aandacht van een grijze jager te krijgen. Aan jou te zien kreeg hij dat ook." Pollo kijkt me stuurs aan. Ik grijns. "De rest van het verhaal ken je wel." Hij denkt even na. "Je vroeg me toch naar wat er daarnet gebeurde?" Ik knik, niet-begrijpend waar hij heen wil. "Ze lieten ons zware klusjes doen, en toen er een paar protesteerden zeiden ze dat ze ons anders overboord zouden gooien. Mats zei dat ze dat niet durfden, en hij voelde zich heel trots. Tot hij te horen kreeg dat Mattheu dood was gegaan, door een van de andere kinderen. Toen begon hij te huilen en we moesten hem bijna met geweld dwingen om te doen wat de rovers zeiden. Het leek even voorbij te zijn, maar net barstte hij weer los. Sorry daarvoor." Ik glimlach. "Geeft niet. Het is wel sneu. Hoe kende Mats Mattheu dan?" "Ze waren tweelingbroertjes. Bij de overval van hun dorp werden ze gescheiden, en ik kwam bij Mats in de kar. Ik heb hem de hele tijd moeten troosten, behalve bij het lopen. Bij het lopen zocht hij zijn broertje op en ging hij naast de kar lopen, pratend over van alles en nog wat. Ze konden het erg goed met elkaar vinden." We blijven even stil, als een soort rouw voor Mattheu. "Ze zeggen dat hij de boot niet op durfde, en toen een van de rovers uit ongeduld hem in het water heeft geduwd, waarna hij verdronken is. Mats vond het heel erg." Ik knik. "Kom je bij ons zitten? Dan bedenken we beginselen van een plan om te ontsnappen." Pollo kijkt me verbaasd aan. "Ontsnappen? Er zijn er zoveel die he-" "Weet ik." onderbreek ik hem. "Maar ik ben een grijze jager. Ik ga een waterdicht plan bedenken, eentje die perfect is. We hebben alle hulp nodig die we hebben kunnen." Pollo knikt, en loopt vrolijker dan eerst achter me aan. Ik stel hem vlug voor aan de rest en we gaan in een cirkel zitten, op dezelfde plek waar ik en Pollo eerst stonden. Daar kijken we elkaar om de beurt even aan. "Dit gaat het plannen-groepje worden, en elke avond hebben we een vergadering over de informatie en plan-ideeën. Je moet een eed kunnen zweren, dat je trouw blijft aan de kinderen en er alles aan doen wil om ze te bevrijden." Ik leg mijn hand in het midden van de cirkel. "Iedereen eens?" De rest knikt en legt hun handen ook in het midden. Ik bekijk de kring nog een keer rond. Hanna, Pollo, Clinn, Lucas, Lapis en Mats. We herhalen op dezelfde toon de eed. "Ik zweer dat ik trouw blijf aan de kinderen en er alles aan doen ga om ze te bevrijden, al kost het mijn leven." We doen onze handen omhoog. De groep is compleet, het plan komt op tafel en de opstand kan beginnen. Nouja, de bevrijding. Het ligt er maar net aan hoe je het noemen wil.

De grijze jaagster, Boek 1: EmaraWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu